Take back control is een typisch Brits gezelschapsspel. Het doel: controle krijgen over je eigen land. Er zijn vier spelers: het volk, het parlement, de regering, beter gezegd de premier, en de koningin die moet doen wat de premier zegt. Het leuke is dat de spelers een onoplosbaar probleem moeten oplossen: hoe krijg je controle over je grenzen, terwijl je de vrijhandel van de Europese Unie behoudt, zonder daar nog langer lid van te zijn. En hoe houd je een open grens met Ierland zonder dat daar een burgeroorlog uitbreekt, terwijl je gelijktijdig die grens moet controleren.
Het spel kent nauwelijks spelregels, zoals een constitutie, en de spelers moeten zich vooral door ideologie laten leiden. Dat leidt tot een smakelijke strijd tussen ideologische free traders en de verdedigers van het multilaterale stelsel met zijn instituties en verdragen. Ideologie, zo weten we uit de geschiedenis, is feitenvrij, verblindt en leidt tot anarchie en welvaartsverlies. Dat maakt Take back control ook zo leuk om naar te kijken. Bovendien zie je een land in de totale gekte van het parlement ten gronde gaan. Prachtig.
Elk goed spel mag wat kosten. Goldman Sachs berekende dat het de Britten sinds het referendum 600 miljoen pond per week heeft gekost. De Verenigde Naties meldden deze week dat een no-dealbrexit 16 miljard dollar aan exportverliezen oplevert. Daar staat tegenover dat de ideologische brexiteers denken dat totale, eenzijdige deregulering en het slopen van vrijwel alle handelsbarrières 135 miljard pond per jaar oplevert, of ruim 5100 pond per huishouden. Dat kan alleen lukken als er een vrijhandelsakkoord met de EU komt. Maar als je dat wilt, kun je beter in de EU blijven. Het is dus dezelfde luchtfietserij als de uitspraak van Johnson in de Daily Telegraph dat Take back control 350 miljoen pond per week ten behoeve van de gezondheidszorg zou opleveren.
Take back control nam deze week een opwindende wending toen het parlement het niet pikte dat de premier ging valsspelen. Met zijn poging het Britse parlement buitenspel te zetten en de brexit met of zonder deal te willen doorzetten, plaatste Johnson zich in het rijtje potentaten als Trump, Bolsonaro, Orban, Duterte en Erdogan. Maar waar deze leiders nog met algemene verkiezingen aan de macht kwamen, werd Johnson gekozen door 66 procent van 159.320 partijgenoten. Daardoor vertegenwoordigde hij feitelijk niets. Ondertussen sprak hij wel namens ‘het volk’ en zou hij leveren wat zijn stuntelende voorganger May niet kon leveren: uittreden uit de Europese Unie, met of zonder deal, per 31 oktober.
Inmiddels heb ik schoon genoeg van dat nationale spel van de Britten. Hoewel de democratie in het Verenigd Koninkrijk deze week lijkt te hebben gezegevierd en niemand de Britten het brexit-debacle gunt, is de tijd van het definitieve afscheid aangebroken. Zo nodig zonder deal en per 31 oktober. Het Verenigd Koninkrijk met zijn disfunctionele politieke systeem is een blok aan ons been geworden. Maar vooral het feit dat de helft van het land uit gepolariseerde, ideologische EU-haters bestaat, zal de Unie dwingen een remain uit te sluiten.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.