Research
De Defensie Industrie Strategie (DIS) wordt in 2018 herzien om beter aan te sluiten bij veranderende geopolitieke en technologische omstandigheden. De centrale vraag is welke kennis- en technologiegebieden en industriële capaciteiten strategisch belangrijk zijn voor de veiligheid van Nederland en zijn bondgenoten. De DIS kijkt verder dan alleen militaire productie en omvat ook civiele technologieën die voor defensiedoeleinden worden ingezet. Bovendien erkent de strategie de verwevenheid van nationale en internationale veiligheid en richt zich op een breed veiligheidsecosysteem.
Een belangrijke rol van de DIS is het onderbouwen van uitzonderingsclausules, zoals artikel 346 van het Verdrag betreffende de Werking van de EU (VWEU), waarmee Defensie buiten de reguliere aanbestedingsregels kan opereren om nationale veiligheid te waarborgen. Sinds de vorige DIS in 2013 is de geopolitieke situatie ingrijpend veranderd, met toenemende dreiging van interstatelijke conflicten, assertief gedrag van landen zoals China en Rusland, en de verschuiving van prioriteiten binnen de NAVO van crisisbeheersing naar klassieke verdedigingstaken.
Daarnaast staat de liberale wereldorde onder druk door opkomend soevereinisme en protectionisme, waardoor landen meer vanuit nationale belangen opereren. Dit heeft geleid tot een hernieuwde focus op nationale defensie gerelateerde technologische en industriële capaciteiten. Tegelijkertijd versnellen technologische ontwikkelingen, waarbij civiele innovaties vaak leidend zijn. Defensie moet daarom samenwerken in een breed kennis- en innovatie-ecosysteem dat deels nationaal georganiseerd moet zijn.
HCSS heeft het fundament gelegd onder de herziening van de DIS door een toetsingskader te ontwikkelen rond het begrip “wezenlijke belangen.” Het ontwikkelde kader stelt in staat te bepalen welke capaciteiten en technologieën nationaal belegd moeten worden en wanneer een beroep op artikel 346 VWEU gerechtvaardigd is. Het doel is een evenwichtige strategie te creëren die zowel top-down beleidsdoelen als politieke en economische overwegingen integreert.
Auteurs: Frank Bekkers en Rob de Wijk
Noot: Dit onderzoek is in juli 2018 als interne publicatie aan de opdrachtgever, het Ministerie van Economische Zaken, opgeleverd. Op verzoek van het Ministerie is het rapport in januari 2025 alsnog gepubliceerd.