Wat moet ik van die gele hesjes denken, vroeg ik. “Och, het zijn maar een paar mensen, die hesjes doen het goed op tv. Verder niets.” Twee dagen na deze relativerende opmerking van een van president Macrons adviseurs sloeg de vlam in de pan. En niet alleen in Parijs. Ook in Brussel liep het uit de hand.
In mijn laatste boek over de nieuwe revolutionaire golf die Europa overspoelt vreesde ik al voor een scenario waarin sprake is van ongecontroleerde volkswoede, zonder een duidelijke leider en zonder een duidelijke boodschap.
De geschiedenis leert dat de situatie door een onvoorspelbaar incident explodeert. Neem de Franse opstanden van 1968. Het incident waardoor de vlam in de pan sloeg was onbeduidend: de rector van de Sorbonne die de politiek vroeg om een tot dan toe vreedzaam verlopen demonstratie te beëindigen. De studenten waren aanvankelijk verbijsterd over de gevolgen van hun protesten. De Union Nationale des Étudiants de France werd weliswaar hun spreekbuis, maar had geen hand in de eerste demonstratie. Pas na enige tijd kreeg men de demonstranten onder controle. Zoals bij alle voorgaande opstanden zagen politici de protesten niet aankomen en onderschatten ze de gebeurtenissen.
Afgelopen week ging het mis toen de brandstofprijzen werden verhoogd. Die prijsverhoging staat voor iets groters, namelijk de stagnatie van lonen waardoor eerst de lagere klassen en vervolgens de middenklasse werden getroffen.
Dit zorgelijke fenomeen zien we in de hele westerse wereld. In de Verenigde Staten stagneert de koopkracht sinds 1973. Een eerder dit jaar verschenen onderzoek van de RaboResearch concludeerde dat ook in ons land het besteedbaar inkomen van sommige groepen al veertig jaar vrijwel stilstaat. Uit de cijfers van het CBS blijkt bovendien dat de armoede in ons land geleidelijk toeneemt.
Explosieve mix
In Frankrijk is het niet veel anders. Wie daar van 5 euro per dag moet eten, en dat zijn er op het platteland nog al wat, staat het water aan de lippen. Dit, en de Franse traditie om ongenoegen op straat uit te vechten, is een explosieve mix.
Hoe regeringen hiermee omgaan laat de geschiedenis ons zien. De geest is moeilijk terug in de fles te krijgen. Simpele maatregelen voldoen niet. Het zal me daarom verbazen als het terugdraaien van de brandstoffenprijzen enig effect heeft. Verdere maatregelen, zoals het verlagen van de btw of belastingen waardoor mensen er een tientje per maand bijkrijgen hebben dat mogelijk ook niet. Daarvoor is de koopkracht te veel achtergebleven.
Bovendien voelen de opstandelingen zich niet gehoord. Politici luisteren wel degelijk, maar er is gewoon geen makkelijke oplossing voor hun misère. Wie lagere brandstofaccijnzen eist en krijgt, moet niet gek opkijken als vervolgens de zorgkosten omhooggaan. De marges voor een regering zijn dus klein, vooral als er geen eensluidende grief is. Bovendien gaat het in de politiek niet om individuele belangen, maar om het algemeen belang.
Dit is een volksopstand van het soort die de Franse regering uiteindelijk kan dwingen de noodtoestand uit te roepen en de opstand neer te slaan. De geschiedenis laat overigens zien dat de opstandelingen meestal aan het kortste eind trekken.
Lees wekelijks de column van Rob de Wijk in Trouw!