Na de annexatie van de Krim in 2014 werd een vruchteloze poging ondernomen om het defensiebudget van de Navo-landen op 2 procent van het bruto binnenlands product te brengen. Dankzij Poetins oorlog in Oekraïne wordt nu naar 2 procent als ondergrens gestreefd. Kennelijk is er een oorlog voor nodig om ons wakker te schudden.
Omdat er nu schreeuwende tekorten zijn, van munitie tot wapens, is het alle hens aan dek. Volgens de Franse Eurocommissaris Thierry Breton moet de Europese defensie-industrie zelfs overschakelen op een ‘oorlogseconomie’. Hoe? De infrastructuur bestaat nog wel. Maar productielijnen moeten worden opgezet en werknemers geworven. En er moeten orders worden geplaatst. Dat laatste is niet simpel.
De Navo bepaalt de standaarden voor militaire spullen, terwijl de Europese Unie inmiddels onmisbaar is geworden voor de financiering. Daardoor wordt de Unie een steeds belangrijkere militaire speler.
De miljarden die voor Oekraïense en eigen munitietekorten op tafel worden gelegd komen deels uit een apart Europees fonds, de Europese Vredesfaciliteit, van bijna 8 miljard euro tot en met 2027. Daarnaast moeten landen zelf bijdragen, maar die zaten alweer te bakkeleien over de vraag of al die munitie-orders alleen binnen de EU of ook daarbuiten mogen worden geplaatst. Bovendien zagen we alweer een neiging om de eigen industrie te bevoordelen, ook al gaat dat ten koste van het Europese veiligheidsbelang. Wat dat betreft leren regeringen het nooit.
Dat geldt overigens ook voor veel van hun kiezers. Critici zullen roepen dat nu het Militair Industrieel Complex met belastinggeld in ere wordt hersteld en dat wapens de oorzaak zijn van alle kwaad. Dit roept herinneringen op aan de Koude Oorlog, waar vooral ter linkerzijde werd gedacht dat de confrontatie tussen Oost en West juist door de defensie-industrie werd aangejaagd.
‘Te beginnen uit Nederland’
In het verlengde daarvan zie ik dat de antikernwapenbeweging weer momentum krijgt. Omdat Poetin met kernwapens dreigt en de Navo volgens sommigen medeschuldig is aan de oorlog in Oekraïne, is de voorgestelde oplossing alle kernwapens de wereld uit te helpen. In navolging van de vredesbeweging van de jaren tachtig uit de vorige eeuw zal ongetwijfeld ‘te beginnen uit Nederland’ daaraan worden toegevoegd.
Ook zal er verzet komen tegen het IJzeren Gordijn dat opnieuw wordt opgericht en dat langs de grens van Finland, via de Oost-Europese Navo-landen naar Turkije loopt. Het oude argument dat we geen muren moeten bouwen maar met elkaar in gesprek moeten blijven zal dan wel weer klinken.
Niemand is gelukkig met defensiebudgetten die de pan uit rijzen, met kernwapens en een nieuw IJzeren Gordijn. Maar omdat er nu overduidelijk een agressor is die zonder aanleiding een soeverein land binnenvalt, zullen critici bij voorbaat als naïef worden afgeserveerd.
Opmerkelijk is dat oud-president Clinton onlangs onthulde dat president Poetin hem al in 2011 vertelde dat hij het Boedapest-memorandum van 1994 verwierp. Dat memorandum regelde dat Oekraïne zijn kernwapens opgaf in ruil voor veiligheidsgaranties. Dit laat zien hoelang we onszelf in slaap hebben gesust. Was dat niet gebeurd en hadden we wat beter naar de signalen geluisterd, dan was nu een uiterst kostbare inhaalslag voor defensie onnodig geweest en hadden we ons geld aan nuttigere zaken kunnen besteden.
Rob de Wijk, Trouw, 11 mei 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.