De reacties op president Hollandes interventie in Mali waren alom positief. Waren dat ook niet de reacties toen westerse landen intervenieerden in Kosovo, Afghanistan, Irak en Libië? Beloofden de staatshoofden en regeringsleiders ook toen niet dat hun troepen geen minuut langer zouden blijven dan noodzakelijk? En ebde de aanvankelijke steun niet weg toen snelle successen uitbleven?
Hoe dan ook, voor de tweede maal in ruim een jaar heeft Frankrijk het voortouw in een interventie genomen. Het land is een van de zorgenkinderen van de eurozone, maar Hollande compenseert dat met een actief buitenland- en defensiebeleid. Bovendien ontwikkelt hij zich tot een soort Europese Obama: terughoudend in zijn retoriek, maar hard ingrijpen als dat nodig is.
Drone-aanvallen als handelsmerk
Obama trok zijn troepen terug uit Irak en zal dat in 2014 doen uit Afghanistan. In Libië speelde hij een rol op de achtergrond door vooral inlichtingen en communicatiemiddelen ter beschikking te stellen. Gelijktijdig maakte hij van drone-aanvallen zijn handelsmerk. Effectief, uiterst dodelijk en goedkoop, maar juridisch kwestieus. In Mali heeft hij dezelfde steun aangeboden als in Libië, terwijl de gevechtsoperaties door zijn collega worden uitgevoerd.
Als ik de situatie in Mali overzie, dan hebben de Fransen beperkte opties. De duizenden Afrikaanse militairen die zijn toegezegd door landen als Burkina Faso, Ghana, Nigeria, Niger, Senegal en Togo zullen vooral voor lichte vredesbewarende taken moeten worden inzet. Het Malinese leger is een zootje. De ongeveer 2500 Franse militairen zullen er voor het vuile werk worden ingezet. Steun voor die operaties moet komen van landen die daarvoor de middelen hebben, zoals Amerika, Australië, Denemarken, Duitsland, Engeland, Nederland en een enkele Golfstaat. Maar de meeste landen zullen daar om politieke en financiële redenen geen trek in hebben. Dat maakt de strijdkracht die kan worden ingezet heel dun.
Tot staan brengen en dan terugveroveren
Het doel van fase 1 van de operatie is het tot staan brengen van de djihadisten. Wat nodig is, zijn speciale eenheden voor operaties tegen die djihadisten en het inwinnen van inlichtingen om vliegtuigen, bewapende helikopters en mogelijk Amerikaanse drones naar hun doelen te dirigeren. Dat is een lastige klus met hooguit enkele duizenden special forces en een paar honderd vliegtuigen en helikopters in een gebied zo groot als Frankrijk. En als de rebellen zich verschansen voor een stadsguerrilla wordt de operatie helemaal lastig.
In fase 2, die na een paar weken moet beginnen, zullen Afrikaanse troepen het noorden moeten terugveroveren. Daarna kan werk worden gemaakt van het herstel van het bestuur in de eens zo democratische donordarling Mali. Niets is onmogelijk, maar gezien de beperkte capaciteiten lijkt mij ook dit een lastige klus.
De meeste kans op succes bieden beperkte politieke doelstellingen die met de beschikbare militairen kunnen worden uitgevoerd. Obama’s aanpak in het westen van Pakistan dient als voorbeeld: het slopen van djihadistische bolwerken zodat het land geen vrijplaats meer kan zijn voor terroristen die de regio ontregelen en mogelijk het Westen aanvallen. Het gaat pas echt mis als onder druk van publiek en politiek tot een ambitieuze wederopbouwoperatie als in Afghanistan wordt besloten.