In 1983 raakten de Sovjet-Unie en het westen door de Navo-oefening Able Archer verzeild in een diepe crisis. De oefening moest worden afgebroken toen de Russen dachten dat een echte aanval aanstaande was. De situatie waarin Rusland en het Westen zich nu bevinden, doet sterk aan die episode denken. Bovendien is het niet eerder voorgekomen dat landen en bondgenootschappen die de beschikking hebben over kernwapens doelbewust bezig zijn een crisis te laten escaleren.
Dit is uiteraard het gevolg van de Russische annexatie van de Krim en de daarop volgende sancties van het westen. Inmiddels dreigt Rusland met de stationering van nieuwe kernraketten en worden aan beide zijden oefeningen gehouden die de tegenstander ervan moeten overtuigen dat het menens is.
Hoe ernstig de situatie is, bleek onlangs uit het besluit van Amerika om militair materieel in het oosten van de Navo te stationeren. Daarmee wordt een toezegging uit 1997 ongedaan gemaakt. Die hield in dat stationering uitsluitend mogelijk was als er sprake zou zijn van ‘een dreiging van agressie’. Kennelijk is dat nu het geval.
Zenuwachtig maken
Vorige week hoorde ik een voormalige Amerikaanse ambassadeur bij de Navo zeggen dat hij voor de eerste keer in zijn leven voor een oorlog in Europa vreest. Een voormalige adviseur van president Poetin was het met hem eens. Een paar dagen later hoorde ik een voormalige plaatsvervangend minister van financiën van Rusland, Sergei Aleksashenko, zeggen dat Poetin geen oorlog wil, maar slechts bezig is het Westen te testen en zenuwachtig te maken.
Dit soort zorgen en opmerkingen hebben achter de schermen inmiddels tot een verhitte discussie geleid over de waarde van artikel 5 van het Navo-verdrag. Die verplichting om bondgenoten te helpen verdedigen als ze worden aangevallen, is volgens politici in steen gebeiteld. Maar de vraag is of dat zo is.
Ten eerste zal Poetin volgens analisten speldenprikken uitdelen die vervelend zijn, maar onvoldoende zijn om artikel 5 te activeren, zoals het opstoken van de Russen in Narva, in het oosten van Estland. Ten tweede zijn de Europese Unie en de Navo hopeloos verdeeld. De Griekse crisis zal dit alleen maar verergeren. Zo sloot de Griekse premier Alexis Tsipras vorige week een gasdeal met Rusland om te laten zien waar zijn loyaliteit ligt. Ten derde is volgens een recente Pew-opiniepeiling een kwart van Europese bevolking pro-Rusland. Ten vierde zijn volgens de Pew-peiling en andere peilingen Europese burgers in meerderheid niet bereid te zijn om voor hun land te vechten, laat staan bondgenoten te verdedigen.
Verantwoordelijkheidsbesef
Ik hoorde de voormalige Zweedse minister van buitenlandse zaken Carl Bildt vorige week zeggen dat Poetin gebruikmaakt van deze Europese zwakte en verdere stappen zal zetten als Europa verdeelder raakt. Met groot genoegen ziet Poetin hoe eurosceptici die eenheid verder ondermijnen.
De situatie waarin we nu verzeild zijn geraakt is veel zorgwekkender dan de Koude Oorlog. Niemand wil oorlog, maar het spel dat nu vooral door Poetin wordt gespeeld, getuigt van een volstrekt gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef. Want verkeerde inschattingen over elkaars bedoelingen of het negeren ervan kunnen gemakkelijk tot een oncontroleerbare escalatie leiden. Die les werd na Able Archer getrokken, maar is inmiddels alweer vergeten.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.