Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse maatschappij als China de chipexport van Taiwan aan banden legt? Welke scenario’s ontstaan er als China de levering van belangrijke grondstoffen voor ict-apparatuur staakt? De antwoorden staan in een nieuwe rapport van het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS), zo schrijft Computable.
Het rapport, getiteld ‘Competitie tussen grootmachten en maatschappelijke stabiliteit in Nederland’, brengt de gevolgen in kaart van een een mogelijke crisis in Oost-Azië. Die kan ontstaan door een aaneenschakeling van geopolitieke conflicten en de verharding van de competitie tussen grootmachten. De studie schetst twee geopolitieke crisisscenario’s tussen 2028 en 2032: een embargo van kritieke grondstoffen dat door China wordt opgelegd aan de EU, en een Chinese maritieme blokkade van Taiwan die de chipexport van de grootste chipexporteur van de wereld lamlegt.
De auteurs gaan daarbij in op de gevolgen die dat zou hebben voor Nederland. En die zijn ernstig. Grondstoffen zijn niet alleen bouwstenen voor chips en digitalisering. Zowel grondstoffen als chips maken het functioneren mogelijk van vitale sectoren, zoals de medische sector, defensie, energie, mobiliteit en ict. Een geopolitieke crisis in Oost-Azië zal een nog grotere impact hebben op de Europese welvaart dan de oorlog in Oekraïne, waarschuwen de onderzoekers. ‘Het zwaartepunt van de wereldeconomie is immers verschoven van de Atlantische Oceaan naar de Indische en Stille Oceanen in het algemeen, en Oost-Azië in het bijzonder. Bovendien is de Europese afhankelijkheid van China veel dieper en veelzijdiger dan de Europese afhankelijkheid van Rusland.’
Taiwan
HCSS staaft dat Taiwan de belangrijkste productielocatie voor halfgeleiders in de wereld is. ‘Zowel het wegvallen van de kritieke grondstoffentoevoer uit China door een exportboycot tegen Europa, als het wegvallen van de toevoer van chips uit Taiwan door een Chinese militaire invasie of blokkade, heeft verstrekkende gevolgen voor de Europese welvaart, welzijn en veiligheid en dus ook voor Nederland.’
Nederlandse en Europese vitale sectoren leunen namelijk op kritieke grondstoffen, die grotendeels afkomstig zijn uit China, en halfgeleiders die voor een groot deel in Taiwan worden geproduceerd. Als voorbeelden voor de zorg worden grondstoffen voor mri-apparatuur en pacemakers genoemd. Op het gebeid van defensie worden radarsystemen en satellietcommunicatie beschreven. Maar ook smartphones en elektrische apparatuur zitten bomvol met chips. Om dit te illustreren, wijzen de onderzoekers naar de iPhone-productieketen. Daarvoor wordt kobalt gedolven in Congo dat vervolgens geraffineerd wordt in China en in een chip verwerkt wordt in Taiwan die vervolgens in half miljoen iPhones per dag verwerkt wordt in China.
“‘China speelt bijvoorbeeld een grote rol in de verwerking van iPhone-chips’. “
De onderzoekers zien een trend waarin staten, vooral grootmachten, elkaar steeds vaker sancties opleggen. Ze schetsten een noodsituatie die de komende vijf tot tien jaar kan ontstaan als Nederland en de EU niet op korte termijn grootschalig actie ondernemen om geopolitiek ‘schokbestendiger’ te worden, onder andere door ongewenste afhankelijkheden te verminderen. Door de gevolgen voor welzijn, welvaart en veiligheid in Europa van een geopolitieke crisis in Oost-Azië inzichtelijk te maken, poogt het rapport aan te sporen tot actie.
De-globalisering
De samenstellers schrijven dat, mede door de oorlog in Oekraïne, de vermindering van knelpunten in de wereldeconomie waarover China en Rusland controle hebben, hoog op de politieke agenda staan in Europa en de VS. ‘Met initiatieven als de Amerikaanse Chips and Science Act en Inflation Reduction Act (IRA), en de aankomende European Chips Act en European Critical Raw Material Act proberen de VS en EU de leveringszekerheid te vergroten voor grondstoffen en chips. Daarmee beogen de VS en de EU beter voorbereid te zijn op ontwrichtende gebeurtenissen, zoals geopolitieke crises die deels buiten hun controle liggen.’ Volgens de onderzoekers is het terugdringen van globalisering duur. ‘Deze programma’s kosten tientallen of soms zelfs honderden miljarden aan publiek geld. Gelijktijdig laat de gascrisis zien dat het niet voorbereiden op de-globalisering ook met enorme kosten gepaard gaat. In het aankomend decennium speelt de vraag welke vitale grondstoffen, componenten en eindproducten staten zelf willen kunnen produceren om hun vitale sectoren draaiende houden een grote rol.’