De Europese Unie moet zich minder als waardegemeenschap en meer als machtsunie opstellen, vindt Rob de Wijk. Dat betekent dat ze haar geld niet moet inzetten om haar burgers op de korte termijn tevreden te stellen, maar om op de lange termijn strategische doelen te bereiken. ‘Daarnaast moet Nederland de ontwikkelingssamenwerking met Afrikaanse landen waar Rusland en China nu de dienst uitmaken, stopzetten.’
Door Christiaan Hoekstra; de auteur is geschiedenisdocent aan het Maris College in Den Haag.
Defensiespecialist Rob de Wijk bracht in februari zijn nieuwste boek Het nieuwe IJzeren Gordijn uit. Daarin beschrijft hij de veranderende wereldorde, waarin Europa speelbal van andere machten dreigt te worden en het IJzeren Gordijn is opgeschoven. ‘We gaan weer terug naar af, naar een situatie met een harde grens tussen Oost en West. Ik kom vaak in Oost-Europa en zie dat daar een nieuw IJzeren Gordijn wordt gebouwd. Tijdens de Koude Oorlog was het er in materieel opzicht: tanks, hekken en mijnenvelden. Dat zie je nu terug, met name in de Baltische staten. Uiteindelijk loopt het nieuwe IJzeren Gordijn langs de hele oostgrens van het NAVO-gebied, van het noorden van de Noordkaap, die compleet gemilitariseerd wordt, tot aan het uiterste gebiedje van Turkije.’
U beschrijft dat de wereld afstormt op een periode van wanorde. Waarom denkt u dat?
‘De huidige wereldorde is aan het verkruimelen. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog en bij het einde van de Koude Oorlog gebeurde dat ook. Nu is zo’n proces opnieuw gaande, alleen in een versneld tempo. De Chinees-Russische alliantie presenteert zichzelf als alternatief voor de bepalende, oude, Europese koloniale machten en vooral de Verenigde Staten. Op papier hebben zij dat nadrukkelijk vermeld: de westerse waarden moeten worden weggedrukt. Door de Oekraïne-oorlog komt dat proces in een stroomversnelling. De oorlog dwingt landen een keuze te maken. Sommige landen binden zich aan China, andere klampen zich vast aan het Westen. Ook ontstaat er een groep van ongebonden landen. Zo’n verschuiving brengt geopolitieke fricties en veiligheidsrisico’s met zich mee. Dat leidt tot wanorde.’
Het land dat de nieuwe industriële revolutie bepaalt, zet de wereldorde naar zijn hand, beschrijft u. China maakt daar de grootste kans op. Waarom is dat zo?
‘In het verleden zijn daar duidelijke voorbeelden van. Door voorop te lopen bepaal je de industriële wereldstandaard en daar ontleen je grote voordelen aan. De eerste industriële revolutie, met stoomschepen en stoomtreinen, begon in Engeland. In de negentiende eeuw zette het de wereldorde naar zijn hand. Daarna namen de Amerikanen het over; begin twintigste eeuw met hun massaproductie en vervolgens aan het eind van de twintigste eeuw met de IT-revolutie. Daarom zitten we nu achter een Apple-computer en op internet te googelen. Daarop konden de Amerikanen dicteren. Bij de nieuwe revolutie gaat het om kunstmatige intelligentie, robotisering, machinelearning, enzovoort. Als autocratisch land is China in staat om vele speciale bedrijven op te richten om die voorloperspositie te bemachtigen. Daarom heeft China de beste papieren.’
Nieuwe Zijderoute
Door sommige analisten wordt gezegd dat de wereldorde door het aantal bondgenoten wordt bepaald. China zou maar een lonely power zijn. Hoe staat u daarin?
‘China heeft een heel andere kijk op macht en bondgenoten. De Chinezen zien zichzelf als het centrum van de wereld. De kop is China en met de Nieuwe Zijderoute rollen zij hun tentakels over de aardbol uit. Zij creëren daardoor een netwerk van economische afhankelijkheid, waardoor zij ook politieke steun krijgen. Daarmee kunnen zij de liberale wereldorde omvergooien. Bovendien kent China 1,4 miljard Chinezen. Als zo’n land begint te groeien, verandert de wereld. Kwantiteit is een kwaliteit op zich. Daarom zijn bondgenoten niet eens nodig.’
