Om minder afhankelijk te zijn van landen als China en Rusland, presenteerde de Europese Commissie de Critical Raw Materials Act (CRMA). Deze moet eigen productie en recycling stimuleren. “Hoog tijd”, aldus strateeg Michel Rademaker. “Autonomie wordt enorm belangrijk”. “Goed plan”, vindt ook Industrieel ecoloog Benjamin Sprecher, al mist hij in de nieuwe wet het belangrijkste: minder materiaalgebruik.
De vertienvoudigde gasprijzen na de aanval op Oekraïne schudden Europa wakker. We zijn economisch kwetsbaar door grote afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen. Dit voorjaar voegde de EU weer zes grondstoffen (koper, nikkel, arsenicum, helium, mangaan en veldspaat) toe aan een lijst van inmiddels 34 ‘kritieke en strategische materialen’. Deze stoffen zijn schaars of komen bijna uitsluitend uit omstreden landen als China, Rusland of Congo. Het gaat om metalen maar ook om zeldzame aarden, fosfaat en grafiet.
Waarschuwingen voor de hoge kwetsbaarheid in grondstofaanvoer waren er al eerder. Een overduidelijk signaal voor Michel Rademaker, medeoprichter van kenniscentrum The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) was er eind 2010. “Japan arresteerde een aantal Chinese vissers omdat ze in territoriale wateren visten. China legde de export van zeldzame aarden vier maanden stil. Dat zorgde meteen voor grote problemen, want ze zijn onmisbaar voor de auto-industrie, de nucleaire industrie en de productie van supermagneten.”
Al sinds de oprichting van het HCSS in 2007 is strategische autonomie een hoofdthema voor Rademaker. Hoe soeverein kan een land zijn besluiten nemen? Hoe kwetsbaar is de economie voor machtsuitoefening door andere landen? “Europa blijkt zonder Russisch gas te kunnen, maar dat gaat ten koste van grote inflatie. Honderden miljarden gingen down the drain. Stel dat we geen grondstoffen uit China willen of krijgen. Dan is de schade nog vele malen groter.”
“Het mantra van macro-economen was ‘de vrije markt lost het wel op’. Maar daar zit een aannamefout in: China is geen markteconomie.”
Want juist China heeft de afgelopen decennia een grote machtspositie opgebouwd in de productieketens van kritieke grondstoffen. Het land heeft niet alleen veel mijnen in eigen land en Afrika, maar domineert ook in processing: de opwerking van ruwe tot zuivere grondstof of halffabricaten. “Het mantra van macro-economen was ‘de vrije markt lost het wel op’. Maar daar zit een aannamefout in: China is geen markteconomie.”
Het maakt Europa economisch kwetsbaar zeker omdat de komende jaren veel grondstoffen nodig zijn voor de energietransitie. Zonnecellen, windmolens en batterijen zitten vol met kritieke elementen. Rademaker voorspelt dat juist door die toenemende vraag geopolitiek de komende 15-20 jaar een dominante rol gaat spelen in de wereldeconomie. “We gaan van drilling naar digging. Ook zonder conflicten is het de vraag of je als land exporteert als er schaarste heerst. Is het China first?”
De boodschap: dit is belangrijk
Ondertussen realiseert Europa zich dat autonomie belangrijk is. In sneltreinvaart is de Critical Raw Materials Act gepresenteerd, een Europese wet met als doel meer controle over grondstoffen. Dat moet komen van meer zelf grondstoffen mijnen, processen en recyclen. “Hoog tijd”, vindt Rademaker. In de VS ging in augustus 2022 de Inflation Reduction Act van start om de autonomie te vergroten. “En die is veel concreter. Bij de CRMA is nog veel onduidelijk over steun aan de industrie.”
Benjamin Sprecher, industrieel ecoloog aan de TU Delft, is ook enthousiast over de nieuwe Europese wet. “Een heel goed idee, ook al lijken de doelstellingen wel erg ambitieus. Europa geeft hiermee een heldere boodschap af: dit is belangrijk.” Sprecher heeft echter een grote ‘maar’. “Ik heb de Act er nog eens op nagelezen, maar ik kom echt maar één zinnetje tegen over het verminderen van de vraag naar grondstoffen. Dat is een zin over beter productontwerp. Maar minder materiaalgebruik is in mijn ogen echt de crux. Zeker in een groeiende economie wordt het tekort aan grondstoffen alleen maar groter. Een mobieltje gaat nu amper drie jaar mee omdat de software niet wordt onderhouden. Dat is pure materiaalverspilling, en daar valt echt heel veel te winnen. Maar helaas heeft ‘minder’ geen lobbyclub in Brussel zoals de mijnindustrie.”
