Tot nu toe verloopt de crisis over het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma volgens het boekje.
Kim Jong-un ging onverstoorbaar door met de opbouw van zijn arsenaal aan kernwapens en raketten waarmee hij zegt Amerika te kunnen vernietigen. Trump dreigde, schreeuwde en beledigde en werd pas rustig toen Kim eind vorig jaar verklaarde dat hij zijn doel had bereikt. Daarop startte Kim een charmeoffensief en stemde in met een gezamenlijk Zuid- en Noord-Koreaans olympisch team voor de spelen in Pyeongchang. Ter verhoging van de feestvreugde stuurde hij ook nog een peloton kleurige, altijd lachende cheerleaders. Vorige week opende hij een hotline, zodat hij en zijn Zuid-Koreaanse collega Moon Jea-in bij dreigend onheil de telefoon kunnen pakken. Kim kondigde aan te stoppen met het testen van kernwapens en raketten en wil nu ‘denucleariseren’. Tegen welke prijs is niet duidelijk. Daarover zal ongetwijfeld vandaag tijdens de topontmoeting tussen de twee Koreaanse leiders diepgaand worden gesproken.
Kim heeft het initiatief. Door het voltooien van zijn kernwapenprogramma heeft hij een patstelling gecreëerd waardoor hij alle partijen dwingt een nieuw hoofdstuk open te slaan. Dat is knap.
De grote vraag is wat hij wil. Zeker is dat kernwapens zijn status en de veiligheid van zijn land vergroten. Zowel Zuid-Korea als Amerika zal het nu wel uit hun hoofd laten om Noord-Korea binnen te vallen. Kernwapens verschaffen Kim een onderhandelingspositie die een pauper als Noord-Korea anders nooit had gehad. Zo ontstaat zicht op een vredesakkoord waarop sinds het einde van de Koreaanse oorlog in 1954 wordt gehoopt. Vervolgens komt ook een niet-aanvalsverdrag met de Verenigde Staten in zicht.
‘Normaal’ land
Wat de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Mike Pompeo naar aanleiding van zijn recente geheime bezoek aan Noord-Korea hierover in de Senaat verklaarde, ligt daarmee in lijn: Amerika wil niet door Noord-Korea bedreigd worden. En niet onbelangrijk: Pompeo stelde in de Senaat dat Kim niet weg hoeft. Dit maakt de weg vrij voor erkenning van Noord-Korea als een ‘normaal’ land dat zelfs het terugtrekken van troepen uit het grensgebied rechtvaardigt.
De retoriek van Trump lijkt dit te ondersteunen. Niet langer predikt hij hel en verdoemenis, maar hij spreekt nu over goede relaties en het perspectief van een vredesregeling. Mogelijk opent dit de weg naar normalisering van de betrekkingen en het opheffen van de sancties. Vervolgens kan dan heel voorzichtig over de hereniging van de Korea’s worden gefilosofeerd. Kim schijnt dat te willen, ook al is de weg naar hereniging lang en mogelijk eindeloos.
Het pad dat nu is ingeslagen biedt hoop, maar leidt ook tot een dilemma dat niet gemakkelijk valt op te lossen. Als Trump akkoord gaat met een vredesregeling wordt de druk om de sancties te verlichten groter. Maar die zal hij afhankelijk willen maken van de bereidheid van Noord-Korea om zijn kernwapens en raketten op te geven. En dat zal Kim niet snel doen, omdat hij daarmee zijn belangrijkste troefkaart uit handen geeft. Daardoor zal de patstelling waarin de kwestie Noord-Korea is terechtgekomen nog wel even voortduren.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.