‘Landbouw’, antwoordde VNO-NCW voorzitter Ingrid Thijssen in het Tv-programma WNL op Zondag op de vraag waar we ons op moeten richten om ons land aan te passen aan onzekere tijden. Ze had gelijk.
Tegelijkertijd is de landbouwdiscussie totaal gepolariseerd en geïdeologiseerd. Het gaat om aantallen kippen en koeien en waarom we ‘als klein land’ nog steeds een grote landbouwexporteur zijn. Op de opmerking over aantallen dieren stel ik altijd de wedervraag wat de norm voor ‘te veel’ is? Dan blijft het stil.
Op de vraag waarom Nederland nog steeds een grote landbouwexporteur is, is het antwoord simpel: omdat Nederland een vruchtbare delta is waar het goed boeren is.
Kijk naar Spanje. Dat is oneindig veel groter, maar door klimaatverandering is daar de verwoestijning in volle gang. We weten dat door die klimaatverandering het zwaartepunt van de agrarische productie zich naar het noorden verplaatst. Het European Environment Agency (EEA) heeft in studies laten zien dat dit feitelijk al veertig jaar lang aan de gang is. De extreme weersomstandigheden zorgen ervoor dat de opbrengsten van gewassen onder het slechtst denkbare scenario (dat overigens meestal uitkomt) in Zuid-Europa in 2050 met 50 procent is afgenomen. De economische waarde van landbouwgrond kan daar in 2100 zelfs met 80 procent zijn afgenomen. Dit leidt tot de conclusie dat de agrarische productie in het noorden, inclusief Nederland, steeds belangrijker wordt. Kortom, alleen al door de gevolgen van klimaatverandering is het verstandig om in het noorden van Europa de sector niet te verkleinen.
Maar er is meer. De landbouwopbrengsten worden niet alleen geraakt door klimaatverandering, maar ook door de vergroening- en biodiversiteitstrategieën die juist bedoeld zijn om klimaatverandering tegen te gaan. Landbouwopbrengsten binnen de hele EU kunnen daardoor met 15 procent verminderen.
Verkleining van het landbouwareaal ondermijnt bovendien een cruciale EU-doelstelling van het streven naar strategische autonomie om ons onafhankelijker te maken van landen, zoals Rusland, die ons met exportrestricties willen treffen.
Uiteraard moet de sector zijn steentje bijdragen, want binnen de EU is die goed voor 10 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. In Nederland ligt dat percentage overigens aanzienlijk hoger.
De politiek zit nu voor een vrijwel onoplosbaar dilemma. Aan de ene kant wil je een beter milieu; aan de andere kant is voedselzekerheid cruciaal.
Een nieuw kabinet moet daarom een nieuwe balans vinden en aan Brussel uitleggen dat het in Europa’s eigen belang is soepel met Nederland als vruchtbare delta om te gaan.
Rob de Wijk, Nieuwe Oogst, 2 mei 2024