Volgens u begon Poetins vervreemding van het Westen vanaf 2008 duidelijk zichtbaar te worden. Zijn er ook dieperliggende oorzaken te noemen die daaraan ten grondslag liggen?
‘Aan de val van de Sovjet-Unie in 1991 en de nasleep daarvan heeft Rusland een sterk gevoel van vernedering overgehouden. Maar de Russische drijfveren gaan veel verder terug. Rusland kent een andere politieke en strategische cultuur. Het heeft een territoriale kijk op veiligheid. Als imperiale mogendheid vindt Rusland het noodzakelijk om zijn rijk uit te breiden ten behoeve van bufferzones, om zo de eigen veiligheid te kunnen garanderen. Daarbij ziet Poetin zichzelf ook in de traditie van de Russische Groten staan, van Ivan de Verschrikkelijke (1530-1584), Catharina de Grote (1729-1796) tot en met Stalin (1878-1953). Zij hadden allen grote rijken. Dat wil Poetin herstellen.’
Zag u de Russische invasie in Oekraïne aankomen?
‘Een aantal analisten meende dat Poetin dat niet zou aandurven. Daartoe achtte ik hem wel in staat, maar ik had een militair-technische analyse waardoor een invasie onwaarschijnlijk leek. Simpelweg stonden er te weinig Russische troepen aan de Oekraïense grens voor zo’n militaire operatie. Met 150.000 soldaten kun je een land, groter dan Frankrijk, niet zomaar innemen. Poetin heeft dat zelf onderschat. Hij dacht dat je met een militaire colonne, zonder enige weerstand, zo kon doorlopen. Dat was een misrekening. Poetin zag niet in hoezeer Oekraïne een sterk land was geworden.’
India
U noemt India als de grote winnaar van de Oekraïne-oorlog. Waarom?
‘Voor de Oekraïne-oorlog zou ik India nooit als belangrijke geopolitieke speler hebben genoemd. Nu is India dat in één keer wel geworden. Het land profiteert van de Chinees-Amerikaanse rivaliteit en wil neutraal blijven in de Oekraïneoorlog. Daardoor kan het zich opwerpen als de leider van de niet-gebonden landen en snoept het van alle walletjes. India is onderdeel van de door China gedomineerde BRICS, de groep van snelgroeiende economieën met onder andere Brazilië en Zuid-Afrika, maar ook lid van de zogenoemde Quad, een veiligheidsoverleg van India, Australië, Japan en de VS. Het land is daarmee een bepalende factor in de wereld geworden. Zowel Amerika als China probeert India tot hun kamp te verleiden.’
Er bestaat een grote kans dat Europa de speelbal van grootmachten gaat worden. Waarom denkt u dat?
‘Uit de cijfers blijkt dat het concurrentievermogen van de EU hard achteruitgaat. Zes jaar geleden was het bruto binnenlands product nog gelijk aan de VS, gecorrigeerd na brexit. Nu ligt die dertig procent achter. Als de economische macht verder verzwakt en Europa ook geen militaire macht heeft, wordt Europa de speelbal van andere grootmachten.’
Wat zijn daarvan de oorzaken?
‘Europa heeft zijn verzorgingsstaten kunnen ontwikkelen dankzij de bescherming van Amerika en is na de Koude Oorlog in een diepe winterslaap terechtgekomen. Daardoor is het verleerd om machtsinstrumenten in te zetten om de eigen belangen te kunnen verdedigen. Als de EU dit tij wil keren, dan zal ze haar streven om een waarde-unie te zijn moeten inperken om meer als machtsunie te kunnen optreden. Maar wij maken ons nog te zeer druk over 130 kilometer per uur op de snelweg, terwijl Europa inmiddels omringd wordt door machtsberekenende politici als Poetin. Ook wordt er te veel op de korte termijn gedacht, met als vrees om in welvaart in te leveren. Zo heeft Europa een biljoen euro gestoken om het Russische gas te vervangen, en is de coronaonvrede onder de bevolking afgekocht. Europa had deze financiële middelen ook voor strategische doeleinden kunnen inzetten, maar kiest daar niet voor. Verder is de industriële ambitie te beperkt. Door een veelheid aan regels ontbeert het Europa aan vitale ondernemingszin. Europa is een vermoeid en futloos continent geworden.’
