Binnen een week zette President Trump een streep door de handelsvoordelen voor India; dreigde hij Mexico, Amerika’s grootste handelspartner, met sancties als dat land geen migranten tegenhoudt; en toen hij in Engeland landde voor een staatsbezoek om een ‘buitengewoon bondgenootschap’ te vieren, vocht hij met de Londense burgemeester Sadiq Khan een twittervete uit.
In ieder geval is Trump niet saai. Voor hem pleit ook dat hij geen oorlog wil met Noord-Korea en Iran. Kennelijk vertrouwt hij op de kracht van de Amerikaanse economie en zijn genie als dealmaker. Maar een genie zou er ook voor waken letterlijk de halve wereld tegen zich in het harnas te jagen.
Dat begon na zijn aantreden met het zetten van een streep door het Trans-Pacific Partnership (TPP) waarmee elf landen in de Indo-Pacific samen met de VS een antwoord op de opkomst van China wilden geven. Vervolgens moest Nafta eraan geloven. Deze Noord-Amerikaanse vrijhandelszone werd vervangen door een verdrag, waarvan alleen experts kunnen zien dat het anders is. Daarna werd de aanval ingezet op China waarmee een handelsoorlog wordt uitgevochten die vermoedelijk alleen maar verliezers zal hebben.
Ook de meest trouwe bondgenoten werden niet gespaard. Japan en de Europese Unie werden gedreigd met een handelsoorlog en Trump zaaide twijfel over de waarde van de Navo.
Almachtig
Welke strategie zit hier achter, behalve het idee dat Amerika nog steeds almachtig is, de mondiale regels kan bepalen en elk land ter wereld met economische, desnoods met militaire macht in het gareel kan schoppen? In het laatste nummer van Foreign Affairs was de teneur dat er helemaal geen strategie is. Volgens mijn Amerikaanse collega Daniel W. Drezner is Amerika zijn dominante positie voor eens en voor altijd kwijt. Zo bezien zijn Trumps acties de laatste stuiptrekking van een gemankeerde supermacht.
Dit machtsverval is overigens onder president Bush begonnen. Amerika was tegen het einde van de jaren negentig zo machtig dat er geen serieuze uitdager was. Dit idee van oppermachtigheid leidde tot het stomste besluit dat een Amerikaanse president de afgelopen vele decennia nam: de oorlog tegen Irak.
Obama trachtte vervolgens puin te ruimen en zijn troepen terug te trekken. Maar terugtrekken zou het terrorisme alleen maar in de kaart spelen, dus bleef hij om erger te voorkomen.
Ook Trump wil vertrekken uit het Midden-Oosten, maar zijn grootste probleem is China. Zijn grieven over oneerlijke handelspraktijken worden door de Europeanen gedeeld. Mij is daarom onduidelijk waarom hij dan zijn bondgenoten schoffeert. Drezner noemt terecht het dreigen van EU en Navo nog stommer dan de invasie in Irak.
Geklungel
Dit geopolitiek geklungel heeft er inmiddels toe geleid dat er zonder de Amerikanen een ‘Comprehensive and Progressive Agreement for TPP’ is ontstaan. En de kans lijkt mij groot dat de Europese Unie samen met China in toenemende mate de mondiale regels voor handel en het gedrag van staten gaat bepalen. Daarmee heeft Amerika zichzelf naar de zijlijn gemanoeuvreerd.
Het is niet te hopen dat we dan een wild om zich heen slaand, maar geïsoleerd en toenemend irrelevant Amerika overhouden, waaraan slechts de door de brexit geteisterde Britten zich willen vastklampen.
Lees wekelijks de column van Rob de Wijk in Trouw.