In de Straat van Hormuz, essentieel voor het vervoer van fossiele brandstoffen, lopen de spanningen op. Maar hoe belangrijk zijn olie en gas nog, nu we overstappen op duurzame energie? Trouw sprak met Strategic Energy Analyst Jan Braun van The Hague Centre for Strategic Studies.
“Duurzame energie is voorlopig vooral aanvullend”, zegt Jan Frederik Braun, energie-expert bij het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). “Zon en wind vervangen olie en gas nog niet, ze nemen een deel van de toenemende vraag voor hun rekening.” In de tussenliggende jaren zitten we in een overgangsfase, die nieuwe spanningen met zich mee kan brengen. Sommige landen raken hun gevestigde belangen kwijt en zullen wellicht tegenstribbelen, andere kunnen door hun inzet op duurzame energie juist hun invloed in de wereld vergroten.”
Groene wereldvrede is ‘wel heel utopisch’ gedacht
Het lijkt zo’n mooi idee: als in de toekomst ieder land zijn eigen stroom opwekt, met behulp van zon, wind of andere duurzame bronnen, zijn conflicten zoals die in de Straat van Hormuz niet meer nodig. Maar helaas, dat is ‘veel te idealistisch gedacht’, zegt Braun.
“Op de lange termijn, rond 2050, gaan we naar een nieuwe strategische realiteit”, zegt Braun. “Daarin zijn we steeds minder afhankelijk van landen die olie en gas produceren en wordt het geopolitieke speelveld steeds meer bepaald door het vermogen van landen om te innoveren en duurzaam te produceren.” Welke landen daarvan kunnen profiteren is niet met zekerheid te zeggen.
China supermacht
Duidelijk is wel dat één land nu veruit de beste uitgangspositie heeft: China. Dat heeft de meeste patenten op het gebied van duurzame energie en is de grootste in windmolens en zonnepalen, zegt Braun. “China is met afstand de nummer een. Het is de supermacht in duurzame energie.”
Peking ziet de waarde in van de omslag naar duurzame energie. “Niet om de wereld te redden, maar als strategisch exportproduct.” Naast laadpalen en zonnecellen gaat het om elektriciteitsnetwerken en nutsbedrijven. China werkt aan een wereldwijd elektriciteitsnetwerk, zegt Braun, vergelijkbaar met het internet. Dat zou de Chinese positie op de energiemarkt nog dominanter maken.
“China doet gigantische investeringen in verduurzaming”, zegt Braun. “Ze zien dat heel duidelijk als een strategisch doel, met hun kennis, innovatie en know how willen ze concurreren met de fossiele sector.” Zo wordt China volgens Braun leidend in de omschakeling naar duurzame energie. “Ze zijn met afstand de grootste in zon en wind en ook wereldleider in de hele industrie eromheen. De capaciteit die ze nu al hebben geïnstalleerd is bijna drie keer zo groot als die van de nummer twee, de Verenigde Staten.”
Prijs aan de pomp
Het beheersen van de vaarwegen was heel lang vooral een taak van de Amerikanen. Die importeren tegenwoordig weinig fossiele brandstoffen, omdat ze zelf genoeg produceren. Waarom maken ze zich dan nog steeds druk om de aanvoer van olie uit de Golf? De reden daarvoor is de olieprijs, die op de wereldmarkt wordt bepaald. “De prijs aan de benzinepomp moet niet te hoog worden, anders worden de kiezers ontevreden”, zegt Braun. En omdat de fossiele brandstoffen nog jaren belangrijk blijven, kan een wereldmacht als de VS zich niet terugtrekken.
Groot-Brittannië heeft al marineschepen in de buurt van de Golf en Nederland overweegt een fregat te sturen. Zij zien het belang in van een ongehinderde aanvoer van olie en gas – Europa importeert ook nog uit die regio – en ze willen de grote Amerikaanse bondgenoot te vriend houden. Die heeft ondertussen sancties opgelegd aan Iran, vanwege het atoomprogramma waaraan Teheran volgens de Amerikanen gewoon verder werkt.
Die Amerikaanse sancties tegen Iran hebben de grootste uitwerking in Europa, zegt Braun. “Want nu kunnen we geen gas meer importeren uit Iran. We halen heel veel gas uit Rusland, maar niet alles.” En Europa heeft veel gas nodig. Nederland wil er dan wel vanaf volgens de plannen van het kabinet, in andere landen is gas juist in opkomst.
Subsidies voor fossiele brandstoffen
De Europese plannen om in 2030 klimaatneutraal te zijn, zijn bovendien getorpedeerd door landen als Polen, Tsjechië en Hongarije. Nederland heeft nu al moeite om alle doelstellingen te halen. Zon en wind worden weliswaar steeds goedkoper, maar veel landen subsidiëren fossiele brandstoffen nog altijd. Het stoppen met die subsidies is lastig, de protesten van de gele hesjes in Frankrijk laten volgens Braun zien dat het voor overheden riskant is om fossiele brandstoffen duurder te maken.
Voor veel Afrikaanse landen lijkt de energie-omslag een kans te bieden. Ze kunnen direct de sprong maken van een situatie waarin weinig energie wordt gebruikt naar duurzame productie, en zo de fossiele fase overslaan. “Dat gebeurt ook al, met zon, wind en opslag van energie”, zegt Braun. “Het grootste zonnepark ter wereld staat in Marokko, bij Ouarzazate aan de rand van de Sahara.”
Wie zijn de verliezers?
Het kan nog decennia duren, maar uiteindelijk komt die omslag naar duurzame energie er wel, volgens Braun. En die verandering zal ook verliezers opleveren, met name de landen die niet in staat zijn om snel te innoveren. Landen als Saudi-Arabië en Rusland, maar ook Indonesië en Zuid-Afrika. “Rusland heeft het nakijken, ook al hebben ze daar in feite een gigantische potentie voor biomassa.” Van Schaik: “De Russen steken hun kop in het zand.”
Een bijkomend probleem is dat landen in het Midden-Oosten nog veel goedkope olie en gas in de bodem hebben zitten en dat stimuleert hen nu om snel te produceren, voordat de vraag in de wereld vermindert. Ook energiebedrijven als Exxon zetten vol in op het produceren van zoveel mogelijk goedkope olie en gas, zegt Braun. “Dat is natuurlijk rampzalig voor het milieu, zo branden we in een nog sneller tempo de planeet op.” Hij ziet nog ‘te weinig’ beleid om daar verandering in te brengen.
Lees het hele artikel van Gijs Moes in Trouw.