Nederland en België zijn meer dan ooit op elkaar aangewezen. Als ze samenwerken, kunnen de Lage Landen ook in deze eeuw hoge toppen scheren, op economisch en cultureel vlak, zo schrijven Ties Dam, Jonathan Holslag, Alexander Mattelaer, Tanguy Struye De Swielande en Joris Teer in De Tijd.
De essentie
- De auteurs
Ties Dams (research fellow Clingendael Institute), Jonathan Holslag (docent internationale politiek VUB), Alexander Mattelaer (senior rechearch fellow Egmont Institute), Tanguy Struye De Swielande (docent internationale politiek UCLouvain) en Joris Teer (strategisch analist The Hague Centre for Strategic Studies). - De kwestie
Het Nederlands koningspaar komt dinsdag naar België voor een driedaags staatsbezoek. Dat is de gelegenheid om stil te staan bij de kansen en uitdagingen voor beide landen. - Het voorstel
België en Nederland zijn meer dan ooit op elkaar aangewezen. Ze moeten een evenwicht vinden tussen openheid en veiligheid, en beter onderwijs aanbieden met niet louter aandacht voor STEM.
Daar liggen we dan, twee landjes aan de Noordzee. Het ene moment zijn we een aanlegsteiger en kraamkamer der kunsten, soms een strijdperk, dan weer een verzoenende kracht. Maar altijd zijn we klein zodra onze buurlanden groot willen zijn. En we worden alleen maar kleiner als we uitkijken over de Euraziatische arena, waarin Rusland en China zich doen gelden, of naar het Zuiden, waar amper een dagreis ons scheidt van het broeierige Afrikaanse continent.
In die wereld zijn België en Nederland meer dan ooit op elkaar aangewezen. Nu de Nederlandse koning en koningin voor een staatsbezoek naar België sporen, is het belangrijk stil te staan bij de kansen en de uitdagingen voor beide landen.
Eendracht maakt macht, klinkt het. Door eendracht groeien kleine dingen. Maar dan wordt het wel zaak die eendracht te behouden. Dat kan alleen als we burgers beter uitleggen dat we met zijn allen in hetzelfde schuitje zitten op de almaar wildere golven van de wereldpolitiek, dat we een lotsgemeenschap zijn. Dat kan alleen ook als onze leiders opnieuw rolmodellen worden, zich waardig boven de scheldtirades heffen en als eersten offers brengen als die gebracht moeten worden.
De Lage Landen zijn havenlanden. Havens vereisen openheid, maar in deze fragmenterende wereld betekent openheid ook kwetsbaarheid. We moeten vermijden dat we tegen elkaar worden uitgespeeld, met onze havens, met onze baggeraars, met onze technologische industrie, enzovoort. We moeten beter samenwerken om misbruik van onze openheid te voorkomen: diplomatie, inlichtingen en veiligheid. We stellen voor een gezamenlijk kennisplatform op te richten om informatie over economische dreigingen beter uit te wisselen. Zeker nu in de druk bevaren Noordzee honderden nieuwe windmolens zullen opdoemen, is een gezamenlijke maritieme aanpak een must.
Onze havens zijn maar zo sterk als hun achterland. Goedkope invoer kan ons erg duur komen te staan als de handel door onze havens en luchthavens niet eerlijk verloopt. We moeten beter verhinderen dat de vervuiling elders de innovatie en verduurzaming van onze eigen bedrijven schaadt. België en Nederland moeten aandringen op nog strengere Europese regels die een evenwichtige handel met respect voor mens en natuur mogelijk maken.
Afrika
Van het opbouwen van een duurzame industrie moeten we een kans maken om meer in Afrika te investeren. Met ontwikkelingshulp redden we het daar niet. België en Nederland moeten hun knowhow bundelen in een overleggroep en een bedrijvenforum voor samenwerking met Afrika. Beide landen moeten samen investeren in concrete projecten in duurzame landbouw, mijnbouw en havens.
De migratiedruk neemt enorm toe en veel burgers liggen daarvan wakker. Hoe groot de nood ook is in het oosten, in Oekraïne, België en Nederland moeten solidair zijn met de Zuid-Europese landen wat de migratieproblematiek aan de buitengrenzen betreft, bijvoorbeeld door mee toezicht te houden in de Middellandse Zee. Steden moeten ervaringen samenbrengen over hoe integratie van nieuwkomers het best bespoedigd kan worden.
Een van de instrumenten daartoe is onderwijs. Net dat kraakt in zijn voegen in België en Nederland. Er zijn te weinig leerkrachten. De uitdagingen op de klasvloer worden talrijker. De belangrijkste hoop van een samenleving, schreef Desiderius Erasmus al, ‘situeert zich in een goede opvoeding en onderwijs voor de jeugd’. Onderwijs is de bouwplaats van een betere samenleving. Onze economie smeekt om goed gevormde vaklui, maar onze samenleving hunkert ook naar goed gevormde burgers. Humanisme, waaraan de Lage Landen zo’n belangrijke bijdrage leverden, zou in onze scholen minstens even centraal moeten staan als STEM (science, technology, engineering and mathematics).
En uiteindelijk brengt niets dat humanisme beter tot uiting dan schoonheid. Het is in de meest uitdagende tijden dat schoonheid kan helpen bij het behouden van eenheid en de gezamenlijke verbeelding van een betere toekomst. Voor humanisten als Justus Lipsius zijn esthetiek en ethiek als tweelingen verbonden. Meer dan ooit moeten we hoopgevende kunst steunen en vooral een nieuwe generatie kunstenaars de ruimte geven om de fakkel over te nemen, om beider landen te ontdekken, als Dirk Bouts, Frans Hals en Pieter Pourbus. Laten we een klein Boutsfonds oprichten om jonge kunstenaars toe te laten hun werk tentoon te stellen, concerten te geven of poëzie voor te dragen in beider landen.
Ook in deze eeuw kunnen de Lage Landen hoge toppen scheren, waarin welvaart ook beschaving is, groei ook gecultiveerd wordt, en handel vooral een uitdrukking is van kracht en creativiteit.
(En, geen onbelangrijk detail: dat de treinen tussen Brussel en Den Haag altijd even rein en stipt mogen zijn als tijdens het staatsbezoek van Willem-Alexander en Maxima.)
Auteurs: Ties Dams (research fellow Clingendael Institute), Jonathan Holslag (docent internationale politiek VUB), Alexander Mattelaer (senior rechearch fellow Egmont Institute), Tanguy Struye De Swielande (docent internationale politiek UCLouvain) en Joris Teer (strategisch analist The Hague Centre for Strategic Studies – HCSS).
Bron: De Tijd, 20 juni 2023