Steeds nadrukkelijker is China aanwezig in het Caribische deel van Nederland. De subtiele beïnvloeding wordt met name via Chinese verenigingen gespeeld, zo schrijft het Algemeen Dagblad.
Nee, het is niet zo dat de Chinezen bezig zijn de Nederlandse eilanden systematisch in te kapselen zoals ze dat deden bij Afrikaanse landen, maar er zijn wel wat parallellen, constateert Tycho de Feijter van The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) in een onderzoek dat is gepubliceerd in tijdschrijft Atlantisch Perspectief. China kweekt met een mix van instrumenten – van investeringen in bedrijven tot cadeautjes die worden uitgedeeld via bestaande Chinese verenigingen – sympathie en begrip voor de Chinese zaak.
Op enig moment wordt voor zulke Chinese bijstand vaak een rekening gepresenteerd.
Waarom zouden de Chinezen de Antillen willen bedienen? ,,Ze liggen in de achtertuin van de Verenigde Staten, hun grote rivaal”, zegt De Feijter. ,,Amerikaantje pesten hoort er een beetje bij. Voor de Chinezen is het belangrijk te weten welke commerciële initiatieven de Amerikanen ontplooien in de regio. Maar ook Amerikaanse vlootbewegingen volgen ze graag. Misschien dat ze ooit ergens een radarpost neerzetten. Vooralsnog draait het vooral om handel. Er waren plannen op Sint Maarten 120 miljoen dollar te investeren in een hotel- en conferentiecomplex, als een soort steunpunt voor de Chinese handel in de regio.”
Dat het op dit moment niet botert tussen Den Haag en Willemstad over de voorwaarden voor coronahulp uit Nederland kan gevolgen hebben, denkt de onderzoeker. ,,Er is niet direct een gevaar dat de eilanden worden overgenomen door de Chinezen. Daarvoor zijn er te weinig grote investeringen. Maar als Nederland zich stug opstelt en de Antillianen merken dat de Chinese verenigingen met Covid-19 noodhulppakketten en maskertjes klaarstaan, dan riskeer je meer van dat soort bijstand en dus ook Chinese invloed. En stel dat ze een haven gaan bouwen en duizenden mensen werk gaan bieden, dan wordt het toch een ander verhaal.”
Lees het hele artikel door Bob van Huet terug in het AD.