NIMBY
Meer mijnbouw krijgt inderdaad volop aandacht in de CMRA. Rademaker: “Het is de bedoeling dat een nieuw mijnbouwproject binnen twee jaar een vergunning kan krijgen. Dat is echt heel snel.” Vooral Scandinavië lijkt een kansrijke regio voor Europese mijnbouw. Er zijn aanzienlijke voorraden aan zeldzame aarden, metalen en ook fosfaat.
In de afgelopen decennia struikelden echter vrijwel alle nieuwe mijnplannen door protest van omwonenden en milieugroeperingen. Wordt dat nu anders? Rademaker: “De CRMA is een wet. Het biedt ook kans voor moderne, nette mijnbouw en processing industrie. Worden grondstoffen zo duurder? Ja, waarschijnlijk wel. Maar grondstoffen vormen vaak maar een klein deel van de kosten van een product. En je betaalt niet alleen voor een duurzamere productie. Het gaat erom dat je als maatschappij niet gemanipuleerd kunt worden.” “In de vrije markt ben je sterk afhankelijk van landen als Rusland of China”, weet ook Sprecher. “Ik zie meer autonomie als een slimme verzekering tegen onheil.”
Maar waar Rademaker vooral kansen ziet voor de industrie, is Sprecher niet enthousiast over ‘het herindustrialiseren van Europa’. “We zijn een servicegerichte economie geworden. Het is lastig om hier zware industrie te realiseren, burgers zitten daar niet op te wachten.” Hij pleit voor meer autonomie door de vraag slim te reduceren, alternatieven te zoeken en te recyclen. “Mensen neigen sterk te focussen op het begin van de keten, maar kijk juist naar het eindproduct. Wat kan daar anders? Dat vergt echter veel kennis en coördinatie, en die mis ik helaas in het beleid.” Rademaker onderschrijft dat not in my backyard diep in mensen zit. “Maar zonder meer eigen industrie rennen we de komende decennia van crisis naar crisis. Dat is mijn schrikbeeld.”
Not In My Backyard zit diep in mensen. “Maar zonder meer eigen industrie rennen we de komende decennia van crisis naar crisis.”
Kunnen we dat met de CRMA voorkomen? Rademaker: “Met toekomstvoorspellingen is het vaak zo dat we kortetermijnontwikkelingen overschatten, maar langetermijnontwikkelingen onderschatten. We zien nu enorme beren op de weg. Er zijn grote problemen op te lossen. Maar op lange termijn kan het meevallen. Positief is dat er plots nieuwe locaties opduiken voor mijnbouw in Europa. Met moderne technologie kan blijkbaar meer. En de andere hoop voor de lange termijn is recycling, urban mining, die kan in een grote behoefte voorzien. Maar de komende jaren zullen we nog steeds veel virgin materialen nodig hebben en daarvoor is deze act hard nodig.”
Wees voorbereid
Deels kunnen strategische grondstoffen ook komen van niet-omstreden leveranciers zoals Australië of Canada. Rademaker adviseert landen en industriesectoren zoveel mogelijk gezamenlijk op te trekken in het sluiten van overeenkomsten. Want volume telt. Maar ook om niet tegen elkaar te worden uitgespeeld in een markt met veel vraag en weinig aanbod. “De EU als geheel is natuurlijk een aantrekkelijke, betrouwbare markt met 450-500 miljoen vaak welvarende inwoners.”
