Als de discussie over Zwarte Piet was uitgebleven, was er een kans geweest dat het sinterklaasfeest nu samen met carbidschieten was voorgedragen voor de Unesco-lijst van immaterieel werelderfgoed. Het belangrijkste positieve effect van de discussie is dat het Nederland bewuster maakt van sluimerend en open racisme. Ook al valt het hier in vergelijking met andere landen mee.
Ik ben het met de VN-werkgroep voor Mensen van Afrikaanse Afkomst eens toen die vorige week constateerde dat er in Nederland te weinig aandacht is voor racisme. Ook mij heeft het verbaasd dat er geen debat ontstond toen de Raad van Europa in oktober schreef dat verdraagzaamheid en racisme ook in Nederland problemen zijn. ‘Het rapport houdt Nederland een spiegel voor en wat we zien bevalt ons niet’, schreef ik toen. We negeerden bewust de constatering van de raad dat moslims en Oost-Europeanen hier als bedreiging worden gezien.
De reden waarom ik aandacht hiervoor vroeg, is omdat veel conflicten in de wereld vanuit bewust gecreëerde tegenstellingen ontstaan. De geschiedenis loopt over van de rassenrellen, etnische en religieuze botsingen. Dat botsingen niet in Nederland zouden kunnen plaatsvinden is een naïeve gedachte. Net zoals naïef als de gedachte in 2000 dat in dit land nooit politici zouden kunnen worden vermoord.
Ik begrijp heel goed dat Zwarte Piet als symbool is gebruikt om de discussie over intolerantie en racisme te agenderen. En toch is die hele discussie over Zwarte Piet schadelijk. Dat komt door de juridificering van het onderwerp en de aanpak van de VN-werkgroep. Volgens de rechter zou burgemeester Van der Laan onvoldoende rekening hebben gehouden met groepen binnen de samenleving die Zwarte Piet zien als ‘negatieve stereotypering van zwarte mensen’ en een ‘inbreuk op hun privéleven’. Dit was in lijn met de constatering van de genoemde VN-werkgroep dat Zwarte Piet een racistisch element van een volksfeest is. ‘Dit gebrek aan kennis over de geschiedenis voedt racisme en intolerantie en draagt bij aan het gegeven dat Nederlanders de
gevoelens van mensen niet begrijpen’, schrijft de commissie.
Hier wordt ons echter een schuldgevoel aangepraat dat contraproductief is. Ik, en met mij talloze andere Nederlanders, realiseren zich heel goed dat polarisatie en xenofobie grote risico’s voor een samenleving zijn. Maar ik, en met mij die talloze andere Nederlanders, hebben nooit een relatie met het kinderfeest gelegd. Net zoals wij geen relatie leggen tussen schutterijfeesten en toenemend wapenbezit. Volksfeesten zijn folklore, geen politieke statements.
Door de uitspraken van rechter en VN-commissie ontstaat een situatie waarin Zwarte Piet de inzet van een juridisch gevecht en een prestigestrijd wordt die alleen maar verliezers kent. De grootste verliezer is de verdraagzaamheid zelf.
Want als gekwetste christelijke groepen gay prides, en moslims in hun ogen te veel bloot in reclames, erotische beurzen en strandvertier kunnen tegenhouden, dan wordt dit een angstig, onaangenaam land waar dictatoriale minderheden bepalen wat goed voor de meerderheid is.
Hou daarom op over dat sinterklaasfeest. Zet dat feest zo nodig op de Werelderfgoedlijst en los het echte maatschappelijke probleem op, namelijk het gebrek aan verdraagzaamheid en het te veel aan racisme.
TROUW