Sturen we Zr. Ms. Van Speijk wel of niet naar de Straat van Hormuz? Dat is de vraag waarvoor het Nederlandse kabinet zich gesteld ziet. Eigenlijk een no-brainer, stelt Han ten Broeke in zijn nieuwste column voor Militaire Courant.
De essentie van de internationale rechtsorde, die we in onze Grondwet zeggen te willen verdedigen, is gelegen in het zeerecht. De vrije doorvaart van schepen behoort tot de kern van de doctrine van de Koninklijke Marine. Niet zo gek, want Hugo de Groot schreef het leerstuk Mare Liberum (‘vrije zee’) al in 1604 en dat is sindsdien de basis geworden van de internationale rechtsorde. Dat deed hij destijds in opdracht van de VOC, die natuurlijk belang had bij vrije scheepvaartroutes voor de handel. Ook nu worden er nog steeds veel Nederlandse producten door de Straat van Hormuz vervoerd, zij het slechts door weinig schepen onder Nederlandse vlag.
Gelukkig is de afweging die de Nederlandse regering moet maken geen invuloefening. Maar het komt niet vaak voor dat een regeringsbesluit om militairen uit te sturen ook een lakmoesproef is voor de Nederlandse wil om geopolitiek te handelen. Het kabinet staat voor een aantal dilemma’s. Zo is de directe aanleiding voor de oplopende spanningen in de Straat van Hormuz het optreden van Iran en haar regionale ‘terreurventielen’ die koopvaardijschepen enteren, aan de ketting leggen of gewoon bestoken met kleefmijnen en drones. Maar de reden dat Iran zich gemachtigd voelt dat te doen heeft alles te maken met het optreden van onze grootste bondgenoot, de VS. Het was de Amerikaanse president Trump die in mei 2018 besloot om de Iran-deal, die ervoor moest zorgen dat Iran geen atoombom kan ontwikkelen, te verscheuren. Nu is er plotseling oorlogsdreiging in de regio. De Amerikaanse regering heeft haar buitenlandse beleid in die regio vrijwel geheel afgestemd op de soennitische golflanden, de aartsvijanden van Iran. Met het verbreken van de Iran-deal legden de Amerikanen ook direct weer sancties op aan het sjiitische Iran en bestempelden de Iraanse Revolutionaire Garde als een terreurorganisatie. Iran, dat zich wel aan het nucleaire akkoord hield, zag daarin voldoende reden om van zich af te bijten. En dus zitten we nu met een zeer gespannen situatie die niet alleen de doorvoer van olie en gas bemoeilijkt, maar ook een wereldwijde recessie kan bespoedigen.
Ondertussen zitten Europa en dus ook Nederland klem in de bankschroef van de geopolitiek. Onze bondgenoten de Amerikanen bruuskeren ons en door Iran worden we gechanteerd. Omdat de regering-Trump eenzijdig een deal opzegde waar ook de Europese krabbels onder staan, eisen de Iraniërs nu dat wij de Amerikanen aan hun handtekening zullen houden. Maar de VS zijn nooit te beroerd om geopolitiek en geo-economie met elkaar te vermengen. Om ervoor te zorgen dat Europese bedrijven zich ook aan de Amerikaanse sancties houden, zijn deze voorzien van een werking buiten de VS zelf. Bedrijven als Total, Airbus en Swift kozen al eieren voor hun geld en trokken hun investeringen uit Iran terug. De Europeanen, die zelf veel meer economische druk kunnen uitoefenen op de VS, schrikken echter terug voor dergelijk machtsvertoon. Door nu militaire schepen naar de Golf van Hormuz te sturen is men bovendien bang de Amerikaanse bullebak-strategie van ‘maximale druk’ goed te praten. En toch is het verstandig dat wel te doen, want juist door schepen te sturen laten de Europeanen zien dat zij wel willen vasthouden aan elementaire beginselen van recht en orde en kan van de Amerikanen worden gevraagd om de weg terug te vinden naar de onderhandelingstafel met Iran. Een Nederlands fregat zoals de Van Speijk, dat geschikt is voor oppervlakteoorlogsvoering, kan dus een belangrijke bijdrage leveren aan de terugkeer van rust in het kruitvat van het Midden-Oosten. Maar anders dan Jan van Speijk zou ik zeggen: ‘Alles beter dan de lucht in!’
Deze column verscheen eerder in de Militaire Courant editie september 2019.