Vlak na het verdrijven van de Taliban uit Kaboel door de Noordelijke Alliantie in november 2001, bezocht ik het Ghazi-stadion. De geest van dood en verderf was nog duidelijk voelbaar. Hier voerden de Taliban hun executies uit. Mensen werden opgeroepen om in groten getale naar het amputeren van handen en voeten en het doodschieten van mannen of het stenigen van vrouwen te komen kijken. Als er iets verbeterd is gedurende de afgelopen bijna twintig jaar, dan is het wel dat dit soort gruweldaden, althans op grote schaal, tot het verleden behoren.
Door deze barbarij werd het regime door vrijwel geen enkel ander land erkend. Daarnaast boden de Taliban onderdak aan Al-Qaida, dat achter de aanslagen van 11 september 2001 zat. Toen Amerika dit regime wilde verdrijven, klonk er instemming vanuit de hele wereld.
Hoe vervolgens Amerikaanse speciale eenheden de Noordelijke Alliantie hielpen om het gehate regime binnen enkele weken te verdrijven gaat de geschiedenisboeken in als een voorbeeld van militaire genialiteit.
Een gemiste kans
De maanden daarna was er een mogelijkheid om het land te stabiliseren met de terugkeer van koning Zahir Shah en de start van een politiek proces waarbij ook de Taliban betrokken zouden moeten worden. Maar president George W. Bush blokkeerde dit. Daarom pakten de Taliban de wapens weer op en vochten gewoon door. Het was een gemiste kans.
Ethisch gezien was het buitenspel zetten van de Taliban juist, maar hierdoor kon het politieke proces nooit op de rails komen. Natuurlijk investeerden de Amerikanen en de Navo-bondgenoten, waaronder Nederland, in de opbouw van veiligheidstroepen. Maar de kwaliteit was zo erbarmelijk dat zij het land niet hebben kunnen stabiliseren. Bovendien was de corruptie endemisch en verdwenen wederopbouwgelden in de verkeerde zakken.
President Trump gaat nu zijn troepen terugtrekken en sloot daarvoor in Qatar een deal met de Taliban. Probleempje: hij sloot geen deal met andere strijdgroepen zoals IS, Al-Qaida en krijgsheren die het land onveilig maken. Er moet een politiek proces op gang komen waarbij de Taliban een erkende politieke macht worden. Dat had dus al in 2002 kunnen gebeuren.
Voor niets gesneuveld
Trump riep dat als de Taliban zich weer gaan misdragen, hij terug zal keren. Maar na twintig jaar wachten zullen zij zich willen gedragen om de macht terug te pakken, als over veertien maanden de laatste vreemde militair verdwenen is. Wel kunnen tegenstanders van de Taliban een nieuwe burgeroorlog ontketenen. Of ‘Talibanaanslagen’ in scène zetten om te verhinderen dat de Amerikanen daadwerkelijk verdwijnen.
Talibanleider Mullah Baradar riep de partijen op een islamitisch systeem voor het bestuur van Afghanistan te ontwerpen. Als dat betekent dat we een terugkeer krijgen naar de shariawetgeving en de barbarij van voor 2002, dan zijn 2,5 biljoen dollar voor niets uitgegeven en zijn 70.000 militairen, inclusief ruim 5000 uit het buitenland, voor niets gesneuveld.
De winst van de afgelopen decennia zit niet in de wederopbouw van het land, maar in het verdrijven van een extremistisch regime dat de bevolking op barbaarse wijze onderdrukte. Als Trump de terugkeer naar die barbarij weet te voorkomen, heeft hij wat bereikt.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.