Begin november reist president Trump af naar Azië. Centraal bij zijn werkbezoek staat zijn conflict met Noord-Korea dat inmiddels verworden is tot een strijd tussen twee te grote ego’s.
Dat het een strijd tussen ego’s is geworden blijkt uit de gevoelige snaar die Trump bij de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un heeft geraakt door hem badinerend ‘rocket man’ en vervolgens ‘little rocket man’ te noemen naar aanleiding van diens nucleaire programma en raketproeven. Het feit dat Kim zich genoodzaakt voelde om zich op televisie te verdedigen en daarna Trump de huid vol te schelden, maakt duidelijk dat voor het eerst in decennia een Noord-Koreaanse leider daadwerkelijk uit balans is gebracht.
Het personaliseren maakt het conflict extra gevaarlijk, omdat dan emoties gaan overheersen en beide leiders in een situatie van ‘entrapment’ kunnen komen: die waarin een leider zich manoeuvreert als hij continu oorlogszuchtige taal uitslaat, maar feitelijk verder niets doet. Omwille van de eigen geloofwaardigheid komt er dan een moment dat zo’n leider de daad bij het woord moet voegen en een oorlog moet beginnen, ook al weet hij dat de gevolgen onaanvaardbaar zijn.
Het interessante is dat als Kim zijn hoofd koel houdt, hij betere kaarten heeft dan Trump. Dat klinkt onlogisch, maar dit heeft alles te maken met de technische onmogelijkheid van de VS om in één klap een einde te maken aan Noord-Korea’s dreiging met kernwapens, onderzeeboten, raketten en artillerie. Als die niet in één keer kunnen worden weggevaagd, kan Kim Jong-un Amerikaanse troepen en steden in Zuid-Korea vernietigen. Dat de Noord-Koreaanse leider dit weet, blijkt uit het feit dat hij gewoon doorgaat met het testen van kernwapens en raketten.
Trump kan tijdens zijn reis dus oeverloos doorgaan met dreigen en pogingen om andere landen zoals China onder druk te zetten hem te helpen, maar gezien het strategische voordeel dat Kim Jong-un heeft, zal het allemaal niet helpen. Bovendien laat een supermacht als China zich niet onder druk zetten en kijkt het wel uit de status-quo zo te veranderen dat het regime implodeert. Dan komt China zelf met een onoverzichtelijk veiligheidsprobleem aan zijn grens te zitten.
De uitweg die Trump moet vinden, zit in het verleiden van Kim Jong-un tot goed gedrag. Er gaan al stemmen op om Noord-Korea als kernwapenstaat te erkennen. Een andere mogelijkheid is om in ruil voor nucleaire ontwapening Noord-Korea een veiligheidsgarantie te geven en het land te belonen met het opheffen van de sancties en economische steun.
De grote vraag is echter of Trump dat wil. Wie zijn boeken leest, komt tot de conclusie dat we te maken hebben met iemand die altijd wil winnen en zich niet laat vernederen. Hij wil respect en dat kan in zijn ogen alleen worden afgedwongen door kracht. Zo’n ego accepteert de oplossingen die ik hiervoor heb genoemd vermoedelijk niet.
Zo bezien is niet Kim Jong-un het grote risico, maar Trump. Mits hij geen al te gekke dingen doet, wint de Noord-Koreaanse leider en manoeuvreert Trump zich in een positie waarin actie onontkoombaar wordt. Jammer dat ook zijn bondgenoten geen invloed op dit ego hebben.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.