Als iemand bij het horen van feiten die in strijd zijn met de eigen opvatting en mening een onaangenaam gevoel krijgt heet dat cognitieve dissonantie. Het is een term uit de psychologie. Je mening herzien is een manier om ermee om te gaan. Maar ik vermoed dat velen de feiten domweg negeren.
Ik moest er de afgelopen week vaak aan denken. Tijdens de rampzalige gebeurtenissen van Koninginnedag hoorde ik commentatoren zeggen dat dit toch niet kan gebeuren op zo’n mooie dag. Wel dus. En er is geen reden aan te nemen dat dit niet nog eens kan gebeuren. Ook bleek dat Nederland zijn onschuld was kwijtgeraakt. Alweer? Werd dit ook niet gezegd na de moorden op Fortuyn en Van Gogh? Toegegeven, Koninginnedag roept geen associatie met aanslagen op. Want deze dag lijkt het laatste overblijfsel van een onschuldig tijdperk als koekhappend Nederland zich onder regie van de lokale Oranjevereniging vol overgave in een feest stort dat zo in de jaren vijftig van de vorige eeuw kon plaatsvinden.
Ook blijken Nederlanders zich niet echt druk te maken om de Mexicaanse griep, een pandemie die een regelrechte bedreiging voor grote delen van de wereld kan vormen. „Artsen, apotheken en GGD ontvangen weinig telefoontjes van bezorgde mensen”, schreef Trouw op 29 april.
Ondanks het deze week verschenen Dreigingsbeeld van de NCTb laat terrorisme, net als de griep, de gemiddelde Nederlander koud. De NCTb houdt de dreiging op substantieel vanwege buitenlandse jihadisten die zich ergeren aan de Nederlandse troepen in Uruzgan en de belediging van de islam in Nederland. In Nederland zelf, zou sprake zijn van verdere radicalisering en polarisatie. In mijn omgeving halen mensen hun schouders op: er is toch nooit iets gebeurd? Niets gebeurd? In de periode van 1950 tot 2009 zijn er ongeveer 70 aanslagen gepleegd, met als hoogtepunt de acties van de Molukkers in de jaren zeventig en in de jaren daarna extreem linkse of anarchistische aanslagen zoals die van RaRa.
Veiligheid scoort door ontkenning van de werkelijkheid niet hoog. In de maatschappelijke barometer van onderzoeksbureau Motivaction staat het onderwerp op de negende plaats van urgente maatschappelijke problemen, maar stijgt de economie met stip naar plaats vier. Alleen bij de kredietcrisis lijkt er besef te zijn dat er echt iets aan de hand is. Logisch, ruim veertig procent van de Nederlanders zegt onvoldoende spaargeld te hebben om de gevolgen van de crisis, bijvoorbeeld werkloosheid, op te vangen. Kortom, als het onheil dicht bij komt, kunnen de feiten niet meer worden ontkend.
Welke feiten kunnen nog meer niet worden genegeerd? Dat is het feit dat recessie en veiligheid steeds sterker op elkaar inwerken. De Europese Unie heeft de groeiverwachtingen voor heel Europa weer naar beneden bijgesteld en komt nu op een krimp uit van 4 procent, die in 2010 niet omslaat in groei. „We zijn nu in het hart van de financiële en economische crisis en we zijn op weg naar een sociale crisis”, stelde de Luxemburgse minister Jean-Claude Juncker, die afgelopen maandag het overleg van Europese ministers van financiën voorzat.
En dan de dreiging van de Mexicaanse griep. Volgens de Nationale Risicobeoordeling wordt bij een pandemie in het ergste geval 30 procent van de bevolking ziek, loopt de continuïteit van vitale sectoren gevaar, overlijden 80.000 medeburgers en krimpt de economie met 5.3 procent. Zo kunnen recessie en pandemie elkaar versterken met maatschappelijke ontwrichting tot gevolg. Voeg dat bij de door de NCTb geconstateerde polarisatie en radicalisering en er ontstaat een scenario dat niet meer te negeren valt. Hopelijk lijdt het kabinet niet aan cognitieve dissonantie.
Trouw