We hebben niets geleerd van vorige pandemieën, we hebben ons niets aangetrokken van waarschuwingen en nu er een crisis is, overheersen nationale reflexen. Wel grijpen politici de crisis aan om de oude stokpaardjes te berijden die niets met de crisis van doen hebben. PvdA-leider Lodewijk Asscher wil het neoliberale ‘aandeelhouderskapitalisme’ aan de kant gooien, eerlijk gaan delen en vergroenen. Er moet ook een ‘Europees Marshallplan’ komen. Maar uit zijn ‘essay’ maak ik niet op wat dat is, schrijft Rob de Wijk in zijn wekelijkse column voor Trouw (8 mei 2020).
GroenLinks-leider Jesse Klaver zit op dezelfde toer. Hij wil geen Marshallplan, maar een Deltaplan. Voor hem is dit kennelijk een ander woord voor solidariteit en eerlijk delen.
Beiden willen economie en maatschappij grondig verbouwen. Maar dat gaat na een pandemie vermoedelijk niet lukken. Kijk maar naar de geschiedenis. Misschien is er één uitzondering: de Zwarte Dood van 1350. Toen vielen er zoveel doden dat het plebs zich kon ‘emanciperen’ en het feodale systeem in landen als Engeland ten grave werd gedragen.
De Eerste Wereldoorlog had ingrijpende politieke gevolgen, de Spaanse Griep die daarna uitbrak niet. Bij de Aziatische Griep (1957–1958) en de Hongkonggriep (1968–1970) die elk tussen de een en twee miljoen doden veroorzaakten en ook Europa troffen, bleven politieke gevolgen ook uit.
Mensen zitten niet te wachten op holle frasen als Marshallplan en Deltaplan
In alle gevallen gingen maatschappijen zo snel mogelijk terug naar normaal. Logisch, mensen snakken ernaar om hun oude leven zo snel mogelijk op te pakken. Ze zitten niet te wachten op holle frasen als Marshallplan en Deltaplan en oude stokpaardjes. Oeverloos discussiëren over welke maatschappij we willen hebben kost te veel tijd. Dat lukt alleen na allesverwoestende oorlogen.
Ik zou willen dat politici even hun stokpaardjes aan de kant gooien en zich bezighouden met de vraag hoe wij onze economie en maatschappij weerbaarder tegen dit soort schokken kunnen maken. Daarmee zetten ze gelijk een fout uit het verleden recht.
Al jaren geven de nationale risicobeoordelingen aan welk onheil Nederland kan treffen. De Nederlandsche Bank rekende in 2006 al eens voor wat de economische gevolgen van een pandemie kunnen zijn. Winkels en horeca gaan dicht. Door de uitval van de vraag kan de economie met 8 procent krimpen, kan het financiële systeem instorten en lopen de pensioenfondsen gevaar.
Maar al die analyses hebben nooit geleid tot de conclusie dat dit onheil ons zou kunnen treffen. Als deskundigen waarschuwden, werden ze weggezet als doemdenkers. Pas als de crisis is uitgebroken mogen ze meepraten.
Zowel het kabinet als de Kamer heeft boter op het hoofd. Kamer en kabinet debatteren zelden over alarmerende scenario’s en ‘als dan’-vragen. Dat gebeurde wel tijdens de Mexicaanse griep (2009 – 2010). Maar toen die in Nederland niet wilde uitbreken kreeg minister Ab Klink in het parlement het verwijt dat hij te veel vaccins had gekocht.
Door het negeren van de risico’s overheersen nu improvisatie en nationale reflexen. Estland presenteerde in de VN-Veiligheidsraad een oproep tot internationale samenwerking. De resolutie werd verworpen, omdat landen niet transparant over de coronacrisis willen rapporteren. Dat zou hun soevereiniteit ondermijnen. Als dit de opvatting van de belangrijkste wereldspelers is, dan is een gezamenlijke aanpak inderdaad onmogelijk.
Dat is overigens ook slecht nieuws voor de klimaatcrisis.
Rob de Wijk
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.