“Oorlog is de voortzetting van politiek met andere middelen”, zo stelde de Pruisische generaal Carl von Clausewitz. Dat kan zo zijn, maar de gevolgen zijn wel van een andere orde. De inval in Oekraïne door Rusland twee jaar geleden zorgde voor fors meer menselijk leed dan een gemiddeld politiek besluit. En de oorlog had ook stevige economische gevolgen, allereerst natuurlijk voor Oekraïne en Rusland zelf, maar ook Nederland ontkwam er niet aan.
Ten eerste is de positie van Rusland in de wereldhandel flink veranderd, mede door de aan het land opgelegde sancties. Hans van Cleef maakt aannemelijk dat Rusland minder voor zijn olie krijgt, zonder dat er grote fysieke tekorten aan olie zijn ontstaan. Dat gebeurt omdat Aziatische landen door de sancties Russische olie beneden de marktprijzen kunnen kopen. Robbert Rademakers en Nienke Oomes tonen aan dat zoiets ook geldt voor de Nederlandse export van gesanctioneerde goederen. Microchips bijvoorbeeld komen hoogstwaarschijnlijk toch in Rusland terecht via uitwijklanden als Georgië of Turkije.
Op de lange termijn is het effect van sancties ongewis. Naarmate de tijd vordert, neemt het effect af omdat uitwijking een grotere rol gaat spelen. Nicholas Mulder verwacht daarom dat de producten die Rusland nodig heeft, het land zullen blijven bereiken (zij het tegen hogere prijzen).
Ten tweede zal Oekraïne, een van de grootste landbouwexporteurs naar de EU nog lang gevolgen blijven ondervinden van de aangerichte schade. Bart Wilbrink en Florian Keulers laten zien dat er, naast directe noodhulp, ook honderden miljarden nodig zijn voor de wederopbouw van de Oekraïense economie na de oorlog. Europa zou met het oog op veiligheid en macro-economische stabiliteit moeten beseffen dat zowel militaire als niet-militaire steun noodzakelijk is. Nederland levert al een belangrijke bijdrage aan steun voor Oekraïne, en zou dit ook moeten blijven doen.
Internationale Financiële Instellingen spelen een belangrijke rol in de steun voor Oekraïne, volgens Paul Hilbers en Carlijn Eijking. Nederland verstrekt een deel van zijn steun via het programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Het IMF waarborgt zo de juiste besteding van hulpgelden, waardoor andere donoren makkelijker kunnen instappen. Bovendien zijn de hervormingen die het IMF voorschrijft zo ontworpen dat ze Oekraïne laten voorsorteren op een eventueel EU-lidmaatschap.
In Nederland, ten slotte, zal de forse stijging van de energieprijzen niemand zijn ontgaan. Dat effect is inmiddels wat weggeëbd, maar de invasie heeft ook structurele effecten. Zo heeft de invasie gezorgd voor hernieuwde waardering voor defensie. Er wordt na jaren van bezuinigingen weer volop geïnvesteerd in defensie in Nederland en andere NAVO-landen. Dat geld wordt hoofdzakelijk geïnvesteerd in wapensystemen, maar het is niet evident dat dit de slagkracht van defensie daadwerkelijk vergroot, betogen Robert Beeres en Marion Bogers. Er zijn vooral langdurige structurele investeringen nodig, onder andere in meer personeel, om de militaire weerbaarheid van Nederland te verhogen.
Ook heeft de invasie gezorgd voor de komst van Oekraïense vluchtelingen. Jaco Dagevos en Katja Rusinovic tonen dat deze groep in Nederland vaker werkt dan andere groepen vluchtelingen. Dit komt mede door de afwijkende status die ze hebben ten opzichte van andere groepen vluchtelingen in ons land. De Oekraïense vluchtelingen in Nederland werken ook vaker dan Oekraïners in Duitsland, waar de focus meer ligt op integratie. Toch werken de vluchtelingen in Nederland veelal op tijdelijke basis en onder hun niveau, terwijl de Oekraïners in Duitsland vaker een baan hebben die past bij hun opleiding. De vraag is daarom of het Nederlandse ‘work first’-model op de lange termijn wel optimaal is voor de integratie van Oekraïners.
Zo heeft de invasie de internationale economie structureel veranderd. Met de ook elders oplopende politieke spanningen, is het nog maar de vraag of de open handelswereld van de afgelopen decennia snel terugkeert. Zo heeft de invasie ook gezorgd voor een nieuwe realiteit voor ons als economen. Dat zou volgens Von Clausewitz waarschijnlijk ook vragen om andere middelen.
Dit artikel door Ron Stoop werd op 22 februari 2024 gepubliceerd bij ESB.