In elke editie van de Militaire Courant publiceert HCSS een artikel over een recent onderzoek. Deze keer: HCSS strategisch analist Frederik Mertens over luchtverdediging en de afwezigheid van de Russische luchtmacht in de oorlog in Oekraïne.
Een van de grote verrassingen van de oorlog in Oekraïne is de ‘afwezigheid’ van de Russische luchtmacht. Bijna alle analisten – inclusief schrijver dezes – gingen er aan het begin van de oorlog van uit dat de Russische luchtmacht eerst de Oekraïense luchtverdediging zou neutraliseren om vervolgens de Oekraïense luchtmacht te vernietigen. Op die manier had Rusland luchtsuperioriteit kunnen verwerven, om dan met luchtaanvallen diep in het achterland het Oekraïense leger te verlammen en directe luchtsteun aan de Russische pantserspitsen te bieden. Maar de Russische luchtmacht lijkt te schitteren door afwezigheid. Wat is er aan de hand?
Het blijkt dat de Russen eind februari en begin maart wel geprobeerd hebben om de Oekraïense luchtverdediging uit te schakelen, maar de schreeuw om hulp van het Russische leger bij Kiev heeft ervoor gezorgd dat de Russische luchtmacht te snel de focus op directe luchtsteun heeft gelegd. Hierdoor konden de Oekraïners hun luchtverdediging herorganiseren, met de nadruk op mobiliteit en survivability.
‘Mutual Air Denial is een Oekraïense overwinning
en meer dan we hadden durven hopen.’
HCSS strategisch analist Frederik Mertens
Het gevolg was dat de Russen toen op middelgrote en grote hoogtes alsmaar meer aanvalsvliegtuigen begonnen te verliezen aan de mobiele Buk-systemen. Ze moesten wel lager gaan vliegen, maar laag vliegen maakte Russische vliegtuigen kwetsbaar voor draagbare luchtverdedigingsraketten – zoals de door Nederland geleverde Stinger.
Al met al liepen de verliezen zo hoog op dat de Russische luchtmacht het nauwelijks nog aandurft om binnen het bereik van de Oekraïense luchtverdediging te komen.
Air Denial
De Oekraïners weten zo het gebruik van hun luchtruim door Russische vliegtuigen grotendeels te voorkomen. Dat heet: Air Denial. Ze kregen dit voor het grootste deel voor elkaar met oudere versies van Russische wapens. Het hielp dat de Russen slecht gecoördineerd waren. Zo verblindden de Russische stoorzenders tijdens de aanval op Kiev niet alleen de Oekraïense luchtverdedigingsradars, maar ook hun eigen communicatieapparatuur. De Russen moesten toen een keuze maken: de radars blijven neutraliseren of met elkaar kunnen communiceren. Ze kozen het laatste. Maar dat hielp de Oekraïense luchtverdediging weer om erbovenop te krabbelen.
Systeem tegen systeem
Ondertussen hebben de Oekraïense jachtvliegtuigen het moeilijk. Toen tijdens de eerste chaotische dagen de Oekraïense luchtverdediging was geneutraliseerd, moesten de oude Oekraïense MIG-29’s en SU-27’s het opnemen tegen een overmacht van veel modernere Russische SU-30’s, SU-35’s en MIG-31’s. Tegelijkertijd moesten ze rekening houden met het dodelijke Russische S-400 luchtverdedigingssysteem, dat tot ver achter de frontlijn Oekraïense vliegtuigen op grote en middelgrote hoogtes kan neerschieten.
De Oekraïners moesten laag vliegen, wat de hoogvliegende Russische jagers met hun moderne beyond-visual-range raketten met actieve radargeleiding een beslissend voordeel bood: ze kunnen veel eerder Oekraïense vliegtuigen aanvallen dan andersom.
Mutual Air Denial
Op dit moment is een soort negatieve balans in de lucht ontstaan: Mutual Air Denial. De Oekraïners lopen enorme risico’s als ze hun vliegtuigen tegen het door de Russische luchtmacht en luchtverdedigingssystemen beschermde Russische leger inzetten. Maar de Russen kunnen hun luchtoffensief alleen maar volhouden met hun alsmaar slinkende arsenaal aan ballistische en kruisraketten. En van die kruisraketten wordt trouwens een aanzienlijk percentage neergeschoten.
Hoeveel pijn dit raketoffensief ook doet, de impact is veel minder groot dan wat een grootschalig en volgehouden luchtoffensief door vliegtuigen kan bereiken. Gezien de krachtsverhoudingen is Mutual Air Denial feitelijk een Oekraïense overwinning en meer dan we eind februari hadden durven hopen.
‘Een foto op sociale media zetten, kan al een dodelijke aanval uitlokken.’
HCSS strategisch analist Frederik Mertens
Moderne luchtverdediging is een gevecht van een systeem tegen een systeem: niemand ontsnapt eraan. En dus heeft elke eenheid en soldaat hier ook zijn rol in. Want om je luchtverdediging een goede kans te geven, moet je de vijand zo min mogelijk doelen bieden. Een foto van je kameraden op sociale media zetten, kan de tegenstander al genoeg informatie geven om een dodelijke aanval uit te voeren. Dekking, camouflage, verspreiding en mobiliteit zijn voor alle eenheden cruciaal om de luchtdreiging te overleven, zelfs ver achter de frontlinie.
Want ook Nederlandse troepen zullen in de toekomst rekening moeten houden met luchtaanvallen. Goedkope wapens als de Iraanse Shahed-136 drones zijn misschien niet zo gevaarlijk als HIMARS-raketten of JDAM geleide bommen, maar als je er geen rekening mee houdt, zijn ze even dodelijk. Net als de Oekraïners zullen we altijd onze hersens moeten gebruiken.
Frederik Mertens
Bron: Militaire Courant, 18 april 2023.
Cover image: SU-34, WikiMedia Commons
Over de auteur: Frederik Mertens, Strategisch Analist bij HCSS, schreef onder andere mee aan ons rapport “Surviving the Deadly Skies: Integrated Air and Missile Defence 2021-2035” en werkt aan het vervolgonderzoek.