Aan het einde van de Koude Oorlog beschreef Francis Fukuyama in ’Het einde van de geschiedenis’ een politiek proces dat er toe zou leiden dat liberale democratieën overal ter wereld zouden zegevieren. Het is anders verlopen, want zelfs in Nederland staat de democratie door polarisatie nu onder druk.
Kennelijk is het voorspellen van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen onmogelijk. Ik moest eraan denken toen ik Martin Bosma’s ’De schijnelite van de valse munters’ las; een vlot geschreven doelredenering met hysterische trekjes over de naderende ondergang van Nederland. Zijn argument: de massa-immigratie is een doelbewuste, weloverwogen keuze van een linkse elite, die onder de bedwelmende invloed van de sixties consequent hun multicultinonsens aan de gewone man heeft opgedrongen. Met de massa-immigratie werd niet alleen een kloof in onze samenleving gecreëerd, maar werd ook een monster van Frankenstein gefokt die op het punt staat Nederland over te nemen.
Als eerste stap dreigt de invoering van de sharia en het verdwijnen van de ’gezelligheid’. Nederland wordt corrupt, wetten worden islamvriendelijk, homo’s worden weer gehaat, het gebruik van alcohol in het openbaar wordt verboden en het Nederlandse gevoel voor humor verdwijnt. Zijn redenering gaat voorbij aan het Nederlandse poldermodel waarin alle politieke stromingen, van links naar rechts, verantwoordelijkheid dragen voor het beleid tot nu toe. Kennelijk bestond tot voor kort de gehele Nederlandse politiek uit linkse elite. De redenering gaat ook voorbij aan het feit dat islamfobie een pan-Europees en nu zelfs een Amerikaans fenomeen is. De hele westerse wereld werd dus door een linkse elite gegijzeld.
Het boek stelt niet teleur door zijn inkijk in de angstige, monomane wereld van het complot-denken. Het boek stel wel teleur omdat Bosma geen oplossing biedt voor het moslimvraagstuk. En hij werkt zijn stelling niet uit dat ’het multiculturele project (…) oorzaak van een verdere uitholling van de democratie’ is en dat het ’onderwerp islamisering een verlammende werking (heeft) op het politieke bestel’. Bosma vindt dat ’Donner en de NRC’ fout zitten met hun gedachte dat voor een islamitische machtsovername een tweederde meerderheid nodig is. Hij stelt dat ’een kleine, goedgemotiveerde minderheid een heel eind kan komen’. Er dreigt dus een staatsgreep. Hoe orthodoxe moslims, die blijkens onderzoek overwegend oud, slecht opgeleid, politiek inactief en ongeorganiseerd zijn, dat moeten doen is mij een raadsel.
Ik ga met Bosma mee als hij een Demografische Draaischijf constateert waarmee goedopgeleide, rijke Nederlanders vertrekken en worden vervangen door armere allochtonen met slechte opleidingen. Maar zouden per jaar ruim 100.000 hoogopgeleiden vertrekken omdat zij niet met moslims in één land willen wonen? Vast niet, want in hun wijken wonen helemaal geen moslims. De vertrekkers die ik ken hadden genoeg van belastingdruk, regelzucht en files. Degenen die nu weg willen, storen zich ook aan de ongezelligheid door bewust aangewakkerde polarisatie tussen links en rechts, allochtonen en autochtonen, arm en rijk. Bosma’s bijdrage aan de polarisatie verschaft kansrijke Nederlanders een extra argument te vertrekken, terwijl ze volgens hem juist nodig zijn als tegenwicht tegen de islam.
Trouw
Photo credit: screenpunk via Foter.com / CC BY-NC