Terwijl Europese leiders in Brussel onderhandelden over het stopzetten van de import van Russische olie, kwam het bericht binnen dat Nederland geen Russisch gas meer krijgt. Want GasTerra weigert Russisch gas in roebels af te rekenen, zoals door president Vladimir Poetin in een decreet van 31 maart was verordonneerd.
Inmiddels is duidelijk dat de sancties allang niet meer het doel dienen waarvoor ze oorspronkelijk door de EU zijn bedacht: alle Russische militairen de Oekraïne uit. Zelfs president Volodimir Zelenksi weet dat dit niet kan. De prijs, ‘honderdduizenden levens’, vindt hij daarvoor te hoog en het is het de vraag of het moegestreden Oekraïense leger daartoe überhaupt nog in staat is.
Dus verschuift het doel van de sancties in de richting van verzwakking van Rusland zelf, zodat dit land nooit meer een buurland kan binnenvallen. Helaas zijn er geen historische voorbeelden waarbij dat is gelukt. Iran en Noord-Korea worden al jaren getroffen door zware sancties, maar lopen nog steeds niet in het gareel.
De tegenstander harder raken dan de afzender
Sancties kunnen werken, mits ze zijn gekoppeld aan heldere, haalbare doelstellingen en mits ze de tegenstander harder raken dan de afzender. Als het om olie en gas gaat is dat laatste niet het geval. Alleen al de discussie over de vraag hoe we minder afhankelijk van Russische olie en gas kunnen worden joeg de prijzen voor de Europese en Amerikaanse consumenten op en verdubbelde de inkomsten voor Poetin.
Het zesde sanctiepakket beoogt een olie-, maar geen gasboycot. Op zich lijkt het logisch dat de EU olie en gas los van elkaar ziet. Olie uit Rusland is theoretisch relatief eenvoudig te compenseren met import uit andere landen. Precies daarom heeft president Joe Biden de sancties tegen Venezuela afgezwakt: het land beschikt over de grootste oliereserves ter wereld. Interessant is dat president Nicolás Maduro zijn ‘sterke steun’ voor Poetin heeft uitgesproken en tekeerging tegen de ‘destabiliserende acties van de VS en de Navo’ en hun ‘desinformatiecampagnes’.
Met olie kan Poetin ons moeilijk onder druk zetten. Door de grote afhankelijkheid van Rusland kan dat met gas wel. Europa kan immers niet snel van het gas af. Voor Duitsland kost dit jaren. Zo moeten er nieuwe pijpleidingen en lng-terminals komen voor geïmporteerd vloeibaar gas.
Poetin kan Europa ontwrichten
Gas valt daarom niet onder een sanctieregime. Maar door de levering van olie en gas aan elkaar te verbinden kan Poetin maximale schade toebrengen en Europa ontwrichten. Een olieboycot brengt het dichtdraaien van de gaskraan dus dichterbij. Dat zal Poetin doen wanneer wij daarvoor het meest kwetsbaar zijn. Of hij kan trucs toepassen, zoals de eerdergenoemde eis om gas in roebels te betalen.
Na een maand onderhandelen is er een verwaterde olieboycot, maar leiders in Europa vrezen voor hun electoraat nu de energieprijzen de pan uit rijzen en een recessie dreigt. De inzet van olie en gas als pressiemiddel kan dan contraproductief worden. Ook omdat door ons eigen beleid Poetin ons nu kan chanteren met zijn gasleveranties.
Verliezen aan inkomsten kan hij deels compenseren met nieuwe gasexporten naar Servië en exploderende energieprijzen. Overtollige olie kan hij naar andere landen verschepen. En veel landen gaan hun gas toch in roebels afrekenen. Is hier rekening mee gehouden of was de emotie leidend?
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.
Bron: Trouw