Tien jaar geleden zou het ondenkbaar zijn geweest dat Navo-lid Turkije oorlogen zou voeren. Maar nu klinkt er weinig protest. Turkije steunt Azerbeidzjan in de strijd om Nagorno-Karabach. Rusland steunt in dat conflict Armenië, dat het om verdragsrechtelijke redenen moet helpen. In Syrië steunt Turkije de oppositie in de strijd tegen president Assad, die op zijn beurt door Rusland wordt gesteund. In Libië steunt Turkije, net als veel Westerse landen, de eenheidsregering in Tripoli, terwijl de rebellen van krijgsheer Khalifa Haftar door Rusland worden gesteund.
Beide landen lijken in een strijd te zijn verwikkeld waarbij zij het oorlogvoeren zoveel mogelijk aan lokale legertjes en milities overlaten. Dit vermindert het risico van een directe confrontatie.
De activiteiten van beide landen zijn goed verklaarbaar. Rusland doet pogingen weer een vooraanstaande rol op het wereldtoneel te spelen. Turkije wil de leider van de islamitische wereld in het Midden-Oosten en de Kaukasus worden. Bovendien wil Erdogan meer controle over de oostelijke Middellandse Zee. Daar aast hij op de grote gasreserves onder meer nabij Cyprus. Deze week voer opnieuw een Turks onderzoeksschip naar de Cypriotische wateren. Inmiddels is het tot een clash met Grieks-Cyprus, Griekenland, Frankrijk en Italië gekomen. Die landen verwerpen de Turkse claims.
Ondanks dat Poetin en Erdogan tegenover elkaar staan worden ze door anti-westerse rancune verbonden. Beiden vinden dat het Westen hun land onrecht heeft aangedaan. Erdogan verwijt het Westen dat zijn land na de ondergang van het Ottomaanse Rijk tot onvoordelige overeenkomsten is gedwongen. Daardoor is het rijk versnipperd en heeft het geen toegang meer tot de rijke bodemschatten in het oosten van de Middellandse Zee.
Poetin is de klap van de ondergang van de Sovjet-Unie nooit te boven gekomen, wil de Russische invloedsfeer aan de Russische zuidgrens herstellen en wil genoegdoening voor ‘historische aberraties’ zoals de uitbreiding van de Navo.
Elkaar ontzien en de boel niet laten escaleren
Het zou mij niet verbazen als de met Erdogan gedeelde anti-westerse gevoelens, voor Poetin een belangrijke reden zijn om de Turkse president zijn gang te laten gaan, ook al staan ze in Syrië, Libië en Nagorno-Karabach tegenover elkaar. Ook zou het mij niet verbazen als achter de schermen afspraken zijn gemaakt om elkaar in die conflicten te ontzien en de boel niet te veel te laten escaleren.
Dit maakt het mogelijk om bij een eventuele patstelling tot een vergelijk te komen en de buit te verdelen. Dat hoeft niet per se een vredesregeling te zijn, maar kan ook het bevriezen zijn van een conflict, iets waar Poetin patent op heeft. Daardoor komen beide leiders onder vernederend gezichtsverlies uit. Dit is belangrijker dan vrede.
Bijkomend voordeel voor Poetin: Turkije is een Navo-land dat met zijn escapades het hele Atlantische bondgenootschap uit elkaar aan het spelen is. Normaal gesproken kan via de Navo een lidstaat, in dit geval Turkije, in de hand worden gehouden. Maar door Trumps afkeer van die organisatie is dat nu onmogelijk.
Intuïtief wil je af van Turkije als Navo-lid, maar dat is precies wat Poetin wil. Ook ondermijnt dit de positie van het bondgenootschap in de hele regio. Dus moet het Westen op kousenvoeten lopen en maar hopen dat de drie conflicten niet uit de hand lopen.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.