Minihavik
U beschrijft dat Nederland zich wel ontpopt als een ‘minihavik’ in de Oekraïne-oorlog. Waarom is dat?
‘Het buitenlands beleid in Nederland kenmerkt zich door een gespletenheid tussen enerzijds de koopman en anderzijds de dominee. In belangrijke mate is nu de dominee aan zet. Met een normatieve lens, in termen van goed of fout, recht en onrecht, wordt de wereld bekeken. Zo is Nederland steeds de eerste geweest om deel te nemen aan vredesoperaties. Daarom wordt Oekraïne nu ook gesteund. Tegelijkertijd bezuinigde Nederland meer en meer op zijn krijgsmacht. Dan krijg je een paradoxaal beleid tussen wat Nederland militair aan het doen is en wat wij zouden moeten doen. Er wordt nu bijvoorbeeld geroepen dat Oekraïne de oorlog moet winnen, maar zonder de militaire haalbaarheid daarvan in kaart te brengen. Het is eenzelfde patroon als bij Srebrenica in 1995, alleen dan in het groot. Je dendert een oorlog in, zonder de doelstellingen helder te hebben. Gaan we dan de strijdkrachten mobiliseren? Het zou zomaar de uitkomst van dit proces kunnen zijn. Ik neem dat politici, topambtenaren en opinieleiders zeer kwalijk.’
Waarom moet ook Afrika met machtsrealisme bekeken worden?
‘Als je naar de kaart van Afrika kijkt, zie je dat het Westen door de regeringen ter plaatse uit de Afrikaanse landen wordt getrapt, onder andere na staatsgrepen. Nu moeten de Amerikanen bijvoorbeeld Niger verlaten. In dat vacuüm springen de Russen en Chinezen. Het hele Sub-Sahara is onder hun invloed gekomen. Afgezien van wat kustgebieden is het Westen in het binnenland niet meer welkom. Dat gaat met een moordend tempo, terwijl wij hier nog over ontwikkelingshulp zitten te praten. Kijk maar wat er in Mali is gebeurd, in Tsjaad heeft hetzelfde gespeeld, overal. Je ziet dat in heel Sub-Sahara-Afrika, behalve in de kustgebieden. De regeringen zijn er antiwesters, wat verder wordt aangezwengeld door Rusland en China. Met name Rusland is bezig allerlei kongsi’s te sluiten met lokale machthebbers. Die gaan om politieke redenen met Rusland in zee. Het Westen is te laat om daar nog op te reageren.’
Vindt u dat de ontwikkelingssamenwerking met Afrika moet worden afgeschaft?
‘Ik denk niet dat in alle opzichten ontwikkelingssamenwerking moet stoppen. Datzelfde geldt ook zeker niet voor noodhulp. Maar veel Afrikaanse landen worden nog net niet overgenomen door China of Rusland. Die relaties worden steeds inniger. Laat dat dan maar aan China en Rusland over; dan hoeven wij niet nog eens een keer ontwikkelingssamenwerking te gaan verrichten. Het probleem is alleen dat het de Chinese en Russische overheden niet interesseert wat voor mensen daar wonen. Voor geopolitieke redenen worden die regimes dichter bij Rusland getrokken, en om economische redenen dichter bij China. Je kunt niet in algemene zin zeggen dat je ontwikkelingssamenwerking moet afschaffen, maar je moet wel heel nauwkeurig kijken aan welke landen je geld uitgeeft. Die landen moeten niet al compleet onder invloed van Rusland en China staan. Mijn advies is dat het Westen minder met die regimes te maken moet hebben. Als er een regime change is, dan zou ik overwegen om ernaartoe te gaan met ontwikkelingssamenwerking. Het probleem zit hem in het feit dat wij altijd getracht hebben om door middel van ontwikkelingshulp maar ook met grote eisen over good governance die landen naar ons toe te trekken. Ze zijn in belangrijke mate die westerse eisen beu en vinden het prettig dat de Chinezen en Russen geen eisen stellen. Ik heb tien jaar geleden al geroepen dat het Westen veel meer een zakelijke relatie moet hebben met die landen. Dat je niet continu eisen moet stellen over good governance, omdat die landen zich de les niet meer laten lezen. Dat blijkt ook wel: we zijn ze nu kwijt. Ik zeg niet dat je helemaal geen eisen moet stellen, maar het belerende moet er echt af.’
