Vorige week was ik op de thee bij een officier van het Turkse leger. “Jullie hebben er in Brussel geen enkel idee van waar wij voor staan in de regio,” prevelde hij, “In het zuiden in Irak en Syrië is er anarchie, in het oosten hebben we de Iraniërs die gebaat zijn bij die anarchie en in het noorden zijn de Russen bezig met de meest formidabele militaire opbouw sinds de Koude Oorlog.” Ik kon me nog net bedwingen om zijn onheilskompas verder aan te vullen met het zieltogende Europa in het westen. Ik was vooral geïntrigeerd door de Russische plannen in Turkije ‘s achtertuin.
Want de Zwarte Zee kleurt de laatste tijd opvallend grijs. De voorbije jaren heeft Rusland zijn schrootvloot uit de Koude Oorlog flink gemoderniseerd en het aantal grootschalige oefeningen in de Zwarte Zee flink opgedreven. Sinds de interventie in Syrië varen marineschepen af en aan naar de Middellandse Zee. De komende jaren wordt de vloot in de Zwarte Zee gemoderniseerd met zes nagelnieuwe fregatten, zeven patrouillevaartuigen en zes moderne onderzeeboten. Wat evenveel zorgen baart, is wat de Russen op de Krim uitrichten.
Sinds de verovering is het schiereiland omgevormd in een versterkte vesting. Boven de heuvelachtige kust pieken vervaarlijke luchtdoelraketten, waaronder de S-400, die geldt als de grootste schrik onder luchtmachtpiloten. Eens zo’n raket op het radarscherm verschijnt, is het te laat. Vijandige oorlogsschepen worden op afstand gehouden door de even geduchte Bastion-batterij, razendsnelle raketten die vernietigend zijn tot op een afstand van 400 kilometer. Pas nu wordt het strategische belang van de Krim echt duidelijk. Het moet Moskou toelaten om van de Zwarte Zee een Russisch meer te maken, een meer dat op zijn beurt een uitvalsbasis is naar de Middellandse Zee.
En dan wordt het bijzonder gevoelig. De toegang tot de Middellandse Zee wordt geregeld door acht pagina’s tekst uit 1936: het Verdrag van Montreux. Het geeft de Russische marine het recht om mits een aantal voorwaarden door de Turkse zeestraten naar de Middellandse Zee te varen. Bij de Turken hoor je echter dat de Russen steeds meer de limieten van dat verdrag aan het opzoeken zijn. Zo zouden ze op voorhand onvoldoende informatie over de oorlogsschepen bezorgen. Veel technische details zijn onduidelijk of niet meer actueel. Toen vorig jaar een Russische matroos ter hoogte van de Bosporus nogal provocerend met een raketlanceerder op zijn schouder aan dek stond, konden de Turken niets doen, omdat dergelijke wapens in 1936 gewoonweg niet bestonden en ze dus ook niet werden gereglementeerd.
Er is meer: dezelfde Conventie van Montreux stelt dat Turkije niet langer verplicht is om toegang te verschaffen als het zich bedreigd voelt. Maar wat dat betekent, zich bedreigd voelen, daar bestaat veel onduidelijkheid over. Het verdrag gebiedt de Turken ook om andere mogendheden slechts toe te laten tot 30,000 ton. Dat betekent bijvoorbeeld dat de Amerikanen slechts drie destroyers kunnen ontplooien. Russische juristen voerden ook al aan dat de hele NAVO als één “andere mogendheid” moeten beschouwd worden, hetgeen de armslag van het Westen in de Zwarte Zee nog eens beperkt.
En zo dreigt een akkoord dat bedoeld was om de spanningen te beperken zoveel onduidelijkheid te scheppen dat de spanningen erdoor oplopen. Rusland heeft al gewaarschuwd dat het van Ankara verwacht om het akkoord nauwgezet na te leven. Ankara van zijn kant is inschikkelijk gebleven, maar de spanning loopt op. Zelfs na het neerhalen van een Russisch gevechtsvliegtuig vorig jaar, blijven de Russen zonder coördinatie bombardementen uitvoeren nabij de Syrisch-Turkse grens. In Armenië, eveneens op de grens met Turkije, wordt de Russische militaire aanwezigheid steeds groter en nemen ze nu ook de luchtverdediging voor hun rekening. Iets verder is ook de Kaspische Zee verworden tot een lanceerpunt van Russische langeafstandsraketten tegen rebellen in Syrië.
“Tot nu toe heeft mijn regering er alles aan gedaan om escalatie te voorkomen en bleven de meeste provocaties onbeantwoord,” gaat de Turkse militair verder, “We weten hoe gevoelig dit allemaal ligt. Over de Zwarte Zee hebben de grootmachten eeuwenlang gevochten. Dit is een plek met veel geschiedenis.“ Vrij vertaald komt zijn punt neer op het volgende: het is een wonder dat de historische brandhaard nog niet opnieuw is opgelaaid en laten we er vooral niet van uitgaan dat het zo blijft.
Door: Jonathan Holslag. Ook te lezen op de persoonlijke pagina van Jonathan Holslag.