Boeiend om te zien hoe politici met open ogen in vallen lopen die zij zelf hebben geplaatst. Het rapport-Davids is slechts een van de vele klassieke voorbeelden. Neem de oorlog om Kosovo.
. De Servische president Milosovic zou volgens de Navo genocide op de Albanese Kosovaren plegen en dreigde vele malen met militaire actie als hij niet zou stoppen. Servië bond niet in en omwille van de eigen geloofwaardigheid begon de Navo in 1999 een oorlog. Die was illegaal, omdat er geen VN-mandaat was, maar in de ogen van politici vanwege het lijden van de Albanese Kosovaren wel legitiem. Naderhand bleek dat er helemaal geen genocide had plaats gevonden. De Navo boekte uiteindelijk een Pyrrusoverwinning en Milosevic eindigde, overigens zonder genocide-aanklacht, in de gevangenis van Scheveningen. Gerechtigheid had gezegevierd, dus verstomde het debat over de aanleiding en rechtmatigheid van de oorlog.
De parallellen met de kwestie-Irak zijn opmerkelijk. In dit debat wordt vaak over het hoofd gezien dat al in 1998 onder President Clinton de Iraq Liberation Act was aangenomen. Die legde de basis voor subversieve activiteiten in Irak om het democratiseringsproces een handje te helpen en voor de interventie in 2003 door zijn opvolger Bush. Tijdens de verkiezingsstrijd vroeg het Bush-kamp al om het verwijderen van Saddam Hoessein. Neoconservatieve haviken als minister van defensie Rumsfeld, zijn plaatsvervanger Wolfowitz en vice-president Cheney hadden het helemaal gehad met Saddam Hoessein, die zich niet wilde schikken en de Amerikaanse oliebelangen bedreigde.
Toen moest er nog slechts een aanleiding worden gevonden. De aanwezigheid van massavernietigingswapens en van Al-Kaida in Irak werd gefabriceerd, het internationale recht terzijde geschoven en een misplaatst geloof in het verlangen naar democratie in Irak ging een nieuwe rechtvaardiging vormen.
De commissie-Davids beschrijft nu in detail hoe toenmalig minister van buitenlandse zaken De Hoop Scheffer met een kleine groep ambtenaren het beleid bepaalde en mee ging met de Amerikaanse redenering. De traditionele pro-Amerikaanse positie van de Nederlandse elite in de buitenlandse politiek bleek belangrijker dan de waarheid over massavernietigingswapens en het internationale recht. En de premier vond het allemaal prima.
Het ging hier, denk ik, niet zo zeer om een gebrek aan regie, maar veel meer om het conformeren aan een standpunt dat logisch voor deze elite was.
Het is in de wetenschap al heel lang bekend dat politieke besluitvorming zo werkt. Besluitvormingsprocessen voltrekken zich zelden rationeel en zijn nauwelijks gebaseerd op een objectieve werkelijkheid. Want politici laten zich vaak leiden door een geloofssysteem van subjectieve waarden en overtuigingen, ideologie dus, en beelden over heden, verleden en toekomst die alle informatie filteren en een voorspelbare uitkomst opleveren.
Is dat erg? Nee, als de consequenties van de besluiten klein zijn. Als ik de berichten moet geloven speelt zich iets dergelijks nu af rond de kilometerheffing op het ministerie van verkeer en waterstaat. De minister schijnt daar doof te zijn voor onwelgevallige informatie: het systeem moet er komen. Als de critici gelijk krijgen, betalen we straks meer om in de file te mogen staan. Jammer, maar geen drama.
Bij besluiten over oorlog en vrede, leven en dood ligt dat anders. Bovendien wordt een verkeerd besluit een politieke halszaak als het resultaat van de actie dramatisch is. Hierop doelde Davids toen hij dinsdag zei dat de oorlog in Irak niets positiefs had opgeleverd en dat land de onveiligste plek op aarde werd. Met Kosovo kwamen politici weg; met Irak niet. Alleen maar omdat de oorlog in Irak is uitgedraaid op een faliekante mislukking.
Trouw