Met het bezoek aan Europa van de Amerikaanse vicepresident en in zijn kielzog Tillerson en Mattis, de ministers van buitenlandse zaken en defensie, lijkt de constatering dat president Trump wel mee valt een stuk dichterbij gekomen. “Dit hadden we echt nodig”, verzuchtte EU-president Tusk.
Inderdaad sprak vicepresident Pence de juiste woorden over de Navo, de EU en de door Europeanen zo geliefde internationale rechtsorde. Deze zalvende taal stond diametraal tegenover die van Trump die de Navo als overbodig beschouwde en hoopte dat de EU zo snel mogelijk zou instorten.
Toch was de boodschap over de Navo wel degelijk dezelfde. Zowel Pence als Mattis stelde voorwaarden aan de Amerikaanse steun voor de Navo. Als de Europese defensiebudgetten niet worden opgeschroefd, is die steun niet meer vanzelfsprekend. Dit is niet nieuw, want defensieminister Gates waarschuwde al in 2011. Maar nu lijkt het eindelijk menens.
Terwijl Pence en de ministers mooie woorden spraken, ging Trump in Amerika door met het aanvallen van de media en produceerde hij zelf ook nog wat fake news door te verwijzen naar een aanslag in Zweden die niet had plaatsgevonden.
Trump of Pence?
Maar wie moeten we nu geloven: Trump of Pence. Feit is dat Trump de enige is met een mandaat van de kiezer, dat hij de baas is en dat zijn kabinet, inclusief de vicepresident, uiteindelijk niet meer dan uitvoerders zijn van zijn beleid.
Daarom is de vraag van belang waarom de retoriek van Trump en die van zijn mensen in Europa zo verschilden. Een verklaring is dat Trump maar wat roept en dat nu schoorvoetend erkent. Hij schoffeerde de Europeanen, vertelde onzin over terrorismebestrijding en nam voor Amerika schadelijke besluiten zoals het opzeggen van het Trans Pacific Partnership en de aankondiging van protectionistische maatregelen. Maar Trump is niet het type dat fouten toegeeft. Hij is een vechter die gedijt bij strijd.
De column leest u in Trouw