Wat kan de chemische industrie zelf ondernemen tegen grondstoftekorten en geopolitiek? Voorbereid zijn, blijkt advies nummer één. Dat betekent meer nadenken over de waardeketen en analyseren. Welke kritieke grondstoffen gebruik je? En zijn er alternatieven? “Contingentiestrategie”, aldus Rademaker. “Wacht niet af, maar zet een stap naar voren. Kijk echt voor en achter in je in waardenketens, zoek samenwerking en denk na over alternatieven.” Sprecher benadrukt nogmaals het belang van het zuiniger omgaan met grondstoffen door redesign. Wat Rademaker nog aanvult met nieuwe businessmodellen die dit ondersteunen. “Zet je als fabrikant een product neer in een leaseconstructie dan wordt een lange levensduur belangrijker, net als gemak in reparatie of een upgrade. Dat is een totaal ander concept dan nu.”
Gallium en germanium uit Budel in plaats van China, het kan
Tachtig procent van het gallium en germanium dat de VS gebruikt, komt straks wellicht van eigen Amerikaanse bodem. Gemijnd en gezuiverd door metalenproducent Nyrstar, in Nederland bekend van de zinksmelterij in Budel.
“Shovel ready” zijn de plannen van Nyrstar om in het Amerikaanse Clarksville, Tennessee, naast zink ook halfgeleidermetalen te gaan produceren. “Zinkerts zijn op bepaalde locaties rijk in germanium en soms ook in gallium”, vertelt Jasper van Zon, Global Head of Corporate Affairs van Nyrstar. “Ze worden nooit speciaal gemijnd, het zijn altijd bijproducten van de veel grotere zink- of loodproductie.”
In de VS kregen germanium en gallium allebei het label ‘kritiek’ omdat de elementen volgens de regering onmisbaar zijn voor elektronica, energietransitie en de nationale veiligheid. Dat geldt overigens ook voor zink dat Nyrstar er produceert. De VS wil alle kritieke grondstoffen grotendeels zelf produceren.
Komt de financiering inderdaad rond, dan kan Nyrstar direct aan de slag met de bouw van aanvullende installaties in Clarksville. Binnen 2 tot 2,5 jaar kan Nyrstar dan 80 procent van de behoefte in de VS aan Ga/Ge leveren. De stoffen worden gewonnen uit opgeslagen zinkertsresten en nieuwe, ter plekke gewonnen zinkerts.
Energieprijzen
Europa importeert op dit moment 80 procent van het benodigde Ga/Ge uit China, blijkt uit de EU-lijst van Critical Raw Materials. Begin juli kondigde China een exportvergunning aan voor deze halfgeleidermetalen. Dat lijkt een politieke beslissing als reactie op de eerdere Europese aankondiging dat er geen geavanceerde chipmachines aan het land meer mogen worden geleverd. Of het bij Chinese ‘spierballentaal’ blijft of dat de export van Ga/Ge naar Europa wordt beperkt, is nog onduidelijk.
Van Zon: “Wij merken dat ook in Europa de urgentie voor meer autonomie inmiddels wordt gevoeld. Er zit echt push achter de nieuwe Critical Raw Materials Act.” En Nyrstar ziet daarom ook in Europa mogelijkheden voor Ga/Ge-productie. “We kennen de technologie. Er zijn nog geen concrete plannen, maar we gaan graag het gesprek aan hierover in Europa.”
Dat Budel de productielocatie zou zijn, is geen vanzelfsprekendheid. De fabriek verwerkt geschikte erts en gebruikt de “meest moderne en efficiënte technologie”, aldus Van Zon. Zo is het proces bijna volledig geëlektrificeerd. De gebruikte groene stroom wordt deels op eigen terrein opgewekt met een groot zonnepark. Het energie-intensieve elektrolyseproces vraagt in vol bedrijf ongeveer evenveel stroom als de stad Eindhoven. Tijdens de piek in stroomprijs in 2022 lag de productie in Budel een tweetal maanden stil. De keuze voor een eventuele locatie voor gallium- en germaniumproductie hangt daarom nauw samen met energiekosten en lokale investeringsvoorwaarden. Die variëren waarbij Nederland er volgens Van Zon “niet als beste uitspringt”. Van Zon: “Wij kunnen overigens snel op- en afschalen in productie. We overwegen momenteel of we een investering in extra capaciteit in de toekomst nog meer kunnen meebewegen met pieken en dalen in duurzame stroom. Om zo de kosten te verlagen en bij te dragen aan netstabilisatie.”
Bron: Marga van Zundert, Chemie Magazine VNCI, 21 augustus 2023