De enige geruststelling die ik door het debat tussen Trump en Biden kreeg was het feit dat beide heren ondanks hun leeftijd kwiek oogden en bij de pinken waren. Trump was energiek en scherp. Het beeld van Biden als een seniele Sleepy Joe die geen twee zinnen achter elkaar kan uitspreken bleek nergens op te slaan.
Voor de rest vond ik het debat alarmerend. Dat kwam vooral door Trumps weigering afstand te nemen van extreem-rechtse white suprematists. ‘Stand back and stand by’ (Stop nu en hou je gereed), zei hij over de Proud Boys, die niet terugschrikken voor geweld. Volgens hem lag alles aan links en hij riep op iets aan ‘Antifa’ te doen. Dat is een ongeorganiseerde extreemlinkse beweging die ook niet terugschrikt voor geweld.
Trumps woorden klonken als een oproep tot geweld. Zo zagen de Proud Boys dat overigens ook. ‘Stand by’ werd uitgelegd als de opdracht om tegen Antifa ten strijde te mogen trekken. De ‘nieuwe rekruten’ zouden al binnenstromen.
Wat Trump doet is een beproefde tactiek van dictators
Dat Trump extreem-rechts nooit heeft willen veroordelen en geen afstand van geweld wil nemen, is niets nieuws. Dat werd al duidelijk tijdens de vorige verkiezingscampagne en bereikte het zoveelste dieptepunt na de dood van George Floyd. Eerder dit jaar weigerde Trump zich uit te spreken over politiegeweld, maar zette degenen die ertegen protesteerden als oproerkraaiers weg.
Het past in het beeld van een president die bewust en consistent de polarisatie in zijn land aanwakkert. Dit lijkt onderdeel van een vooraf uitgestippelde strategie: je zet burgers tegen elkaar op en werpt je vervolgens op als de redder van de natie door de onlusten neer te sabelen. Het is een beproefde tactiek van dictators.
Of Trump geweld als campagnemiddel bewust gebruikt weet ik niet, maar het lijkt er verdacht veel op. Zeker als je zijn opmerkingen in een bredere context plaatst. Trump heeft meerdere malen geweigerd de verkiezingsuitslag te aanvaarden. Dat is logisch omdat hij consequent, maar ongefundeerd hamert op zijn claim dat de verkiezingen bij voorbaat gemanipuleerd zijn. Daarom is de kans groot dat zijn aanhang, mogelijk aangespoord door Trump zelf, na een onduidelijke verkiezingsuitslag de straat opgaat.
Een onduidelijke verkiezingsuitslag is rampzalig
In mijn wildste fantasieën ontstaat er dan een halve burgeroorlog, roept Trump de staat van beleg af en weigert hij het Witte Huis te verlaten. In een opgewektere bui denk ik dat Trump de uitslag dan ‘slechts’ voor de rechter uitvecht. In ieder geval is een onduidelijke uitslag rampzalig. De kans daarop is groot.
Want in het Amerikaanse kiessysteem hoeft degene met de meeste stemmen niet te winnen. In 2016 had Hillary Clinton 2.8 miljoen meer stemmen, maar won Trump. Als Biden met 4.5 miljoen stemmen wint, heeft hij nog steeds slechts een kans van 3:4 om daadwerkelijk ingezworen te worden. Alleen met 6 miljoen stemmen meer zit hij safe.
Trump heeft gelijk dat deze verkiezingen de belangrijkste in de geschiedenis worden. Nancy Pelosi, de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, beet Trump onlangs toe dat hij niet de leider van Noord-Korea, Rusland of Saudi-Arabië is, maar de president van een democratie. Over ruim een maand weten we of Pelosi gelijk heeft.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.