Westerse landen sturen meer en meer wapens naar Oekraïne om het land te steunen in de strijd tegen Rusland. Ondertussen dreigt president Vladimir Poetin met “bliksemsnel terugslaan” als een land “onacceptabele bedreigingen creëert voor Rusland”.
Is de verhouding tussen het Westen en Rusland aan het escaleren, en waar leidt dat toe? “Stukje bij beetje raken we steeds meer bij de oorlog betrokken”, zegt oud NAVO-topambtenaar Timo Koster. “Ik denk dat we niet anders kunnen.”
De Amerikaanse president Joe Biden wil Oekraïne met 33 miljard dollar extra steunen, waarvan 20 miljard aan militaire bijstand. Den Haag besloot het zwaarste grondgeschut dat Nederland heeft te sturen: de pantserhouwitser.
“Dat kan best beschouwd worden als escalatie”, zegt Koster. “Want zware wapens zoals pantserhouwitsers en tanks zijn offensieve wapens. Maar we kunnen niet voorkomen dat we, althans in de ogen van Poetin, escalerende stappen nemen. Want we kunnen Oekraïne niet aan zijn lot overlaten.”
‘We maken het onze oorlog’
Ook andere militair deskundigen zien deze toenemende betrokkenheid van het Westen als (deels) onvermijdelijk. Maar over ‘escalatie’ wil oud-Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp niet spreken. “Wat wij doen is Oekraïne helpen het land te verdedigen, met steeds zwaardere middelen. Je ziet wel een soort intensivering in de steun die wij geven, maar het blijft wel een gevecht van Oekraïne tegen Rusland.”
“We moeten niet vergeten dat er één partij is die geëscaleerd heeft en dat is Rusland zelf. Ze zijn zelf een soeverein land binnengevallen en grof geweld gaan gebruiken.”
Hoogleraar internationale betrekkingen Rob de Wijk ziet dit anders. Volgens hem is het Westen wel degelijk aan het escaleren. “Absoluut. Niet alleen de wapens die worden geleverd worden steeds zwaarder, ook de retoriek die uit het Westen klinkt.”
Hij wist erop dat de Amerikaanse minister van Defensie het niet langer heeft over het helpen van Oekraïne, maar over het “verzwakken” van de Russen. En een Britse onderminister noemde het volstrekt legitiem als Westerse wapens door Oekraïne worden ingezet in Rusland. De Wijk: “Het is grof gezegd niet onze oorlog, maar zo maken we het wel onze oorlog.”
Het risico daarvan is volgens hem goed te zien in de woorden die Poetin vervolgens gebruikt. De Wijk: “Poetin roept: als dit zo doorgaat, vrezen we een existentiële dreiging voor Rusland.” Impliciet dreigt hij vervolgens met het inzetten van kernwapens.
Middendorp is het met De Wijk eens dat de taal die het Westen gebruikt escaleert. “We praten nu over het verdrijven van de Russen uit Oekraïne, dat is een wat offensievere retoriek.”
Maar hij ziet dat juist als een noodzakelijke ontwikkeling. “Het is goed dat we wat tegenwicht bieden aan Poetin. Het is een man die praat in termen van macht en kracht. En eigenlijk moeten we wat meer zijn taal gaan praten.”
Datzelfde geldt voor de militaire steun. “We gaan nu meer tegenwicht bieden tegen de Russen zodat ook Poetin voelt: ik ga tegen grenzen, tegen stootblokken aan lopen.”
Hoogleraar De Wijk vindt dat de Westerse wapenleveranties “op een glijdende schaal zijn terechtgekomen”, maar Middendorp en Koster zijn het daar niet mee eens. “We moeten onze verantwoordelijkheid nemen om een Europees land, dat in feite ook aan het vechten is voor onze vrijheid, zoveel mogelijk bijstand te bieden”, zegt Koster.
Zelfs als Oekraïne aanvoerlijnen in Rusland aanvalt met Westerse wapens “zijn dat nog steeds legitieme doelen”, zegt Middendorp. “Al ga je dan wel een stap verder op de escalatieladder.”
Poetins dreigementen met kernwapens neemt Middendorp niet al te serieus. “Dat is ook weer retoriek. Hij heeft er totaal geen belang bij dat we naar een escalatie gaan waar ook Rusland enorme schade van ondervindt. Poetin gebruikt alles wat wij zeggen tegen ons. We moeten ons ook niet gek laten maken door de retoriek van hem. Dat is een heel nauw spel dat we moeten leren spelen.”
Minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) beaamde dat vrijdag: “Het frame dat het Westen zou escaleren, daar moeten we echt niet intrappen. Dat is precies wat Poetin wil, dat wij ons laten intimideren.”
Wel vindt Middendorp dat de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk moeten oppassen dat ze in hun retoriek niet te veel op de troepen vooruitlopen. “Een paar landen kunnen niet dicteren wat het Westen gaat roepen. We moeten goed afstemmen dat de woorden die we gebruiken niet escaleren maar wel afschrikken. Dat is strategische communicatie.”
Bron: NOS
Foto bron: Kremlin.ru