Degenen die zich aan de politieke uitersten bevinden, geloven vaak in een geheimzinnige, bepalende macht. Of het nu om ufo’s gaat, de opwarming van de aarde, of de moord op Fortuyn, volgens onderzoekers André Krouwel en Jan Willem van Prooijen gelooft een aanzienlijk deel van het electoraat, vooral bij PVV en SP, in complottheorieën (Trouw, 22 mei).
Dat velen in vliegende schotels geloven, verbaast mij niets. Maar de aantallen zijn wel schrikbarend hoog. Zo denkt 30 tot 70 procent van de stemmers dat politici zich laten omkopen. Over die integriteitscode voor VVD-politici zullen zij hun schouders ophalen. Wat moet je met zo’n electoraat? Negeren kan niet, want al die complotdenkers hebben stemrecht.
Meer voorlichting en uitleggen zal het vertrouwen in politici niet doen toenemen omdat complotdenkers feiten en wetenschappelijke onderbouwingen negeren. Krouwel en Van Prooijen suggereren daarom dat meer op de emotie van de kiezer moet worden gespeeld. Ik moet er niet aan denken. Vertrouwen kan door politici alleen worden gewonnen als maatregelen worden genomen die werken.
Gebrek aan kennis
Maar een wezenlijk probleem is dat ook politici soms bevangen zijn door feitenvrij wensdenken. Simpele oplossingen voor ingewikkelde problemen doen het goed bij grote delen van het electoraat. Zo langzamerhand ben ik ervan overtuigd dat simplismen niet per se voortkomen uit overtuiging dat dit electoraal belangrijk is, maar omdat men het eigenlijk zelf ook niet weet.
Extreme, feitenvrije meningen blijken vaak ingegeven door gebrek aan kennis over de effecten van maatregelen, zo bleek uit recent onderzoek gepubliceerd in Psychological Science. Experimenten toonden aan dat als beleidsmakers gedwongen worden de gevolgen van hun voorstellen te doordenken, ze met realistischer plannen komen. Fraaie voorbeelden zijn de mislukte invoering van de inkomensafhankelijke zorgpremie en het plan kleine spaarders mee te laten betalen aan de redding van de Cypriotische banken. Eerst denken dan doen, leerde mijn moeder mij al.
Ook schadelijk is cognitieve dissonantie: de afweerreactie die ontstaat als je feiten of opvattingen hoort die strijdig zijn met je eigen mening. De heftige reacties van de milieubeweging op de schaliegasrevolutie in de Verenigde Staten is daarvan een voorbeeld. Maar ook het negeren van het feit dat de Arabische ‘Lente’ geen strijd om vrijheid en democratie is, maar het gevolg is van oplopende voedsel-, energie- en grondstofprijzen die hele regio’s kunnen ontwrichten en Europa kunnen raken.
Negeren van feiten maakt debat onmogelijk
Over Europa gesproken. Velen denken dat de Unie een geldverslindende, oncontroleerbare moloch is. Maar in werkelijkheid is het budget van de Unie 1 procent van het bbp per lidstaat. De afgelopen jaren is minder uitgegeven dan er binnenkwam. En het aantal ambtenaren is minder dan de helft van het aantal Nederlandse rijksambtenaren.
Het negeren van feiten maakt debatteren onmogelijk en staat oplossingen in de weg. Complotdenken, gebrek aan kennis, negeren van feiten om emotionele of electorale redenen zijn in Nederland diepgeworteld. Het is eigenlijk een wonder dat er nog wel eens iets lukt. Of vallen de aangehaalde studies in de categorie ‘vleeseten maakt hufters’ van de frauderende Tilburgse hoogleraar Stapel? Wie in complotten denkt, weet dat laatste eigenlijk wel zeker.