De adviesprijs van benzine zit na maanden van dalingen weer boven de twee euro. Energiedeskundigen denken dat de prijs niet snel weer zal zakken en waarschijnlijk zelfs verder zal stijgen. En dat komt niet alleen door het verduurzamingsplan van minister Jetten. Hoe zit dat, en waarom blijft de prijs van diesel nu wel op een stabiel niveau?
1. Olieprijs
Belangrijke oorzaak van de hogere prijzen aan de pomp is dat de prijs van ruwe olie is gestegen, zegt energie-expert Lucia van Geuns (Den Haag Centrum voor Strategische Studies). Begin deze maand besloten de olie-exporterende landen minder olie op te pompen. “Dat gaf de prijs een boost van zo’n 6 dollar per vat”, zegt Jilles van den Beukel, ook van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies.
De prijs van een vat olie schommelt nu rond de 87 dollar, en er is een opwaartse spiraal, zegt Van den Beukel. “We houden rekening met een bandbreedte: de prijs zou iets kunnen zakken naar 70 dollar, maar later dit jaar ook doorstijgen naar meer dan 100 dollar per vat.”
Diesel, dat een tijd lang net zo duur was als benzine, blijft relatief goedkoop. De dieselprijs was altijd lager, maar door het importverbod voor diesel uit Rusland werd gevreesd voor tekorten en hogere prijzen. Uit angst voor die tekorten, zijn de voorraden destijds goed gevuld.
Ook zijn er andere landen waar het nu vandaan komt, zoals India en Turkije. “Uiteindelijk is alles terug te voeren op de oorlog in Oekraïne”, zegt Van den Beukel. “Alle stromen van olie en olieproducten hebben zich aangepast aan de Europese boycotmaatregelen van Russische maritieme olie en olieproducten.”
2. Vraag en aanbod
De prijs van olie hangt sterk samen met de stand van de economie: draaien consumenten en bedrijven op volle toeren, dan vertaalt zich dat in een hoge vraag naar olie. “Dat drijft ook de prijs op”, zegt Rico Luman, transport- en logistiek-econoom van ING.
Hij verwacht, net als andere economen, dat de vraag dit jaar alleen maar toeneemt. “In China is het covidbeleid aangepast, daar wordt weer economische groei verwacht. En in Europa lijkt het tot dusver mee te vallen met recessies.”
Tegelijkertijd, zegt Van Geuns, komen er mede door het OPEC-besluit ruim 1 miljoen minder olievaten per dag de markt op. “Dan kan je denken: zijn er geen alternatieven? Amerika zou meer schalieolie kunnen oppompen, maar een gebrek aan investeringen zorgt voor niet zo veel extra’s . Er is dus een verminderd aanbod en daardoor toenemende krapte op de internationale oliemarkt.”
3. Kostenstijgingen in de keten
Ook de kosten van raffinage, transport en personeel zijn gestegen, zegt Lucia van Geuns. “Er zit inflatie in de hele keten. Dat drijft de prijs ook op.”
Neem nou de raffinaderijen, zegt Van Geuns. “In Frankrijk is de benzineprijs nu hoger dan in Nederland. Dat komt mede door alle protesten van de afgelopen tijd: door de stakingen lag de bewerking van olie stil. Dat zie je terug in de prijs.”
Luman ziet ook dat de tarieven voor het transport van olie over zee ‘door het dak gaan’. Doordat de handelsstromen zijn veranderd, moet zo’n tanker nu veel meer kilometers afleggen om hier te komen. “En er wordt weinig meer geïnvesteerd in tankers omdat ze lang mee gaan en de wereld er over 20 jaar waarschijnlijk anders uit ziet, met minder vraag naar olie.”
4. Belasting(verlaging)
De prijs van brandstof bestaat in Nederland voor ongeveer de helft uit belastingen. Om de pijn als gevolg van de gestegen energieprijzen voor consumenten te verzachten, verlaagde het kabinet de belasting hierop. Vanaf 1 juli wordt die belastingverlaging stapsgewijs teruggedraaid, laat een woordvoerder van het ministerie van Financiën weten.
“Nu scheelt dit nog 17 eurocent op benzine”, zegt Luman. “Dus dat komt er weer bij. Tegelijkertijd is alles duurder geworden. Het is ook niet logisch terug te keren naar de prijs van voor de oorlog, dat zal ook niet zo zijn in de supermarkt.”
Het is duidelijk: de prijsstijging zet zich door al deze oorzaken gestaag door. Maar er zijn wel dingen die je zelf als consument kan doen. Zo zegt Luman dat het steeds meer uitmaakt waar je tankt. Dit kan zelfs bijna 20 cent per liter schelen.
“De prijzen van onbemande stations zijn inmiddels 10 procent lager dan die langs de snelwegen. Zo’n 15 jaar geleden was dat nog 5 procent. Door de hogere brandstofprijzen neemt het verschil in centen toe. Vermoedelijk door de hogere loonkosten.”
Bron: NOS, 22 april 2023