China neemt een steeds dominantere positie in op de markt voor offshore windtechnologie en elektrolyse voor groene waterstof productie. Om strategische afhankelijkheden te beperken, kan Europa maatregelen nemen. De geopolitieke gevolgen kunnen verstrekkend zijn en raken direct het tempo en de kosten van onze energietransitie. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek van TNO en HCSS.
Sterke positie China wind en elektrolyse
Uit de analyse, “The EU’s China challenge: Rethinking offshore wind and electrolysis strategy“, blijkt dat China bijna een monopolie heeft op de productie van permanente magneten, een essentieel onderdeel van windturbines. Het land heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld in de offshore windtechnologie en de verwachting is dat ze hun positie op het wereldtoneel de komende jaren verder verstevigen. Ook de markt voor elektrolyse ontwikkelt zich deze jaren snel in China. De Chinezen hebben zich toegelegd op alkaline elektrolysers, terwijl Europa zowel sterk is in PEM-technologie als alkaline.
Balans vinden in samenwerking China
China kent een gesloten markt voor buitenlandse concurrenten, maar verwacht toegang tot de markten van andere landen. Hierdoor worden andere landen afhankelijk van China. Toch benadrukt het rapport de noodzaak van samenwerking met China daar waar dat op verantwoorde wijze kan. Maar tegelijkertijd ongewenste strategische afhankelijkheden te voorkomen. Het is van belang dat China op bepaalde onderdelen in mondiale waardeketens afhankelijk wordt van Europa. De vraag die rijst, is of Europa kiest voor goedkopere Chinese elektrolyseapparaten, of voor investeringen in duurdere, eigen alternatieven voor zekerheid op de lange termijn. Bij die keuze dient Europa rekening te houden met het gegeven dat de afhankelijkheid van deze Chinese producten een risico kan zijn, aangezien de economische betrekkingen door de situatie in de wereld ineens kunnen verslechteren. TNO en HCSS stellen dat overheden er goed aan doen dit soort afwegingen op zowel nationaal als Europees niveau te maken. Ook het bedrijfsleven staat voor de beslissing of het op de korte termijn kiest voor goedkope Chinese producten of duurdere langere termijn investeringen die meer zekerheid bieden.
Beperkende maatregelen vanuit EU
Om alsnog een gelijk speelveld af te dwingen en de eigen industrie te stimuleren kan de EU beperkende maatregelen nemen. Aanscherping van de standaarden op het gebied van veiligheid, kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieunormen is volgens de onderzoekers een mogelijkheid. Zolang China zijn markt niet openstelt, kan overwogen worden om ook Chinese bedrijven in grote Europese tenders uit te sluiten. Zo krijgen Europese bedrijven voorrang op projecten voor vitale infrastructuur met betrekking tot windenergie en elektrolyse. Dit bevordert de samenwerking binnen en buiten de EU en garandeert de beschikbaarheid van voldoende alternatieven voor Chinese windenergie en elektrolysers.
China Knowledge Network
Het onderzoek, dat op verzoek van het China Knowledge Network (CKN) van Instituut Clingendael/Leiden Asia Centre is uitgevoerd, met ondersteuning van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Buitenlandse Zaken, bevat een analyse van de huidige en toekomstige rol van China in windenergie- en elektrolysetoeleveringsketens. Het combineert de geopolitieke analyses van HCSS met de technologische en marktkennis van TNO op het gebied van energie en materialen.
Auteurs: Karlien Sambell, Sam Lamboo, Lennart van der Burg en Piet Warnaar (TNO); Joris Teer en Abe de Ruijter, met bijdragen van Berend Kwak (HCSS).