Onbedoeld geeft de affaire rond ASML goed aan wat de geopolitieke gevolgen zijn van de Brexit, schrijft Rob de Wijk in zijn column voor Trouw (31 januari 2020). Om te voorkomen dat een supergeavanceerde lithografiemachine aan de Chinezen wordt verkocht zet president Trump de Nederlandse regering onder druk. Geeft Nederland toch een exportvergunning af, dan dreigen sancties. De boodschap is duidelijk: Nederland is een klein land, met beperkte soevereiniteit. Dat geldt zelfs voor Frankrijk. Macron wil Amerikaanse techbedrijven belasten. Maar Trump vindt een digitaks geen goed idee. Een telefoontje met het dreigement dat hij heffingen zal opleggen, bijvoorbeeld op wijnimporten, was genoeg om Macron zijn ideetje te laten intrekken.
Zou Brussel die exportvergunning afgeven of die digitaks opleggen, dan had Trump geen schijn van kans. Voor druk, zelfs door de Amerikanen, is de EU ook zonder de Britten te machtig en zijn de Brusselse bureaucraten te taai.
De komende tijd moeten de Britten een handelsverdrag afsluiten met de EU en tientallen landen. Helaas is Amerika onder Trump protectionistisch geworden en zal het land bij het afsluiten van een nieuw handelsverdrag vooral aan zichzelf denken. De Europese Unie is door Trump en Brexit gedwongen tot meer eenheid en zal zijn interne markt ten koste van alles willen beschermen. De Chinezen lonken met investeringen, maar de Britten willen geen kolonie van een nieuwe supermacht worden. En de Russen zetten de City onder druk met hun geld.
De Britten moeten EU-regels eerbiedigen
De EU heeft in dit spel dus de beste kaarten. De helft van hun handel drijven de Britten met ‘het continent’, dus richt een no-dealbrexit of een deal waarin zij niet naar het pijpen van Brussel dansen, onherstelbare schade aan. Een goede deal vereist dat de Britten zoveel mogelijk EU-regels eerbiedigen om de handel met de EU zo wrijvingsloos mogelijk te maken. Dit staat op gespannen voet met de wens om met de rest van de wereld totale vrijhandel te drijven. Dat vereist weinig regels en tarieven om maximaal te kunnen concurreren. Omdat de EU geen vrijhandelswalhalla voor de Europese kust wil, moeten de Britten zich schikken.
Bijkomend probleempje voor de Britten: de EU is de lastigste onderhandelaar die je maar kunt bedenken, terwijl de Britten weinig ervaring hebben met het afsluiten van handelsdeals. Dit was immers de bevoegdheid van Brussel.
De beperkte Britse speelruimte bleek al uit de grootspraak geen 40 miljard euro te zullen betalen voor de afkoop van de EU-verplichtingen. Niet betalen? Dan geen deal.
Geen cherry picking
Wie denkt dat de Britten aan cherry picking kunnen doen, partijen tegen elkaar kunnen uitspelen en de best denkbare handelsdeal kunnen sluiten, heeft het dus mis. De economische afstand met de EU, China en de VS is daarvoor te groot.
Kortom, zelfs de vijfde economie van de wereld is te klein voor dit machtsspel. Bovendien maken een glorieus verleden, de Geest van Duinkerken – de verwijzing naar de Britse heldendaden tijdens de Tweede Wereldoorlog – en het feit dat de Queen nog steeds staatshoofd is van vijftien gemenebestlanden, van het Verenigd Koninkrijk geen relevante geopolitieke speler.
Morgen worden de Britten wakker in een wereld waarin zij niet meer op de EU kunnen terugvallen, maar wel de speelbal van de grootmachten zijn geworden.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.