Een stuk van de Berlijnse muur en een metalen structuur afkomstig uit de Twin Towers staan als monumenten van herinnering voor het hoofdkwartier van de NAVO. Beide symboliseren ze een periode van transformatie die het bondgenootschap heeft doorstaan sinds de oprichting in 1947. ‘Daar moet nu een monument bij’, vindt NAVO-ambassadeur Thijs van der Plas. Een monument dat symbool staat voor de oorlog in Oekraïne. ‘Deze oorlog heeft het bondgenootschap permanent veranderd.’ Deze uitspraak deed hij tijdens een paneldiscussie van de Atlantische commissie op 29 juni in het Haagse Nieuwspoort. Het evenement, genaamd ‘De NAVO in het oog van de storm’, werd georganiseerd naar aanleiding van de grote NAVO-top in het Litouwse Vilnius op 11 en 12 juli. Deze top wordt als bijzonder belangrijk gezien, omdat niet alleen de oorlog in Oekraïne zal worden besproken, maar ook de toekomstige status van Oekraïne binnen het bondgenootschap. De uitkomst van de top kan daarmee dus bepalend zijn voor de toekomst van de NAVO.
Naast Thijs van der Plas deden ook defensiespecialisten Sabine Mengelberg (NLDA), Paul van Hooft (HCSS) en George Dimitriu (Clingendael) mee aan de discussie, die werd gemodereerd door journalist en presentator Diana Matroos. Van der Plas legt uit dat drie belangrijke onderwerpen zullen worden besproken. Ten eerste de toetreding van Zweden, een succes als ook Turkije kan instemmen. Ten tweede het vaststellen van een nieuwe Defense Invesment Pledge (DIP) door bondgenootschappelijke staten, oftewel hoeveel landen aan defensie zouden moeten besteden. Momenteel is die richtlijn 2 procent van het BBP, dat zou nu een absoluut minimum moeten worden. Ten derde, en misschien wel het meest belangrijke, het eerdergenoemde Oekraïense lidmaatschap van de NAVO.
Van der Plas: ‘het is niet de vraag óf het gebeurt, maar wanneer.’ Als Oekraïne lid wil worden, moet de oorlog eerst voorbij zijn. Scheuren in het Poetin-regime zouden daarbij kunnen helpen. De Wagner-muiterij was zo’n moment, maar of die het mogelijke einde van het bewind van Poetin inluidt werd door het panel als wensdenken beschouwd. Paul van Hooft voegde hieraan toe dat de opstand duidt op competitie binnen het regime, maar dat een mogelijke opvolger van Poetin niet per se beter voor het Westen zal zijn. Sabine Mengelberg vond het opmerkelijk dat Erdogan, als staatshoofd van een NAVO-bondgenoot, zijn steun betuigde aan Poetin. Mengelberg: ‘dat is iets waar andere NAVO-bondgenoten goed over moeten nadenken.’
Oekraïne weet dat het niet alleen kan hopen op scheuren binnen het Poetin-regime om de oorlog te winnen, maar dat het zelf het initiatief moet nemen om Rusland militair te verslaan. Inmiddels is het land bezig met het langverwachte zomeroffensief. ‘Hoeveel succes kunnen we verwachten?’, vraagt George Dimitriu zich af. Hij is gematigd positief is, maar er moet wel meer militaire steun worden geleverd aan Oekraïne. Het land heeft volgens hem nu genoeg ontvangen om te overleven, maar niet om de oorlog te winnen. Zelfs de beloofde F-16’s zullen geen game changer zijn in de oorlog. Van der Plas verwacht dat Oekraïne nog meer westerse steun gaat krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van ATACMS-raketten en Reaper-drones, maar dat dit net zoals voorheen stapsgewijs zal gebeuren, om escalatie te voorkomen.
Van Hooft gaat hier op verder door te zeggen dat de onduidelijke rode lijn van Rusland gebruikt kan worden om kleine stappen te zetten naar meer steun. Een belangrijke stap voor de NAVO is volgens hem het geven van veiligheidsgaranties aan Oekraïne, zolang het land geen lid kan worden van de NAVO. Dit kan betekenen dat de NAVO belooft om het Oekraïense leger goed te financieren en te trainen, maar zonder de garantie van het beroemde Artikel 5. Sowieso moet volgens Sabine Mengelberg tijdens de top in Vilnius meer aan Oekraïne worden geboden dan tijdens de top in Boekarest van 2008.
De NAVO-steun aan Oekraïne leunt in belangrijke mate op de Amerikanen en datzelfde geldt voor de verdediging van Europese NAVO-bondgenoten. ‘Natuurlijk is de steun van de Verenigde Staten in de oorlog onmisbaar voor de NAVO’, aldus Van der Plas. Zonder Amerikaanse hulp had Poetin al gewonnen, stelt van der Plas, want op defensiegebied hebben Europese leiders beperkt middelen tot hun beschikking. De hamvraag is hoelang Europa nog op steun van de VS kan vertrouwen. Van Hooft maakt zich zorgen: ‘hoewel president Biden een pro-Atlantisch perspectief vertegenwoordigt, is hij de laatste van een generatie.’ Tegenwoordig ligt de focus voor zowel de Democraten als de Republikeinen op de concurrentie met China. ‘Europeanen moeten dus hun eigen defensie op orde krijgen en niet blijven verwachten totdat de VS steeds naar hen toe komt’, aldus Van Hooft.
Of er een monument gewijd aan de Oekraïense oorlog bij het NAVO-hoofdkwartier in Brussel komt te staan, is niet te voorspellen. Het ziet er echter wel naar uit dat de NAVO een periode van ongekende transformatie tegemoet gaat. De NAVO-top in het Litouwse Vilnius op 11 en 12 juli zal bepalend zijn voor hoe die periode eruit zal zien. Het belangrijkste is volgens Van der Plas de mindset: ‘Eenheid en vastberadenheid binnen het bondgenootschap, dat is het allerbelangrijkste’.
Bron: Atlantische Commissie
Foto’s: Ross Hamilton