Zes maanden oorlog in Oekraïne en de zaak zit muurvast. Sinds de eerste week van april is de terreinwinst van beide partijen minimaal. Het probleem is duidelijk: Oekraïne noch Rusland is in staat tactische successen om te zetten in strategische winst. Mooi dat Oekraïne zelfs de Krim kan aanvallen, maar dat zegt weinig als dat succes niet verzilverd kan worden in terreinwinst. Voor Rusland geldt hetzelfde.
De verklaring voor deze patstelling is dat beide partijen onvoldoende grondtroepen hebben om gebied te bezetten of terug te veroveren. Daardoor kan geen van beide partijen de overwinning opeisen.
Dit blijft voorlopig zo. De verliezen zijn aan beide zijden te groot. Het mobilisatiepotentieel van Oekraïne is in vergelijking met dat van Rusland beperkt. Rusland wil niet mobiliseren. Dat kan alleen als Poetin in oorlog met de Navo komt, en dat probeert de Navo, president Biden voorop, te vermijden. Escalatiebeheersing moet voorkomen dat Rusland een aanleiding heeft om te mobiliseren en echt door te pakken.
Normaal gesproken zou een dergelijke patstelling tot een staakt-het-vuren moeten leiden. Maar Rusland kan omwille van gezichtsverlies niet stoppen en Oekraïne denkt strategische successen te kunnen boeken als het Westen meer wapens levert en er meer troepen worden geronseld en opgeleid.
De Britten leiden momenteel, onder meer met Nederland, 10.000 militairen op, de EU doet nu ook een stap naar voren. Of het genoeg is weet niemand.
Oekraïens succes is vooral afhankelijk van de inspanningen van de Amerikanen en de Britten. Deze maand is de hulp uit de meeste Europese landen vrijwel opgedroogd. Overal treedt Oekraïnemoeheid in. Ook in Nederland, waar de belangstelling voor de oorlog afneemt.
En die sancties dan? Op het gevaar af dat ik op de sociale media weer wordt afgemaakt, blijf ik bij mijn constatering dat ze voorlopig niet werken. Natuurlijk schaden ze de Russische economie enorm. Maar het doel was toch, in de woorden van voorzitter Von der Leyen van de Europese Commissie, het slopen van de Russische ‘oorlogsmachine’? In EU-jargon heet dat ‘to cripple the Kremlins ability to finance the war’.
Helaas is het naar mijn weten nooit gelukt om met sancties een oorlogsinspanning te verlammen. Talloze studies hebben aangetoond dat sancties te haastig en onoordeelkundig worden opgelegd. Te weinig wordt een inschatting gemaakt van de effecten en te vaak zijn sancties de uitdrukking van machteloosheid en misplaatste flinkdoenerij. Ook nu.
Bovendien worden in het politieke en publieke debat doel en gevolgen door elkaar gehaald. De redenering is dat sancties werken, omdat de Russische economie hard wordt getroffen. Maar het hard treffen van de economie is geen doel op zich.
Ook Noord-Korea en Iran werden door sancties tot de bedelstaf gedwongen, maar vormen nog steeds een gevaar voor hun omgeving.
Hoe dan wel? Ik steun sancties en wapenleveranties en wil dat Oekraïne wint. Maar een echte oplossing heb ik niet. Keer op keer heb ik gewaarschuwd dat het Westen geen fuik in moest zwemmen door van deze oorlog onze oorlog te maken. Daarom is er geen weg terug. Dus is het nu een kwestie van voortmodderen en hopen dat Westerse kiezers niet achter populisten aan lopen die hen minder inflatie en een warme winter beloven.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.