Ontwikkelingssamenwerking
Wat vindt u ervan dat het nieuwe kabinet spreekt over ontwikkelingshulp in plaats van over ontwikkelingssamenwerking, en überhaupt van de buitenlandopstelling van het nieuwe kabinet-Schoof?
‘Wat het kabinet wil wijkt niet af van wat andere kabinetten hebben gewild. Daar zit een enorme consistentie in aan prioriteiten. Er is geen totale verandering in het Nederlandse buitenlands beleid, maar wel een paar wijzigingen. Wat ik op zich goed vind is dat Nederland niet langer aan de kop zit wat betreft regelgeving. Daarin ging Nederland te ver. Zo ondermijnden we onze positie ten opzichte van andere landen. Ontwikkelingshulp heeft te maken met het feit dat ontwikkelingssamenwerking wordt geschrapt. Over een aantal jaren moet het budget voor ontwikkelingssamenwerking behoorlijk zijn afgekalfd. Maar dat past ook wel in een algemene trend van verzakelijking. Zoals eerder gezegd, waarom zouden we ons geld nog geven aan landen die door China en Rusland worden gedomineerd? Voor het overige zie ik niet dat Nederland nou echt verandert. Het blijft gewoon op koers. De grootste verandering is dat, zoals gezegd, het mes wordt gezet in de begroting voor ontwikkelingssamenwerking.’
U beschrijft in uw boek de wedloop om de Noordpool. Wat is de belangrijkste achtergrond daarvan?
‘In snel tempo smelt het ijs op de Noordpool. Daar zitten veel grondstoffen en de zeeroutes worden bevaarbaar. Om te laten zien dat het Russisch grondgebied zou zijn, hebben de Russen in 2007 een vlag onder het poolijs geplant. Rusland heeft een groot militair apparaat gestationeerd om zijn zeeroutes te beschermen. Maar ook andere landen claimen het gebied, waardoor een race om die gebieden ontstaat.’
U geeft aan dat er een kans is dat Rusland aan een imperial overstretch lijdt. Waarom?
‘Dat komt door de territoriale kijk van de Russen op veiligheid. Bij de Noordpool zijn ze bezig, ze oefenen invloed uit in de grensgebieden, zoals Kazachstan, Turkmenistan enzovoort, en ze zitten in de Oekraïne-oorlog. Als ze tegelijkertijd ook in Afrika opereren, moeten ze overal geld uittrekken om militaire bases op te bouwen. Met een economie ter grootte van die van de Benelux of bijvoorbeeld Italië, en met een krimpende bevolking, kan Rusland dat niet aan. Dan krijg je de historische wetmatigheid van een “overstretch”. Poetin is zich daar wel bewust van. In een recente lezing wijst hij op dat gevaar. Daardoor was de Sovjet-Unie immers ook ten onder gegaan. De Sovjet-Unie raakte verzeild in de Afghaanse Oorlog (1979-1989) en in een peperdure wapenwedloop met de VS. Doordat ze daarvoor geen economisch fundament had, stortte het hele Sovjetbouwwerk ineen.’
Dit interview met Rob de Wijk door Christiaan Hoekstra werd op 27 september 2024 gepubliceerd in CDV: Christen Democratische Verkenningen, Nummer 3, herfst 2024.