Dat de Brexit het gevolg was van politieke incompetentie wisten we al. Premier Cameron gokte dat hij door het uitschrijven van een referendum de eurosceptici binnen de conservatieve partij tot bedaren zou brengen.
Zijn opvolger May schreef vroegtijdige verkiezingen uit en verzwakte daardoor haar eigen positie. Inmiddels heeft ze zich van de steun van de Democratic Unionist Party (DUP) verzekerd in ruil voor 1 miljard pond meer steun aan Noord-Ierland, de thuisbasis van die partij. Maar met de verslechterde positie in het parlement is er weinig voor nodig om May verder in de problemen te brengen.
Dit Britse politieke gerommel doet het ergste vermoeden voor de komende onderhandelingen. Dit bleek al tijdens de start ervan. May deed haar voorstel om EU-burgers na de Brexit zekerheid te bieden tijdens een EU-top die daar niet voor bedoeld was. Premier Rutte vroeg zich af waarom May haar voorstellen daar deed, en niet aan de brexit-onderhandelaars. Terecht wilde Rutte er niet op ingaan. En EU-president Tusk schoot het voorstel direct af. Het zou de positie van EU-burgers alleen maar verslechteren.
Als een voorstel van de premier wordt afgeschoten dan heeft die weinig speelruimte meer en is een bijgesteld voorstel een nederlaag. Dat is precies wat er gebeurde.
Column leest u verder in Trouw