Kort nadat Navo secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer de opvarenden van het Britse oorlogsschip Cumberland feliciteerde met hun optreden tegen piraten, was het voor de Somalische kust weer raak. Deze week werd de Saoedische supertanker Sirius Star gekaapt. Dit heeft in een klap de discussie over piraterij op een ander niveau getild en het zal de internationale gemeenschap tot nieuwe acties dwingen nu piraten steeds nadrukkelijker een bedreiging vormen.
De Fransen voeren al lang vanuit Djibouti strijd tegen piraten. Amerikaanse vlootverbanden die in de regio voor de oorlog tegen het terrorisme zijn ingezet, schakelen steeds meer over op de strijd tegen piraten. Zij krijgen nu versterking van de Navo en de Europese Unie, met het doel om de schepen van het Wereldvoedselprogramma van de VN voor de ontheemde bevolking in Somalië te beschermen. Maar hun mandaat wordt ongetwijfeld opgerekt tot een algemene anti-piratenoorlog.
Er is overigens een opmerkelijke parallel tussen de situatie in Somalië en Oost-Congo: de zucht naar geld. Delen in de Oost-Congolese provincie Noord-Kivu worden beheerst door Tutsikrijgsheer Nkunda die het heeft voorzien op de winning van grondstoffen als koper, kobalt en coltan. Somalische piraten hebben dit jaar ruim tachtig schepen gekaapt en meer dan 30 miljoen dollar aan losgeld geïnd.
Geld stelt outlaws in staat grotere legers en grotere piratenvloten op te bouwen. De opstandelingen in Oost-Congo begonnen met machetes. Nu heeft Nkunda een goed georganiseerd leger waarmee hij het regeringsleger van President Kabila en de VN-vredesmacht kan verslaan. Somalische piraten begonnen met kleinschalige acties binnen de twaalfmijlszone; nu wordt een supertanker op ruim 450 mijl buiten de kust gekaapt.
Piraten en Congolese rebellen gedijen door de chaotische situatie in hun land. Congo en Somalië zijn falende staten waar anti-regeringstroepen, terroristen en criminelen allianties kunnen aangaan. In Congo staat Kabila na zijn nederlagen tegen Nkunda onder druk en blijkt niet in staat het Rwandese Huturebellenleger FDLR te ontwapenen. In Somalië voert de Shabab, een mogelijk terroristische, maar zeker militant islamitische groepering, strijd tegen de zwakke overgangsregering waardoor de piraten vrij spel hebben.
Rebellen en opstandelingen maken bovendien gebruik van de zwakte van de internationale gemeenschap. De VN-vredesmacht in Oost-Congo heeft weliswaar het formele mandaat, maar niet de vereiste aantallen troepen, uitrusting en politieke backing van de deelnemende landen om keihard tegen Nkunda op te treden. Angst om betrokken te worden bij een uitzichtloze en risicovolle strijd zoals die in Afghanistan wordt gevoerd, maakt regeringen kopschuw.
Voor de Somalische kust vallen piraten aan in snelle motorboten die vanaf gekaapte moederschepen worden ingezet. Maar het zeegebied is te groot om met nog geen twintig schepen te controleren. Bovendien zijn landen terughoudend om piraten in te rekenen. Volgens het geldende zeerecht moeten zij worden gearresteerd en berecht in het land waaruit het schip afkomstig is. Veel regeringen hebben geen trek in uitzichtloze processen, gevolgd door het in bewaring nemen van piraten die op duizenden kilometers afstand zijn gearresteerd.
De strijd tegen krijgsheren als Nkunda en piraten is een voorbode. Klassieke interstatelijke conflicten lijken passé, terwijl de strijd om economische belangen belangrijker wordt. In een wereld van toenemende schaarste van olie, gas, mineralen en andere grondstoffen worden economische motieven voor regeringen steeds belangrijkere redenen voor ingrijpen. Als de lijdende lokale bevolking daar iets aan heeft, is dat mooi meegenomen.
Trouw