Research
De Nederlandse politie heeft van oudsher bij alle politieorganisaties altijd twee dezelfde taken gekend. De taak handhaving van de openbare orde en hulpverlening met als gezagsdrager de burgemeester. En de taak opsporing met als gezagsdrager de Officier van Justitie.
De vraag is echter welk gezag hebben deze gezagsdragers nog? Bepalen zij de omvang en inzet van de politie of wordt dat laatste door de politie zelf bepaald? Bepaalt de politie bij wijze van spreken zelf welk gezag van de gezagsdragers nog mogelijk is? Ondermijnt het centrale beheer, dat met de komst van de Nationale Politie is ontstaan, het lokale gezag?
Uit deze notitie blijkt dat bij middelgrote en/of kleinere gemeenten dit inderdaad het geval is. Nederland kent nog zo’n 351 gemeenten, waarvan er 32 relatief groot zijn, 319 gemeenten behoren echter tot de middelgrote of kleinere gemeenten. In deze gemeenten zijn de lokale gezagdragers niet goed in staat inhoud aan hun taken te kunnen geven en dreigt het gevaar van een groeiende kloof tussen burger en politie.
Auteurs: Prof. Pieter van Vollenhoven en Dr. Lodewijk Gunther Moor