Toen Trump tot president werd gekozen vermoedde ik dat hij samen met India, Rusland en Japan een vuist tegen China zou willen maken.
Trump liet zich tijdens zijn campagne positief uit over Poetin, ontving de Japanse premier Abe nog voor hij het Witte Huis betrad en belde met de Indiase president Modi vier dagen nadat hij zich in de Oval Office had geïnstalleerd. Het heeft er alle schijn van dat dit plan in duigen viel, nadat was gebleken dat Rusland zich met de Amerikaanse presidentsverkiezingen had bemoeid en een normale relatie met Poetin niet meer mogelijk was.
Nu gooit Trump het over een andere boeg. De ware reden om de halve wereld, inclusief de oude bondgenoten in Europa, met importheffingen op staal en aluminium te dreigen, is China. Bovendien is het echte punt van deze handelsoorlog niet staal en aluminium, dat slechts twee procent van de totale Amerikaanse importen uitmaakt, maar technologie. Die wordt volgens Trump op grote schaal door China gestolen. Hier heeft Trump zeker een punt.
‘Vrijwillige’ overdracht van technologie
Al in 2013 confronteerde zijn voorganger president Obama zijn Chinese ambtsgenoot met gedetailleerd bewijs dat het Chinese Volksleger door middel van geavanceerde cybertechnieken Amerikaanse bedrijven bespioneerde. Xi beloofde beterschap en dit soort spionage lijkt inderdaad te zijn verminderd. Maar China verzon een nieuw plan. Amerikaanse bedrijven die de Chinese markt opgaan, werden verplicht hun technologie over te dragen aan een Chinees bedrijf. Deze ‘vrijwillige’ overdracht is een prijs die Amerikaanse bedrijven moeten betalen om toegang te krijgen tot een markt van 1,3 miljard mensen. Inmiddels klagen deze bedrijven steen en been omdat zij het gevoel hebben wel hun technologie te moeten afstaan, maar niet de gedroomde toegang tot de Chinese markt te kunnen krijgen.
Opmerkelijk is dat de Amerikanen weinig tot geen wettelijke mogelijkheden hebben iets tegen deze praktijken te doen. Trump heeft gelijk als hij zegt dat de overdracht van intellectual property naar China schadelijk is voor Amerika, en goed voor het project Made in China 2025. In dat jaar moet de wereld worden overspoeld met Chinese producten waarin de volgende generatie technologie is verwerkt. Gestolen technologie, vindt Trump, die nu door middel van een handelsoorlog China wil dwingen met deze diefstal te stoppen. In deze strijd past ook het afkeuren van de overname van Qualcomm, omdat Trump vreest dat China via een omweg invloed op deze chipfabrikant zou kunnen krijgen.
De wenkbrauwen gingen omhoog toen Trump importheffingen verkocht met een beroep op de nationale veiligheid. Maar als het in werkelijkheid om de technologieoverdracht naar China gaat, is dat beroep wel degelijk valide.
Inmiddels lijken de Chinezen een voorsprong te hebben op het gebied van artificial intelligence (AI), een van de sleuteltechnologieën voor het winnen van de komende technologierace. Historisch gezien is het altijd zo geweest dat de technologisch meest geavanceerde macht ook de sterkste militaire macht is. AI is bijvoorbeeld essentieel om robotwapens te maken. Wat dat betreft is Xi duidelijk: China moet in 2035 de technologische wereldleider zijn en in 2050 de wereld zelf leiden. Trump wil hier duidelijk niet aan meewerken.
De column van Rob de Wijk is wekelijks terug te lezen in Trouw