Referenda en de EU; ze gaan niet goed samen. De Hongaarse premier Orbán verloor afgelopen weekeinde zijn referendum over het opnemen van vluchtelingen.
Voor de Hongaren was het quotum van 1300 vluchtelingen al te veel. Maar liefst 98 procent stemde tegen, maar omdat de opkomst onder de 50 procent lag, was het referendum ongeldig. Maar als het geldig zou zijn geweest, hadden de overige lidstaten het naast zich neergelegd.
Ongeveer gelijktijdig meldde de NOS dat Brussel zich weinig gelegen liet liggen aan het Nederlandse referendum over het associatieakkoord met Oekraïne. Premier Rutte kreeg de handen niet op elkaar voor nieuwe onderhandelingen. Hoe het juridisch verder moet als Nederland weigert te ratificeren is nog onduidelijk, maar dat de overige lidstaten gewoon verdergaan is een feit.
En dan de Brexit. Premier May moet het onverzoenlijke met elkaar verzoenen: de Britse kiezer wil zeggenschap over de immigratie, het bedrijfsleven wil toegang tot de Europese interne markt. Hoe ze toegang tot die interne markt wil behouden en gelijktijdig het vrije verkeer van personen, goederen en diensten aan banden wil leggen, is voorlopig een raadsel. Als de Britten hieraan vasthouden, zit een Noors of Zwitsers model er niet in.
Op de blaren zitten
Opmerkelijk is dat de Italiaanse premier Renzi onlangs riep dat de Britten dan maar op de blaren moeten zitten. Dit zei hij ook voor binnenlandse consumptie. Als hij het komende constitutionele referendum verliest, is de kans groot dat hij plaats moet maken voor Beppe Grillo die met zijn vijfsterrenbeweging Italië uit de EU wil halen. De Britse ervaring tot nu toe dient dan als afschrikking. De Britten doen in Brussel niet meer mee en moeten zich opmaken voor een harde strijd om er nog iets voor hun land uit te halen.
Duidelijk is dat dit laatste moeilijk wordt. Britse bedrijven en belangrijke universiteiten zijn bezig vestigingen binnen de EU op te zetten. Kleinere, van de export afhankelijke bedrijven, overwegen helemaal te vertrekken. Wie geen maatregelen neemt, wordt mogelijk de toegang tot de Europese interne markt ontzegd.
Vooral de vlucht van Britse universiteiten is opmerkelijk. Zij zijn bang dat het steeds moeilijker wordt om gekwalificeerde studenten, docenten en onderzoekers te werven. Door zich binnen de EU te vestigen kunnen ze blijven samenwerken en van Europese gelden gebruikmaken.
Leugens
Het probleem is dat al die referenda met leugens gemanipuleerd werden. De door Thierry Baudet voorspelde oorlog tussen Rusland en de EU als het associatieakkoord niet van tafel gaat, wil maar niet uitbreken. Orbán waarschuwde in billboards zijn volk in een ‘wist u dat…’-campagne, zoals ‘wist u dat sinds het uitbreken van de vluchtelingencrisis het aantal vrouwen dat in Europa wordt lastiggevallen is toegenomen?’
Ook bleek de claim van Boris Johnson, een van de belangrijkste pleitbezorgers van de Brexit, dat de Britse grenzen dicht zouden kunnen en dat de Britten toch onbeperkt toegang tot de geïntegreerde EU-markt zouden krijgen, totale onzin.
Behalve dat al die referenda bij elkaar worden gelogen, is er nog een andere overeenkomst. De andere lidstaten maken korte metten met al die referenda, door uitkomsten voor rekening te laten van de lidstaat waar de raadpleging is gehouden. De boodschap is duidelijk: wie zijn eigen gang wil gaan, betaalt een hoge prijs.
Deze column verscheen in Trouw.
Photo credit: European Parliament via Foter.com / CC BY-NC-ND