Research
Hoe kan de strategische autonomie op cybersecurity bewaakt worden? En welke beleidsmaatregelen kunnen – en moeten – in dit kader genomen worden?
Nederland is een van de meest gedigitaliseerde landen wereldwijd. Daarmee is onze samenleving ook steeds meer afhankelijk geworden van een goed functionerende digitale infrastructuur. Cybersecurity is cruciaal om dit te bewerkstelligen.
De toenemende geopolitieke instabiliteit in de wereld heeft ertoe geleid dat Europa zich ook bewust is geworden van haar afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen, producten en diensten. Vooral op het terrein van digitale technologieën is of dreigt de EU achterop te raken. Dit heeft ertoe geleid dat vele Europese initiatieven zijn ontplooid om strategische autonomie te verkrijgen of te versterken. In Nederland speelt deze discussie echter nog beperkt en heeft nog niet geleid tot een breed debat over de nationale doelstellingen en ambities op dit terrein.
De ambitie van staten om de strategische autonomie op cybersecurity te versterken is voor een groot deel ingegeven door het belang om de nationale veiligheid te waarborgen. Strategische autonomie wordt door staten en de EU ook nadrukkelijk verbonden aan de borging van publieke waarden en grondrechten. De overheid moet immers het (economisch) welzijn van de samenleving bevorderen en tegelijkertijd haar veiligheid beschermen. Doel bij het formuleren van overheidsbeleid (zeker in de Nederlandse context) is om de strategische autonomie op cybersecurity dusdanig vorm te geven dat deze effectief en efficiënt is.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft daarom aan TNO en HCSS gevraagd om ondersteuning te bieden bij het inzicht krijgen in hoe de strategische autonomie op cybersecurity bewaakt kan worden en welke beleidsmaatregelen in dit kader genomen kunnen worden.
Het instrumentarium moet bruikbaar zijn in een interdepartementale context voor verschillende belanghebbenden die een rol hebben bij het bepalen van strategische autonomie op cybersecurity, zoals beleidsverantwoordelijken, dossierhouders, onderzoekers en vertegenwoordigers van bedrijven.
De doelstelling is te komen tot instrumentarium dat concrete ondersteuning biedt bij het bepalen van de noodzaak van strategische autonomie op cybersecurity en van het handelingsperspectief en de instrumenten die hieraan bijdragen.
Hoewel de overheid beschikt over een breed palet aan instrumenten om de strategische autonomie op cybersecurity te versterken, zijn er ook uitdagingen en dilemma’s. In de kern gaat het om het vinden van een balans tussen het versterken van de concurrentiekracht en het borgen van de nationale veiligheid. Een te ver doorgevoerd streven naar digitaal protectionisme (de wens om de eigen markt af te schermen op grond van veiligheidsoverwegingen) kan bijvoorbeeld tegelijkertijd de internationale concurrentiepositie van de eigen digitale technologiesector verzwakken.
Dit project is een vervolg op het TNO/HCSS project ‘Strategische Digitale Autonomie’ dat in 2020 is uitgevoerd. Daarin werd een uiteenzetting gegeven van het begrip ‘strategische autonomie op cybersecurity’, en van wat belangrijke factoren zijn die daar een invloed op hebben.
Auteurs: Tom van Schie, Yori Kamphuis, Willem Verdaasdonk en Marcel van Berlo (TNO), Michel Rademaker en Louk Faesen (HCSS).