Er zijn weleens minder turbulente zomers geweest. De Amerikaanse president Joe Biden die niet voor een tweede termijn gaat, nieuwe bewijzen over het opblazen van Nordstream, oplopende spanningen tussen Iran en Israël, onophoudelijke speculaties over een akkoord met Hamas en natuurlijk de stunt van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky met zijn inval in Rusland. Het zijn inspirerende tijden voor columnisten. Je vingers jeuken om er iets over te schrijven, maar je prent jezelf in dat vakantie vieren ook belangrijk is.
Het waren hoogtijdagen op de sociale media waar trollen en heel veel zelfbenoemde experts zich roerden. De mededeling dat de Duitse politie een Oekraïner zocht in verband met de aanslag op Nordstream, mobiliseerde talloze aanhangers van Poetin die alle steun aan Oekraïne willen stopzetten.
Het omgekeerde gebeurde
Nadat Oekraïne Rusland was binnengevallen gebeurde het omgekeerde. Het uitblijven van een keihard Russisch antwoord zou betekenen dat Poetin zwak is, de Oekraïense overwinning nabij is, de steun aan dat land moet worden opgeschroefd en dat alle angst over escalatie ongegrond is. Frans Osinga liet in de Volkskrant optekenen dat de boodschap van Zelensky was: ‘hou op met die escalatieangst, die speelt Poetin in de kaart’.
Maar The Economist meldde dat de inval een uit wanhoop geboren gok was die wonderbaarlijk goed uitpakte. De inval bleek vooral bedoeld om het eigen moreel op te vijzelen en Poetin een klap in het gezicht te geven. Stiekem werd ook gehoopt dat Poetin zijn reserves uit de Donbas naar Koersk zou dirigeren waardoor de druk op het front verlicht werd. Want sinds een jaar heeft Rusland langs vrijwel het gehele front het initiatief. Dit bleek ijdele hoop. Rusland trok enkele kleine eenheden uit de bezette gebieden terug, is voorlopig niet in staat beslissend terug te slaan.
Sterker, Poetin verkocht de Oekraïense actie als terrorisme, niet als existentiële bedreiging, dus geen prioriteit. Dit bagatelliseren van de gebeurtenissen maakt enerzijds duidelijk dat de klap in zijn gezicht hard is aangekomen en hij in Koersk voorlopig onvoldoende gevechtskracht heeft. Anderzijds blijkt dat Poetin zich laat niet provoceren en stug blijft doorgaan met zijn opmars in de Donbas.
Een Oekraïense misrekening
Op dat punt lijkt Koersk een Oekraïense misrekening. Zelensky moet nu schaarse troepen inzetten om het veroverde Russische gebied bezet te behouden. Die troepen kunnen niet elders voor de verdediging van het eigen land worden ingezet. Precies daarom was er oppositie tegen de plannen die inmiddels de commandant van de 80ste brigade, die een hoofdrol speelt in de operatie in Koersk, zijn baan heeft gekost.
Pas deze week kwam Zelensky met een verklaring voor de doelstelling: hij wil een bufferzone met Rusland creëren. Het lijkt een verklaring achteraf. Voor een militaire betekenisvolle bufferzone is het ingenomen gebied te klein.
De operatie in Koersk is vooral een stunt. Die stunt wekt bewondering, maar de strategische impact is klein, temeer omdat er berichten zijn dat onderhandelingen over het sparen van elkaars energie-infrastructuur in Doha nu door Rusland zijn afgeblazen.
Wel heeft de inval geleid tot een tijdelijke boost van het moreel, een klap voor Poetin, en heel veel krijgsgevangenen die kunnen worden uitgeruild voor gevangengenomen Oekraïners. Maar aan het verdrijven van Russische troepen uit Oekraïne draagt de stunt althans voorlopig niet bij.
Rob de Wijk, Trouw, 22 augustus 2024
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.