Met het wegvallen van Groningen is leveringszekerheid van gas geen gegeven meer, met name tijdens krappe gasmarkten. Jilles van den Beukel en Lucia van Geuns doen in deze nieuwe HCSS studie, “De afnemende leveringszekerheid van aardgas in Nederland“, een aantal aanbevelingen hoe de overheid hierop zou kunnen reageren.
Het Nederlandse aardgassysteem was een relatief simpel systeem, met het Groningen gasveld als fundament. Van een simpel systeem, “Groningen lost alles op”, gaan we nu naar een meer gecompliceerd systeem waarin de import van gas per pijpleiding, de import van vloeibaar gas (LNG), de conversie van geïmporteerd gas tot gas van Groningen specificaties en gasopslagen (om aan de grotere vraag in de winter te voldoen) allen van essentieel belang zijn. Over sommige elementen, bijvoorbeeld conversiecapaciteit, heeft Nederland de controle. Voor de beschikbaarheid van geïmporteerd gas, tegen enigszins acceptabele prijzen, is dat echter niet het geval.
De effecten van deze, voor Nederland geheel nieuwe, situatie werden tijdens de ruime gasmarkten van de afgelopen jaren slechts in beperkte mate gevoeld. Bij beleidsmakers sloop het vertrouwen binnen dat het goed functionerende TTF (Title Transfer Facility) gas handelssysteem en een groeiende aanvoer van LNG leveringszekerheid van gas blijvend zou garanderen.
In 2021 sloegen de gasmarkten echter om van ruim naar krap. Dit bracht twee zorgwekkende ontwikkelingen met zich mee: een ongekend snelle stijging van de gasprijzen tot niveaus die in het verleden nog nooit waren bereikt en een relatief lage vulgraad van de Nederlandse gasopslagen aan het begin van de winter.
Verschillende structurele factoren speelden hierbij een rol: de groei van de vraag naar gas (met name in Azië), de vermindering van de stroom van nieuwe LNG fabrieken, de afnemende rol van kolen en nucleair en de afnemende gasproductie (met name in Europa). Daarnaast waren er meer tijdelijke, additionele factoren zoals een relatief koude 2020-2021 winter, een lage benuttingsgraad van LNG fabrieken en relatief lage windsnelheden in Europa.
De belangrijkste additionele factor was echter de terughoudendheid van Rusland om meer gas naar Europa te exporteren in aanvulling op de afgesloten langetermijncontracten. Daarbij speelden voor Rusland zowel financiële overwegingen, strategische overwegingen (de wens om de druk op de ketel te houden voor een snelle ingebruikname van de Nord Stream 2 leiding) als technische problemen bij gasproducent Gazprom een rol.
Aan het begin van de winter 2021/2022 is het afwachten hoe gasprijzen en beschikbaarheid van gas zich verder zullen ontwikkelen. Op de korte termijn zal veel afhangen van de strengheid van de komende winter (niet alleen in Europa maar ook in Azië), de bereidheid van Rusland om meer gas te exporteren en de mate waarin de gasvraag omlaag gaat bij extreem hoge prijzen. Verder kan men komende winter weinig meer doen dan damage control.
Op de langere termijn zou de Nederlandse overheid echter, naast het vaart maken met de energietransitie en het verminderen van de vraag naar gas, een aantal maatregelen moeten nemen om de levering van gas de komende jaren meer zeker te stellen:
- Ten eerste is het aan te raden de bestaande commerciële gasopslagen in stand te houden, zo mogelijk uit te breiden, en net als in een aantal andere Europese landen ervoor zorg te dragen dat deze (ook de hoogcalorische) goed zijn gevuld aan het begin van de winter.
- Ten tweede is het raadzaam dat er voor de Nederlandse gasvoorziening nieuwe langetermijncontracten worden afgesloten. Al onze buurlanden hebben, voor enige tientallen procenten van de gasconsumptie, dergelijke contracten lopen tot tenminste 2030.
- Ten derde: houd de productie uit kleine velden in stand; uit het oogpunt van financiën, leveringszekerheid én klimaat. Het verminderen van de gasproductie, in landen waar deze productie een lage carbon footprint heeft, is voor het klimaat contraproductief als dit resulteert in de import van gas met een veel hogere carbon footprint, zoals dat bijvoorbeeld voor Russisch gas het geval is.
Tenslotte moeten we ons voorbereiden op een moeilijke keuze. Willen we Groningen gasproductie de komende jaren operationeel houden? Zijn we alleen bereid meer te produceren voor leveringszekerheid bij extreme kou of ook bij andere crisis situaties? Zijn we bereid een veel groter deel van de baten van resterende Groningen productie ook aan deze provincie ten goede te laten komen?
“De afnemende leveringszekerheid van aardgas in Nederland“, Jilles van den Beukel en Lucia van Geuns, Oktober 2021