Het kabinet zal geen actieve ‘ja-campagne’ in de aanloop naar het referendum over het associatieverdrag tussen EU en Oekraïne voeren. Ze zullen uitleggen waarom ze voor dat verdrag zijn, maar het campagnevoeren wordt aan politieke partijen, actiegroepen en individuen overgelaten.
Zelf ben ik voor dat verdrag, ook al heb ik weinig op met dat referendum. Dat is in mijn ogen een ruim 40 miljoen euro kostend rancune-referendum dat vooral, in de woorden van sommigen uit het referendumkamp, bedoeld is om een middelvinger naar Den Haag en Brussel op te steken en wraak te nemen op het mislukte EU-referendum van 2005.
Ik voel me er buitengewoon ongemakkelijk bij om gedwongen door de rancune van anderen naar de stembus te moeten. Ook voel ik mij ongemakkelijk om bij te dragen aan een op feiten gebaseerde ja-campagne, terwijl het gros van de nee-stemmers, in het bijzonder GeenPeil en het Burgercomité EU, niet wezenlijk geïnteresseerd zijn in die feiten.
Lidmaatschap
Tot nu toe heb ik de grootste nonsens over dat verdrag gehoord. Zoals de bewering dat dit verdrag Oekraïne op de drempel van EU-lidmaatschap brengt. Onzin. Voor lidmaatschap is een apart verdrag nodig, en als daarover een referendum zou worden gehouden stem ik nee. Of dat het verdrag dwingt tot militaire samenwerking met Oekraïne. Onzin. Dat land mag meedoen met missies van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid van de EU. Dat kan steun zijn aan een EU-vredesmissie in Mali. Geen gezamenlijke operatie tegen Rusland.
Dit soort argumenten gaat er in het debat nauwelijks toe doen. Precies daarom vraag ik mij af of ik mij de komende maanden in het debat moet storten.
Maar er is nog wat. Geef mij een goede reden waarom ik ‘campagne’ voor het verdrag moet voeren, terwijl de regering het laat afweten. Het is immers ‘hun’ verdrag. De regering zal moeten duidelijk maken dat dit verdrag in ons nationale belang is, en waarom ‘nee’ dat nationale belang schaadt. De reden? Dit is een handelsverdrag waar Nederlandse producenten van bijvoorbeeld agrarische producten en exporteurs wel bij varen. Dat zijn ondernemers die al getroffen zijn door de handelsboycot door Rusland. Ook staat Nederland al jaren in de top vijf van investeerders in Oekraïne. Een ‘nee’ schaadt Nederland economisch.
Isolement
Ik verwacht van mijn regering dat die voor die bedreigde ondernemers gaat staan en uitlegt waarom een ‘nee’ dom is. Ik verwacht dat ze uitleggen wat de geopolitieke consequenties zijn. Een ‘nee’ tegen het verdrag is een signaal naar Rusland: wij willen niets met Oekraïne te maken hebben en accepteren dat jullie er je gang kunnen gaan. En dan niet zeuren dat pro-EU-Oekraïners uiteindelijk naar Europa vluchten.
En ik verwacht dat de regering uitlegt hoe een ‘nee’ onze positie internationaal schaadt waardoor we minder in de melk te brokkelen hebben. We zijn al eens de G20 uitgegooid omdat we om dubieuze redenen uit Uruzgan vertrokken. Willen we als handelsnatie dat isolement echt?
Dit zijn zaken waar de regering primair over gaat. Maar met afzijdigheid zegt ook de regering dat dit soort argumenten helemaal niet zo belangrijk is.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.