Politici blijken soms jaloersmakende optimisten over Europa te zijn. Oud-minister van sociale zaken Aart Jan de Geus, nu plaatsvervangend secretaris-generaal van de Oeso, de club van rijke industrielanden, constateerde terecht dat de crisis de Europese integratie een zet heeft gegeven.
Er is een noodfonds voor noodlijdende landen, er komt nauwer toezicht op nationale begrotingen en er komen sancties om ontsporende landen op het rechte pad te brengen. Bovendien worden de geesten rijp gemaakt voor het herstructureren van ondragelijke schuldenlasten. Dat is ook nodig omdat de schuldenlast van 160 procent van het bruto binnenlands product de Grieken boven het hoofd groeit.
Landen als Nederland, dat overigens 5,5 miljard euro aan Griekenland heeft geleend, kunnen in het ergste geval naar dat geld fluiten. Hier zit hem de kneep. De Finnen hebben inmiddels zo genoeg van de zwakke broeders binnen de eurozone dat zij afgelopen zondag massaal op de populistische partij Eurosceptische Echte Finnen hebben gestemd. En daar blijft het niet bij. Want een meerderheid van de Finse kiezers wil blijkens peilingen de zwakke eurolanden niet steunen.
Omdat het Finse parlement de steun aan de eurolanden moet goedkeuren, ligt de hulp aan Portugal mede in handen van Finse kiezers die op Europese schaal een verwaarloosbaar aantal vormen. Met de democratie is het in Europa dus raar gesteld.
Voordurend wordt gediscussieerd over een democratisch gat tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. Maar in de praktijk blijkt een piepkleine minderheid de redding van een heel land te kunnen tegenhouden. Hoe sterk de macht van minderheden is, bleek al in 2005 toen Frankrijk en Nederland tegen de Europese grondwet stemden en de interne ontwikkeling van de Unie verlamden.
Zorgwekkend is dat politici kennelijk niet kunnen of willen uitleggen waarom solidariteit nodig is en waarom dit in het belang van de burger is. Zonder EU-steun aan noodlijdende landen kunnen banken in gezonde eurolanden omvallen en betaalt de burger de rekening.
De rekening voor herstructurering van de schuld komt overigens ook bij de burger terecht, maar hoe langer wordt gewacht, hoe hoger de rekening wordt. Het is begrijpelijk dat burgers boos zijn op noodlijdende landen en tegen banken aanschoppen die zij verantwoordelijk houden voor een deel van de malaise. Maar het is onbegrijpelijk dat politici niet in staat of bereid zijn uit te leggen dat steun aan landen en banken eigenbelang is.
Het succes van de Echte Finnen is te verklaren uit de onmacht van politici die met de burgers meegaan in hun kwaadheid over zwakke eurolanden, hen gelijk geven dat die landen er een potje van hebben gemaakt, en vervolgens met noodzakelijke maatregelen instemmen die ze niet goed uitleggen. Zo manoeuvreren ze zich in een onmogelijke positie. Enerzijds raakt, zoals De Geus zegt, de Europese integratie in een stroomversnelling; anderzijds raakt Europa de burger volledig kwijt.
Uit deze spagaat kom je niet door louter optimistisch te zijn. Want een unie zonder legitimiteit zakt als een Arabisch regime elkaar. In Egypte en Tunesië zien burgers inmiddels dat ze bevrijd zijn van een gehaat regime, maar dat hun levensomstandigheden langdurig verslechteren.
Trouw