Het kabinet eist dat ontwikkelingshulp de Nederlandse belangen dient. Maar een forse – en begrijpelijke – bezuiniging staat daar juist weer haaks op, stelt HCSS strategisch analist Pieter-Jan Vandoren in EW.
Deskundigen vrezen dat de bezuinigingen indruisen tegen de veiligheidsdoelstelling die het kabinet heeft geformuleerd. ‘Investeren in ontwikkelingssamenwerking is in het belang van de Nederlandse veiligheid,’ zegt Pieter-Jan Vandoren (27), strategisch analist bij HCSS, een onderzoeksinstituut op het gebied van geopolitiek.
Vandoren schreef er onlangs met oud-commandant der strijdkrachten Tom Middendorp een uitgebreid artikel over. ‘De omsingeling van Europa door oorlogen is compleet,’ zegt Vandoren, die wijst op Oekraïne, Gaza, Libanon, de burgeroorlogen in Sudan, Libië en coups in Mali, Niger en Tsjaad.
In de Sahel en het Midden-Oosten zorgt klimaatverandering voor tal van problemen, waaronder een gebrek aan water. ‘Er is al enorme frictie en dat wordt steeds erger. Met meer ruzie en conflicten door de bevolkingstoename en de klimaatverandering. Er zijn meer mensen en minder middelen,’ zegt Vandoren. Dat betekent ook een grotere vluchtelingenstroom naar Europa en Nederland, terwijl die juist moet worden afgeremd.
Financiële steun aan ontwikkelingslanden kan daaraan bijdragen, maar er is ook weer geen directe relatie, zei voorzitter Bert Koenders eerder tegen EW. ‘Je kunt niet zeggen: “Nederland stuurt geld en er komen minder migranten.” Dat hangt van veel meer zaken af.‘
Vandoren: ‘Ontwikkelingssamenwerking is ook niet de heilige graal, want we kunnen er echt niet elk conflict mee stoppen. Maar door te investeren in bijvoorbeeld klimaatadaptatie, blijft de regio stabieler en kunnen we conflicten in de toekomst vermijden.’
Tanks kopen om er Nederlands grondgebied mee te verdedigen of dat geld steken in Afrika om daar conflicten te voorkomen. Wat zou Vandoren het kabinet adviseren? ‘Dat lijkt een tegenstelling, maar is het niet. Voor een goed veiligheidsbeleid heb je beide nodig. Veiligheid thuis begint met stabiliteit elders,’ zegt Vandoren, die daarmee de Nationale Veiligheidsstrategie uit 2023 samenvat. ‘Maar in welke mate je geld aan het een of het ander moet besteden, is een moeilijke afweging.’ Daarbij speelt ook de kwestie of je landen moet helpen die Europa en Nederland de rug toekeren.
De achilleshiel van het pleidooi voor meer ontwikkelingshulp is dat de resultaten op het vlak van veiligheid nooit tastbaar en meetbaar zullen zijn. Want welke rampen heb je ermee voorkomen? En hoeveel Ghanezen stappen dankzij de hulp toch niet op de boot naar Europa?
Voeg daarbij dat Nederland op eigen houtje de wereld niet kan veranderen en het is een herhaling van de discussie over het klimaatbeleid. Heeft het zin om hier fabrieken te sluiten terwijl elders in de wereld kolencentrales worden geopend? Is het een zinvolle investering om miljarden te steken in Afrika, in de hoop op een betere toekomst?
Dat de keus tussen meer soft power (meer geld naar het ongrijpbare ontwikkelingshulp) en meer hard power (meer geld naar de zichtbare tanks en vliegtuigen van defensie) uitvalt in het voordeel van defensie, valt daarom wel te begrijpen.
Intussen heeft het kabinet ook nog mot met de Europese Commissie, die vindt dat Nederland al veel te veel geld uitgeeft. Daarmee lijkt de kans dat het kabinet door de pomp gaat en de bezuinigingen terugdraait, zo goed als nul.