“Als we 20 jaar geleden waren begonnen, hadden we nu een betere positie gehad. Nu zijn we wakker, maar China heeft een grote voorsprong,” zegt HCSS analist Irina Patrahau in de Volkskrant. “Met de groene transitie zit de EU wel op het goede spoor, alleen nogal laat. We gaan nog moeilijke jaren meemaken, waarin energie en grondstoffen duur blijven.”
Donderdag presenteert de Europese Commissie een ambitieuze Grondstoffenwet. Voorbij is de tijd waarin Europa de wereld zag als één grote markt waar grondstoffen goedkoop van elders konden worden gehaald. Corona, oorlog en toenemende geopolitieke spanningen hebben laten zien hoe gevaarlijk het kan zijn als je zelf niets meer maakt en afhankelijk bent van anderen. Op alle fronten streeft Europa naar meer strategische autonomie: defensie, chips, digitalisering, geneesmiddelen en ook grondstoffen.
Hernieuwbare energie maakt Europa minder afhankelijk van fossiele brandstoffen uit Rusland en het Midden-Oosten. Zon en wind vind je overal, en nog gratis ook. Maar voor zonnepanelen, windturbines en elektrische auto’s zijn grondstoffen nodig die grotendeels buiten de EU worden gewonnen en verwerkt. China beheerst 80 tot 90 procent van de markt voor zeldzame aardmetalen, zoals neodymium of terbium, die nodig zijn voor windturbines, zegt onderzoeker Irina Patrahau van The Hague Centre of Strategic Studies. Ook kobalt en lithium voor accu’s worden grotendeels in China verwerkt.
China plukt de vruchten van een vooruitziende blik. ‘In de jaren negentig zei de Chinese leider Deng Xiaoping: het Midden-Oosten heeft olie, maar wij hebben zeldzame aardmetalen. China heeft enorm veel geïnvesteerd in deze sector, en ook in andere grondstoffen’, zegt Patrahau. Met staatssubsidies vaagden Chinese bedrijven hun concurrenten uit Europa en de Verenigde Staten weg.
Bovendien besteedde Europa het winnen van grondstoffen maar al te graag uit aan landen als China of Australië, juist vanwege de schade voor milieu, landschap en lokale bevolking. In Europa prevaleerde het nimbysyndrom (not in my backyard). ‘Veel reserves in Europa liggen in de buurt van steden of natuurgebieden. Lange tijd is er niets gebeurd vanwege protesten tegen milieuschade. We wilden niet eens nadenken over mijnbouw. Als we twintig jaar geleden waren begonnen, hadden we nu een betere positie gehad. Nu zijn we wakker geworden, maar heeft China een grote voorsprong genomen’, zegt Patrahau.
Politici winnen echter geen verkiezingen door burgers te vertellen dat zij minder moeten consumeren. De groene transitie is bedoeld om de hoge Europese levensstandaard te handhaven, tegen de achtergrond van een klimaatcrisis en de eindigheid van fossiele brandstoffen.
Een verandering van energiemodel heeft grote geopolitieke gevolgen. Europa domineerde de 19de eeuw met zijn steenkoolvoorraden, maar moest het stokje overgeven aan Amerika in het olietijdperk van de 20ste eeuw. De 21ste eeuw wordt het tijdperk van de hernieuwbare energie.
Europa is relatief arm aan de grondstoffen die voor de groene transitie nodig zijn. Voor deze grondstoffen is het sterk afhankelijk van China, voor zijn veiligheid van Amerika. Zo dreigt het bekneld te raken in de almaar toenemende Chinees-Amerikaanse rivaliteit.
Toch moeten we de toekomst niet te somber inzien, zegt Irina Patrahau van The Hague Centre of Strategic Studies. Europa heeft misschien minder grondstofreserves dan andere continenten, maar kan meer zelf winnen en verwerken. Het kan zijn aanvoerketens diversifiëren, bijvoorbeeld door meer grondstoffen uit Zuid-Amerika en Australië te halen. Op langere termijn biedt recycling interessante mogelijkheden, net als het zoeken naar alternatieve materialen.
Patrahau: ‘Het kost wel tijd om mijnen te openen en een verwerkingsindustrie op te zetten. Je moet er nu mee beginnen om er later profijt van te hebben. Met de groene transitie zit de EU wel op het goede spoor. Ze is alleen nogal laat. Dat betekent dat we nog moeilijke jaren gaan meemaken, waarin energie en grondstoffen duur zullen blijven.’