De aanval met gifgas in Khan Sheikhoun, een stadje ten zuiden van Idlib in door rebellen gecontroleerd gebied, heeft wereldwijd tot scherpe reacties en veroordelingen geleid. In 2013 kon een aanval met chemische wapens in Ghouta nabij Damascus nog leiden tot een dreiging van gewapend ingrijpen van de VS, nadat president Obama eerder een ‘rode lijn’ had getrokken ten aanzien van de inzet van zulke wapens. In 2017 is hiervan allang geen sprake meer. De situatie op de grond is zodanig in het voordeel van president Assad omgebogen dat een gewapende reactie naar aanleiding van dit incident zeer onwaarschijnlijk is. Daarnaast lijkt de inzet van chemische wapens ook de wereld niet meer zo in beweging te zetten als in 2013. Dit ondanks het feit dat de VN veiligheidsraad in 2013 expliciet had vastgesteld dat nieuw gebruik van chemische wapens door welke partij dan ook, tot maatregelen onder hoofdstuk VII van het VN-handvest zouden leiden.
Het maken van een diplomatieke vuist richting de regering-Assad – de partij die door velen wordt verdacht achter de aanval te zitten – lijkt dus niets uit te halen. Met name de EU blijkt grotendeels machteloos te staan in een conflict waar het niettemin grote belangen heeft. Willem Oosterveld sprak hierover met het Vlaamse dagblad De Morgen. Het gehele interview kunt u hier lezen.
Photo credit: İHH İnsani Yardım via Foter.com / CC BY-NC-ND